Rapport: mentale gezondheid jongeren goed in vergelijking met andere landen
Nederlandse jongeren praten makkelijk met hun ouders als ze ergens mee zitten en voelen zich minder eenzaam dan leeftijdsgenoten in andere landen. Dat blijkt uit een groot onderzoek waarin de mentale gezondheid en sociale relaties van de Nederlandse jeugd vergeleken zijn met die van leeftijdsgenoten in 43 andere landen.
Opvallend is dat in bijna alle deelnemende landen de mentale gezondheid van met name meisjes achteruit is gegaan. De resultaten zijn afkomstig uit het internationale 'Health Behaviour in School-aged Children'-onderzoek, afgekort het HBSC-onderzoek.
Elke vier jaar verzamelen de deelnemende landen gegevens over mentale gezondheid en sociale relaties van jongeren van 11, 13 en 15 jaar in Europa, Centraal-Azië of Canada. De cijfers van ongeveer 280.000 scholieren uit 44 landen komen uit 2021 en 2022 en zijn nu op een rijtje gezet. Het onderzoek in Nederland werd uitgevoerd door de Universiteit Utrecht, het Trimbos Instituut en het Sociaal Cultureel Planbureau.
De Nederlandse jeugd scoort erg goed op sociale relaties. Zo geeft 87 procent van de jongens en 75 procent van de meisjes aan makkelijk te kunnen praten met hun vader als ze ergens mee zitten. Internationaal liggen deze percentages lager, namelijk op 78 en 63 procent. Voor moeders liggen de percentages nog hoger: 91 procent van de Nederlandse jongens en 87 procent van de meisjes tegenover 86 en 79 procent op internationaal niveau.
Ook op eenzaamheid doet de Nederlandse jeugd het goed; dat wil zeggen dat relatief weinig jongeren in Nederland zich eenzaam voelen. Nederland behoort tot de top 5 deelnemende landen waarin het percentage jongeren dat zich eenzaam voelt het laagst ligt.
Opvallend is wel dat er grote verschillen zijn tussen jongens en meisjes, op zowel nationaal als internationaal niveau. In Nederland geeft 7 procent van de jongens aan zich meestal of altijd eenzaam te voelen, bij meisjes ligt dat percentage op 15 procent. Op internationaal niveau liggen die percentages nog verder uit elkaar, namelijk 10 en 21 procent.
Mentale gezondheid meisjes
Al eerder bleek dat de mentale gezondheid van Nederlandse jongeren achteruit is gegaan. Met name meisjes ervaren meer mentale problemen. Sinds 2017/2018 zien de onderzoekers een toename van mentale klachten. Nu blijkt dat ook in andere landen de mentale gezondheid van de jeugd is verslechterd. En ook internationaal geldt dit in sterkere mate voor meisjes dan voor jongens.
De onderzoekers vroegen de jongeren of ze vaker dan één keer per week last hebben van twee of meer psychosomatische klachten. Dan gaat het om zowel lichamelijke als mentale klachten, zoals bijvoorbeeld hoofdpijn, slaapproblemen en zenuwachtig zijn. Van de deelnemende jongens uit Nederland gaf 28 procent aan last te hebben van deze klachten, onder meisjes lag dat percentage op 50 procent. Internationaal lagen de percentages hoger, namelijk 34 en 56 procent.
Social mediagebruik
De onderzoekers vroegen de jongeren ook naar social mediagebruik. Uit het rapport blijkt dat hoewel het problematisch social mediagebruik sinds 2017 toeneemt, dit percentage in Nederland nog steeds twee keer zo laag is als het internationale gemiddelde. Met problematisch social mediagebruik bedoelen de onderzoekers bijvoorbeeld dat jongeren aan niets anders dan social media kunnen denken of hier ruzie over krijgen. In geen ander deelnemend land ligt het percentage zo laag als in Nederland.