Zonnepanelen vallen uit door overvol energienet: 'Wordt nog erger'
We leggen massaal zonnepanelen op onze zaken, maar op de meest zonnige dagen vallen ze steeds vaker uit. Oorzaak? Het energienetwerk kan het niet aan. De kabels in de straat zijn simpelweg niet dik genoeg en er ontstaat 'overspanning'. Eén op de twintig klanten heeft er last van. De problemen worden steeds groter, zeggen netbeheerders. Kun je daar iets tegen doen? En hoe weet je eigenlijk of jij er ook last van hebt?
Nederland is in korte tijd een zonnepanelenland geworden. Op de wereldranglijst staan we in de toptien van het hoogste aandeel zonnestroom. Op sommige dagen wordt, rond het middaguur, 60 procent van onze elektriciteitsvraag opgevuld met stroom afkomstig van onze eigen zonnepanelen.
Goed bezig dus. Maar de andere kant van de medaille is dat het stroomnetwerk op sommige plekken piept en kraakt – vooral dus op die mooie zonnige dagen. De kabels en de transformatorhuisjes kunnen dan al die stroom niet verwerken. Er ontstaat overspanning.
En dan? Zo'n 75.000 eigenaren van zonnepanelen ziet het gebeuren: opeens schakelt de omvormer uit en stokt het terugleveren van stroom aan het net. Een automatisch ingebouwde beveiliging, anders loopt apparatuur schade op. De consument mist wat inkomsten. Geen ramp, maar frustrerend is het wel.
'Baart ons zeker zorgen'
Het wordt nog erger. Bij Liander verwachten ze dat de terugleverproblemen gaan toenemen. De netbeheerder voorziet dat het steeds drukker wordt op het net. "Dat baart ons zeker zorgen", zegt een woordvoerder.
Maar hoe weet je of je last hebt van overspanning? Die vraag blijkt lastiger te beantwoorden dan gedacht.
De problemen kunnen ook veroorzaakt worden doordat de installatie niet optimaal is aangelegd, zegt de woordvoerder van Liander. "Wij merken dat bijvoorbeeld verkeerde omvormer-instellingen, een verkeerde wijze van aansluiten en gebruik van te dunne kabels een voortijdige uitval van een omvormer veroorzaken."
Wie ziet dat de zonnepanelen op een stralende dag geen stroom terugleveren, kan contact opnemen met de netbeheerder. Daar kom je niet altijd direct verder mee: zo moet je bij de klantenservice soms bewijzen dat het niet aan je eigen installatie ligt:
Van het kastje naar de muur
"Klanten voelen zich soms van het kastje naar de muur gestuurd. Dat herkennen wij ook", zegt Maarten de Jong. Hij is werkzaam bij Enexis en voorzitter van de landelijke werkgroep spanningsopdrijving. Hij houdt zich dus precies met dit probleem bezig. "Van de netbeheerder naar de installateur en weer terug."
Hij legt uit dat een paar 'slimme vragen' helderheid kunnen verschaffen. Heeft de persoon die de panelen heeft gemonteerd, gezorgd voor voldoende dikke kabels? Heb je al jaren panelen op het dak, en nu opeens problemen doordat buren ook zonnepanelen zijn gaan nemen? Als het antwoord op die vragen ja is, dan moeten er belletjes gaan rinkelen. "Op het moment dat je er last van hebt en de buurman ook, dan is de kans best groot dat het in het netwerk zit."
Nieuw: netbeheerder gaat slimme meters uitlezen
Ligt het aan het net of aan de eigen installatie? Die vraag is straks makkelijker te beantwoorden. Netbeheerders hebben er sinds kort een hulpmiddel bij. De Autoriteit Persoonsgegevens heeft toestemming gegeven voor het op afstand uitlezen van de spanning in de meterkast.
Maarten de Jong van Enexis: "Vier weken geleden is de gedragscode goedgekeurd. Dat betekent dat we de slimme meters kunnen gaan uitlezen op spanningsafwijkingen. Zo kunnen we proactiever optreden, dus precies waar de problemen zich voordoen." In totaal zijn er grofweg zeven miljoen van die slimme meters. "Het kost nog wel wat tijd om dat in te regelen."
De problemen met spanningsopdrijving spelen in heel Nederland, al hebben sommige mensen geluk: wie dicht bij een transformatorhuisje woont, heeft minder kans om uitgeschakeld te worden. Ook mensen met meer dan vijftien zonnepanelen lopen iets minder risico doordat zij vaak een 3-fase omvormer hebben, die de stroom kan verdelen.
En woon je in een nieuwbouwwijk? Dan zit je in principe ook goed. "In nieuwbouwwijken leggen we uiteraard direct voldoende kabels om alle zonnestroom te transporteren."
In veel andere wijken nog lang niet. De verwachting is dat de komende jaren meer panelenbezitters last krijgen van overspanning op het net. De Jong deelt een grafiek waarop te zien is dat het aantal zonnepanelen in korte tijd is vervijfvoudigd. Het aantal spanningsklachten is ook gestegen. "De verwachting is dat het zal toenemen omdat steeds meer mensen zonnepanelen aanschaffen."
Eén op de drie straten moet open
Werk aan de winkel dus. Nederland kan z'n borst natmaken: één op de drie straten moet worden opengebroken. "Dit zijn echt transitiepijnen", zegt De Jong. "Met het verzwaren van de elektriciteitsnetten zijn we nog wel tientallen jaren bezig." Het gaat vooral om het bouwen van transformatorhuisjes en aanleggen van dikkere kabels.
De netbeheerder benadrukt: de energietransitie raakt ons allemaal en is iets waar iedereen tegenaan loopt. Het geldt voor de grote opwekkers – grote zonneparken waar geen ruimte voor is op het net – maar soms ook voor consumenten.
De aanpassingen aan het elektriciteitsnet leiden ook tot weerstand. Zoals in Amsterdam, waar buurtbewoners in opstand komen omdat de elektriciteitshuisjes het uitzicht zouden bederven.
'Het schuurt in deze fase'
En dan lopen netbeheerders ook aan tegen andere zaken, zoals lange vergunningsprocedures, een tekort aan mensen en een tekort aan materiaal. Het gaat dan om kabels en onderdelen van transformatoren die niet leverbaar zijn, zegt een woordvoerder van Liander. Vertraging in woonwijken wordt met name veroorzaakt doordat het lastig is een geschikte locatie te vinden voor middenspanningsruimtes. "Kortom: het schuurt in deze fase van de energietransitie."
Ook het hoogspanningsnet loopt vol
Netbeheerders zorgen ervoor dat de spanning bij de mensen thuis wordt aangeleverd op 230 volt. Deze zogenoemde laagspanning die gaat over het laagspanningsnet, is bestemd voor de elektrische apparaten in huis.
Het transport van grote hoeveelheden elektrische energie gaat via het middenspanningsnet (10.000 of 20.000 volt) en vervolgens via het hoogspanningsnet. TenneT beheert dit hoogspanningsnet in Nederland en grote delen van Duitsland. Het gaat om 110.000 volt en hoger.
Ook dit hoogspanningsnet loopt soms vol, zoals in Flevoland. Een woordvoerder van Liander: "Als de snelweg volloopt, het hoogspanningsnet van TenneT, dan is de kans groot dat ook de provinciale en lokale wegen vollopen: Lianders midden- en laagspanningsnetten. We zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden."
Consumenten worden niet afgeschakeld, maar het kan zijn dat, als grote hoeveelheden energie worden opgewekt, de omvormer van de zonnepanelen zichzelf tijdelijk uitschakelt. "Levering door het net blijft dan gewoon plaatsvinden."
Slimme apparaten kunnen helpen
Kun je als consument zelf ook wat doen? Jazeker. Je kunt helpen door de spanning op het laagspanningsnet tussen de 207 en 253 volt te houden, bijvoorbeeld door apparaten op te laden.
Want daar draait het om: door zonnepanelen, warmtepompen, elektrisch koken en elektrisch vervoer worden deze grenzen steeds vaker bereikt: zo moeten netbeheerders in de winter en 's ochtends en 's avonds aan de bak omdat onderspanning dreigt – dan wekken we geen stroom op, maar gebruiken we juist heel veel.
"Je hebt tegenwoordig allerlei slimme apparaten", zegt Maarten de Jong. Het belangrijkste is de elektrische auto. De kans dat de omvormer uitvalt, is een stuk kleiner als je tijdens zonnige uren de auto oplaadt.
Overdag de wasmachine aan
"Ik zit bij een leverancier die slim laden aanbiedt: ik kan op een knopje drukken dat-ie alleen de auto oplaadt als de prijs laag is, dat loopt ongeveer gelijk met als er veel energie wordt opgewerkt."
Het is ook beter om overdag je wasmachine aan te zetten. "En je elektrische boiler. Dan hoeft je omvormer niet terug te schakelen." Zo zijn er nog meer mogelijkheden.
De Jong wil maar zeggen: er valt nog een wereld te winnen in het op elkaar afstemmen van vraag en aanbod. "Het verzwaren van het net door dikkere kabels aan te leggen kan, maar is kostbaar. En het is wel maatschappelijk geld dat we uitgeven. Het is in die zin uiteindelijk een maatschappelijk probleem." Of een uitdaging, zo je wilt.