Zo ziet een postpartum depressie eruit: 'Ik dacht: ik ben gestoord aan het worden'
Dat de illustere roze wolk lang niet iedere kraamvrouw bereikt, is de afgelopen jaren breed uitgemeten. Toch wordt een postpartum depressie nog vaak over het hoofd gezien. Moederplatform How About Mom wil daar verandering in brengen door de vele gezichten van de ziekte te laten zien. Waaronder die van Karen en Bianca. "Ik dacht: is dit míjn kind?"
Na een fijne zwangerschap beviel Bianca Hus-Smit (30) in januari 2022 van zoon Micah. De bevalling verliep niet helemaal zoals ze voor ogen had, maar Micah was er, gezond en wel, en daar ging het om. Het grote genieten kon beginnen.
Maar eenmaal thuis gebeurden er allerlei dingen waardoor er van genieten weinig terechtkwam. Zo overleed de oma van Joey, Bianca's man, en kregen ze veel minder kraamzorg dan gehoopt. "Vanwege personeelstekort kon onze kraamhulp maar de helft van de tijd komen", vertelt Bianca. "Dat vond ik al heel moeilijk. Met zo’n eerste kind komt er best veel op je af. Ik wilde goed geïnformeerd en lekker verzorgd worden, en vooral uitrusten en herstellen van de bevalling. Daar was nu nauwelijks ruimte voor."
Micah bleek bovendien veel last te hebben van reflux, waardoor hij niet op zijn rug kon slapen. "We hebben heel veel met hem in de draagzak moeten lopen en de nachten waren extreem onrustig." Daarbij maakten ze zich veel zorgen over de lage lichaamstemperatuur van Micah. "Ik weet nu dat zijn temperatuur gewoon wat lager ligt dan gemiddeld, maar in die kraamweek was het echt een punt van zorg. We hebben meerdere keren 's nachts ten einde raad de verloskundige gebeld omdat we hem maar niet warm kregen."
Huilend voor het raam
Toen Micah daarbovenop ook nog voor een controle naar het ziekenhuis moest omdat hij wat geel zag, werd het Bianca te veel. "Ik kon niet mee naar het ziekenhuis omdat ik nog niet voldoende was hersteld, en dat vond ik zó moeilijk. Ik heb voor het raam staan huilen toen Joey en mijn schoonzus hem meenamen."
Alles bij elkaar maakte het de kraamperiode allesbehalve ontspannen. Bianca worstelde. Ze voelde voor Micah niet de onvoorwaardelijke liefde waarover ze zoveel had gehoord – al kwam dat besef pas later. Steeds vaker dacht ze: Is dit mijn kind eigenlijk wel?
"Het voelde alsof hij niet bij mij hoorde. Ik dacht dat ik hem niet kon geven wat andere moeders hem misschien wel zouden kunnen geven en overwoog weleens om hem te laten adopteren."
Schreeuw om hulp
Na een paar maanden trekt ze aan de bel. Ze vertelt de huisarts dat ze merkt dat ze vastloopt. Maar haar schreeuw om hulp geeft niet de verlichting die ze zoekt. Ze wordt weliswaar serieus genomen en verwezen naar specialisten, maar nergens voelt ze zich écht gehoord en gezien. Omdat ze niet suïcidaal is, duurt het lang voordat de term postpartum depressie voor het eerst valt.
"Ik heb weleens overwogen om mijn zoontje te laten adopteren."
Ondertussen overlijdt ook Joeys andere oma en verergeren Bianca's klachten. Zorgelijk zijn de gedachten die haar soms overvallen over Micah. "Ik dacht regelmatig: wat zou er gebeuren als ik nu een kussen op je hoofd duw? Of als we samen van de trap zouden vallen? Ik heb nooit serieus overwogen om het daadwerkelijk te doen, maar ik kwelde mezelf wel met die gedachten."
Doortastende huisarts
Als Joey in november zijn enkel breekt en een groot deel van de zorg voor Micah op Bianca neerkomt, breekt er ook iets bij haar. "Ik kon alleen maar huilen, ik was op." Als ze opnieuw hulp zoekt en haar eigen vertrouwde huisarts terug blijkt te zijn van zwangerschapsverlof, is dat een keerpunt.
"Ik kwam binnen en het eerste wat ze zei was: Bianca, het gaat niet goed met jou. Als iemand dat zo direct tegen je zegt… Alles kwam eruit. Zij was heel doortastend, en dat was precies waar het eerder aan had ontbroken. Daardoor was mijn depressie onder de oppervlakte blijven doorsudderen."
Bianca krijgt antidepressiva en een kalmeringsmiddel voorgeschreven en wordt aangemeld bij een psychologenpraktijk gespecialiseerd in moeders met een moeilijke start. "Dat was het moment dat voor het eerst hardop werd gezegd: dit is het vermoeden en hier gaan we mee aan de slag. Alles bij elkaar heeft dat me veel rust geboden."
Boos, verdrietig en schuldgevoelens
Hoewel haar behandeltraject nog niet is afgerond, voelt ze zich al vele malen beter dan in dat eerste jaar na de geboorte van Micah. "Om uit het dal te komen, moest ik eerst dieper gaan. In de therapie kwamen alle gevoelens boven die ik eerder had weggestopt. Boosheid, verdriet, schuldgevoelens richting Micah. Ik heb moeten leren dat een postpartum depressie niets met mij als moeder te maken heeft en dat het iedereen kan overkomen. Ik heb voor het moederschap gekozen, maar niet voor een postpartum depressie."
Ze kan weer steeds vaker genieten van het hier en nu, maar het eerste jaar met Micah zal waarschijnlijk altijd een pijnlijke herinnering blijven. "Ik heb veel verdriet over het feit dat ik Micahs eerste jaar in feite heb gemist. We waren bij elkaar, maar ik was er niet met mijn hoofd bij. Ik was aan het overleven. Die babyfase kan ik niet meer overdoen en nu ben ik gevoelsmatig 'plots' in de opvoedfase beland. Daar heb ik nog moeite mee. Het grote verwerken van wat er allemaal is gebeurd, komt nu. Zeker ook voor Joey, die het door mijn depressie ook loodzwaar heeft gehad."
Wennen aan gezinssituatie
Net als Bianca is ook Karen Versteegh (36) nog onder behandeling voor haar postpartum depressie. Die overviel haar na de geboorte van haar tweede zoon Landon (nu 1 jaar).
"Ik had al een zoon, dus ik wist wat me te wachten stond – dacht ik. Ik was van plan deze keer alles uit mijn kraamtijd te halen wat erin zat. Ik had extra verlof opgenomen en we zouden superveel tijd hebben om als gezin te wennen aan de nieuwe situatie. Maar dat werd al vrij snel niet zo leuk, fijn en chill als ik had bedacht."
Het begon al met de zwangerschap, die veel zwaarder was dan haar eerste. "Toen ik zwanger was van Harvey (nu 4) was ik hartstikke fit. Ik liep tot week 35 hard, ging iedere dag op de fiets naar mijn werk en kon alles. Bij de tweede verwachtte ik dat weer, maar nu was ik veel misselijker en vermoeider en kreeg ik op een gegeven moment last van mijn bekken. Ik kon deze keer bovendien nauwelijks rust pakken, omdat we al een jongen hadden rondlopen die volop de wereld aan het ontdekken was. Ik vond het maar zwaar; de laatste weken dacht ik echt: ik kán niet meer."
Heel anders voorgesteld
De bevalling was dan wel weer een verademing: Landon diende zich al aan voordat de verloskundige hun huis had bereikt. Maar de kraamtijd was even slikken.
"Ik had me ingesteld op een soort copy-paste van de eerste baby, die heel rustig en zen was. Zo zijn baby’s, dacht ik. Maar Landon was gewoon een heel ander kind. Hij was onrustiger, had meer last van krampjes, waardoor ik veel met hem moest lopen en hem moest sussen en wiegen. Dat was allemaal heel anders dan ik me had voorgesteld. Met Harvey lag ik hele dagen in bed en op de bank, dat wilde ik nu ook, maar dat zat er niet in. Ik had nauwelijks rust, deels omdat Harvey natuurlijk ook aandacht wilde. Dat vond ik pittig."
"Ik wist dat mijn baby van mij was, maar zo voelde het niet."
Het 'volle hart vol liefde' dat ze bij Harvey meteen had gevoeld toen hij op haar borst werd gelegd, voelde ze bij Landon helemaal niet. "Ik had wel gelezen dat het later nog kan komen, dus ik maakte me daar niet meteen zorgen over. Er waren heus momenten dat ik mijn ogen niet van hem af kon houden, als hij lag te slapen bijvoorbeeld. Dan genoot ik echt wel van hem. Maar er waren ook momenten dat ik naar hem keek en dacht: Wat gek, wie ben jij? Wat doe je hier? Ik wist dat hij van mij was, maar zo voelde het niet."
Waarom een tweede kind?
Na een paar weken vroeg Karen zich af waarom ze nou eigenlijk had gekozen voor een tweede kind. "Het was toch prima geweest zoals het was? Dit is te veel, dacht ik, ik trek dit niet, misschien moet ik hem maar voor adoptie opgeven. Ik was zo overweldigd door alles, ieder geluidje, ieder dingetje, was me te veel."
Haar 'debiele gedachten', zoals Karen ze noemt, houdt ze dan nog voor zichzelf. "Ik schaamde me ervoor en was bang om te worden veroordeeld. Ik dacht: ik ben gestoord aan het worden, ik ben een slechte moeder. Waarom kon ik niet gewoon dankbaar zijn dat ik het tweede kind had dat ik zo graag wilde? Op dat moment herkende ik bij mezelf geen postpartum depressie, hoewel ik daar wel veel over had gelezen."
Baby te vondeling leggen
Gelukkig is de verloskundige van Karen er wel alert op. "Ze belde me drie weken na de bevalling en ik gaf aan dat ik de babybubbel waar ik zo naar had uitgekeken maar niet kon vinden. Een aantal weken later ging ik bij haar op nacontrole en vroeg ze weer hoe het met mij ging. Ik vertelde dat ik me heel onrustig voelde en niet echt kon genieten. Weer drie weken later belde ze opnieuw. Op dat moment was het pikzwart in mijn hoofd. Ik overwoog regelmatig om uit het leven te stappen of Landon te vondeling te leggen. Toen ik dat liet doorschemeren, heeft de verloskundige direct de huisarts ingeschakeld."
Heb jij vragen over zelfmoord?
Stichting 113 Zelfmoordpreventie: 0900-0113
Openingstijden: 24 uur, 7 dagen per week
Met de huisarts deelde Karen alles wat er in haar hoofd omging. Van de gedachte dat de wereld beter af zou zijn zonder haar, tot het idee dat ook Landon een last was voor iedereen. Daarop gingen alle alarmbellen af. Een week later kreeg ze in het ziekenhuis de diagnose zware postpartum depressie.
"Dat verklaarde een hoop. Het was voor mij ook wel een opluchting dat ik niet volledig gestoord aan het worden was. Ik vond het heel fijn dat de huisarts al zei: hier kun jij niets aan doen, dit roep je niet over jezelf af, dit overkomt je, het is een ziekte. Die woorden moest ik soms ook echt tegen mezelf zeggen: je kunt hier niets aan doen."
Psychische hulp
In tegenstelling tot Bianca kreeg Karen snel de psychische hulp die ze nodig had. "Ik heb geluk gehad met hoe mijn hulptraject is verlopen", zegt ze. "Vanaf het moment dat ik eerlijk ben geweest over wat er in mijn hoofd omging, hebben zowel de huisarts als de verloskundige erbovenop gezeten. Ik hoor om me heen weleens andere verhalen, dus ik ben hier heel dankbaar voor. Als ik die hulp niet had gekregen, weet ik niet hoe ik er nu bij had gezeten – óf ik er überhaupt nog had gezeten, heel eerlijk gezegd. Er waren echt dagen dat ik dacht: vandaag stap ik uit het leven."
Bijna een jaar na de diagnose gaat Karen nog om de week naar het ziekenhuis voor therapie en is ze nog volledig vrijgesteld van werk. Ze is nog niet waar ze ooit hoopt te zijn, maar wel een eind op weg.
"Ik voel me echt zoveel beter dan een jaar geleden. Het is een wereld van verschil. Maar zo’n traject kost tijd. Ik moet ook beseffen dat ik waarschijnlijk nooit meer dezelfde vrouw of moeder zal zijn als toen ik nog één kind had. Ik ben nu een ander persoon, en dat is oké. Ik moet alleen nog een beetje uitvinden hoe die andere persoon in elkaar steekt en hoe ze het beste werkt."
De vele gezichten van een postnatale depressie
In Nederland wordt 1 op de 10 vrouwen ziek tijdens of na haar zwangerschap. Dat zijn ongeveer 16.000 vrouwen per jaar. Postpartum depressie – beter bekend als postnatale depressie, hoewel dat medisch gezien niet de juiste term is – is een van de meest voorkomende aandoeningen bij moeders. Toch wordt de ziekte volgens moederplatform How About Mom vaker gemist dan dat de juiste diagnose wordt gesteld.
"Hoe kan het dat een ziekte die zoveel vrouwen treft, nog steeds gepaard gaat met zoveel schaamte, eenzaamheid en onbegrip?", vragen de zussen achter het platform zich af. Om dat te veranderen, brengen ze samen met fotograaf Sanne Ravensbergen 'De vele gezichten van een postnatale depressie' letterlijk in beeld met een bijzonder fotoproject. Tien vrouwen die een postpartum depressie hebben doorgemaakt, onder wie Bianca en Karen, poseren daarvoor met een foto van zichzelf toen ze midden in de depressie zaten. "We willen laten zien dat een postnatale depressie niet één gezicht of uitingsvorm heeft en dat het iedereen kan overkomen."