Kan een comapatiënt herstellen? Nieuwe methode helpt artsen bij beoordeling
Duizenden Nederlanders raken jaarlijks in coma door acuut hersenletsel, bijvoorbeeld door een grote hersenbloeding of na een ongeluk. Veel van die patiënten worden snel wakker, of overlijden vrij snel. Maar er zijn ook zo'n 200 patiënten die langdurig in coma blijven. Bij deze groep is grote onzekerheid over de toekomst: is er kans op herstel of niet? Een nieuwe methode moet artsen hierbij helpen.
In Amsterdam UMC en Radboudumc begint volgende maand een nieuw project, waarbij extra diagnostische testen worden gedaan bij patiënten die langdurig in coma liggen.
Op die manier moeten artsen en familieleden beter kunnen beslissen of het zin heeft om behandeling door te zetten. "Nu doen we bij zulke patiënten verschillende testjes, zoals 'hallo' zeggen en flink knijpen en kijken of iemand reageert. Maar dat is natuurlijk niet heel erg high-tech", legt Janneke Horn, hoogleraar neuro-intensive-care van Amsterdam UMC, uit.
Daarom heeft ze samen met collega's van Radboudumc een nieuwe methode ontwikkeld: "We gaan onder andere hersenfilmpjes (EEGs) maken, om te kunnen meten of er reacties in de hersenactiviteit gezien wordt. Dit helpt ons om een selectie te kunnen maken in wie kans heeft op herstel en wie niet."
Extra checks en scans
De meeste patiënten die in coma liggen, ontwaken binnen een week of overlijden kort na opname. Maar als na een aantal weken nog geen verbetering in de situatie is, zullen patiënten voortaan extra testen krijgen:
- Een EEG: dat is een hersenfilmpje waarmee hersenactiviteit kan worden gemeten;
- Een PET-scan: met een radioactieve stof wordt gekeken hoe de stofwisseling in de hersenen werkt;
- In sommige gevallen zal ook een MRI-scan gemaakt worden.
Naar verwacht zullen er jaarlijks 150 tot 250 patiënten zijn die op die manier een diagnose krijgen. Dat zijn patiënten die ook vanuit andere ziekenhuizen en centra naar Amsterdam UMC en Radboudumc gestuurd kunnen worden.
"Een belangrijke vraag in die acute fase op de intensive care is: moeten we blijven behandelen? Gaat de patiënt opknappen en wat is dan de kwaliteit van leven?", vertelt specialist Janneke Horn. Deze metingen moeten specialisten maar vooral ook familieleden helpen bij die keuze.
In het ongewisse
Ook Emiel Schneider stond voor die moeilijke keuze, toen zijn jongere broer Jean 2,5 jaar geleden een ernstig ongeluk kreeg: "Hij lag op de ic in coma en er was enorme schade. Dan slaat de paniek je om het hart. Wat nu?" Broer Jean lag een aantal weken in coma, waarna de familie voor de keuze stond of en hoe ze verder willen met de behandeling.
"Vooral in die beginperiode zaten we in het ongewisse", vertelt Emiel Schneider. "Had mijn broertje pijn? Is hij hersendood of niet? Niemand kon het ons vertellen. We moesten dus maar zelf het muntje op zijn kant houden en bedenken welke kant het op moet vallen."
Hij had het dan ook heel fijn gevonden als er toen extra scans zouden zijn gedaan om meer duidelijkheid te krijgen, vertelt hij in onderstaande video:
Niet-responsief waaksyndroom
Willemijn van Erp is namens Radboudumc als arts en wetenschapper gespecialiseerd in patiënten die langdurig geen of maar heel weinig tekenen van bewustzijn laten zien. Dat werd vroeger ook wel 'vegetatieve toestand' genoemd. Ze werkt samen met Janneke van Horn aan het nieuwe project en behandelt patiënten in de revalidatiefase. Van Erp: "Het is heel belangrijk dat we nu aan het begin van dat traject al meer duidelijkheid kunnen krijgen."
Inschatten hoe een patiënt herstelt, zal lastig blijven volgens specialisten, maar een juist diagnose en prognose zijn volgens haar onmisbaar voor passende behandeling: "Als er echt geen kans meer is op een goed herstel, moet je misschien niet beginnen aan revalidatie. Maar andersom gaan deze nieuwe checks ook voorkomen dat we te vroeg stoppen bij mensen bij wie er misschien nog wel hoop was."