Wordt glyfosaat verboden? Stof in Roundup is veilig beoordeeld, maar zorgen zijn groot
Een spannende week voor boeren en tuinders aan de ene kant en milieuorganisaties en een groep gezondheidswetenschappers aan de andere kant: vrijdag beslist Europa of glyfosaat, op de markt gebracht via onkruidverdelger Roundup, wordt verboden. De stof is al goedgekeurd door instanties, maar tegenstanders maken zich grote zorgen. Ze wijzen erop dat studies zijn genegeerd die een relatie aantonen met kanker en parkinson.
Steeds meer mensen worden er de laatste jaren zenuwachtig van: grote velden die aan het eind van de winter helemaal geel of oranje kleuren. Die kleur verraadt het gebruik van glyfosaat, een product dat het bedrijf Monsanto in de jaren 70 op de markt bracht onder de naam Roundup. Het is het meestgebruikte bestrijdingsmiddel ter wereld.
Al jaren gaan de wildste verhalen rond over de gevaren van deze stof. Het zou parkinson veroorzaken. Ook zou het de kans op kanker vergroten. En dan zijn er nog zorgen om het bodemleven. Toch wordt het nog steeds als veilig bestempeld en goedgekeurd voor de landbouw.
Opvallend is dan ook dat er geluiden zijn dat Nederland vrijdag in Brussel voor een verbod zou kunnen gaan stemmen. Ook andere landen twijfelen of de stof veilig genoeg is. Wat is er aan de hand?
Voor we die vraag beantwoorden eerst nog even wat meer over glyfosaat zelf. Dit is een herbicide: een bestrijdingsmiddel tegen planten. Zo heb je ook fungiciden tegen schimmels en insecticiden tegen, jawel, insecten.
Groenbemester
Glyfosaat wordt dus gebruikt tegen planten die ongewenst zijn. Vaak gaat het om gras of klaver. Boeren zaaien dit vaak in het najaar als een zogenoemde groenbemester om humus en stikstof toe te voegen aan de bodem. Het zaaien van deze grassoorten voorkomt ook dat erosie plaatsvindt en meststoffen uitspoelen. Zo blijven waardevolle mineralen bereikbaar voor planten.
Als de boer in het voorjaar weer wil zaaien of poten, dan moet die groenbemester eruit. Spuiten met Roundup biedt uitkomst: de stof glyfosaat die erin zit, blokkeert de vorming van bepaalde enzymen. Daardoor sterven de planten.
Het gras wordt geel
Dat is ook wat we zien: het gras wordt geel. Het groeit ook niet terug: de stof wordt in de hele plant opgenomen, inclusief de wortel. Het land ziet er dan ongeveer uit zoals rechts op de foto en is daarna vrij makkelijk te bewerken.
Een wondermiddel dus eigenlijk, maar er is een kans dat het op Europees niveau wordt verboden. Volgende week komen vertegenwoordigers van EU-landen bij elkaar om hierover te stemmen. De verwachting is dat Frankrijk, Duitsland, Luxemburg en Oostenrijk het middel willen verbieden.
Tot voor kort leken de fabrikanten en de gebruikers zich geen grote zorgen te hoeven maken. De Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) had vier landen onderzoek laten doen, waaronder Nederland via toelatingsautoriteit Ctgb. Deze landen kwamen tot een gezamenlijk advies om de stof voor tien jaar goed te laten keuren. Dit werd onlangs overgenomen door de Europese Commissie.
Nu is het aan de landen zelf om een besluit te nemen. Er bestaat een kans dat Nederland vrijdag in EU-verband tégen het toestaan van het middel gaat stemmen, daartoe aangemoedigd door de Tweede Kamer. Die nam begin september een motie aan met dat verzoek.
Onbegrijpelijk, vindt de brancheorganisatie van de boeren en tuinbouwers, de LTO. De boeren wijzen erop dat het middel goed is bevonden door onafhankelijke, wetenschappelijke instituten. Ze vinden dat de politiek de uitkomsten van die beoordeling moeten respecteren.
Door tegen te stemmen, ondermijnt de politiek het gezag en het vertrouwen van onafhankelijke overheidsinstituties, klinkt het verder. "Een fenomeen waar diezelfde politiek op andere domeinen juist haar afschuw over uitspreekt."
Onderzoeken worden niet meegenomen
Waarom zou het advies van keuringsinstanties genegeerd worden? Wie zijn oor te luister legt bij tegenstanders van glyfosaat krijgt te horen dat deze instanties zich vooral baseren op studies van de industrie zelf en dat veel andere onderzoeken minder zwaar worden meegewogen.
Zo ging het ook ooit bij neonicotinoïden, een groep stoffen die schadelijk zijn voor bijen en sinds 2018 is verboden in de EU. "Toelatingsinstanties zeiden jarenlang dat er geen risico's waren, terwijl onafhankelijke studies daar wel op wezen", zegt Anne de Vries, jurist en gespecialiseerd in de toelating van bestrijdingsmiddelen op de Nederlandse en Europese markt, verbonden aan de milieuorganisatie Natuur & Milieu en de Universiteit van Tilburg.
"Er wordt sterk geleund op onderzoeken die zijn gedaan in opdracht van producenten. Onafhankelijke studies van universiteiten die vaak wel op risico’s wijzen, tellen vaak minder zwaar mee."
'Waarschijnlijk' kankerverwekkend
Een voorbeeld is de vraag of glyfosaat kanker kan veroorzaken. In 2015 werd dit door het Internationaal Agentschap voor Kankeronderzoek (IARC) van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) al als 'waarschijnlijk' bestempeld. De Hoge Gezondheidsraad van België deelde deze conclusie en wees ook op verschillende andere risico’s voor de gezondheid, zoals schadelijke effecten op de darmen.
Toch oordeelde de European Chemicals Agency, de ECHA, dat er geen grote risico's zijn voor de mens. "Daar is commentaar op gekomen van onderzoekers omdat er allerlei onderzoeken niet lijken te zijn meegenomen, zoals dat glyfosaat oxidatieve stress veroorzaakt, een erkend mechanisme dat tot kanker kan leiden."
Good Laboratory Practice
Waarom zouden deze instanties niet naar dit soort onderzoeken kijken? Omdat bij de risicobeoordeling veel waarde wordt gehecht aan een bepaald kwaliteitssysteem, de Good Laboratory Practice (GLP) geheten, zegt De Vries.
"Universiteiten hebben zo’n GLP-label meestal niet", zegt De Vries. "Die voeren hun eigen onderzoek uit en huren geen dure labs in die dit certificaat wel hebben. Dat is logisch, want hun onderzoek is ook niet gericht op het toegelaten krijgen van een bestrijdingsmiddel, dus dan is dat certificaat normaal niet nodig."
Studies die wél het juiste stempel hebben, maar ongunstig uitpakken, konden tot voor kort worden achtergehouden door producenten. Zo kon het gebeuren dat producent Syngenta een studie naar hersenschade meer dan twintig jaar achterhield, schreef NRC eerder dit jaar. Inmiddels zijn er nieuwe regels die dit tegengaan, maar bij de hernieuwde toelating van glyfosaat golden die regels nog niet.
Ook relatie met parkinson?
Ook parkinson en andere neurologische effecten worden vaak niet goed beoordeeld tijdens de risicobeoordeling, stelt De Vries.
Professor Bas Bloem wijst al langer op een mogelijke relatie tussen het gebruik van pesticiden en de ontwikkeling van de ziekte van Parkinson. Probleem is alleen dat het moeilijk is om een oorzakelijk verband te laten zien tussen bepaalde stoffen en parkinson, omdat het 10 tot 15 jaar kan duren voordat de eerste symptomen van de ziekte zich manifesteren.
De Nederlandse toelatingsautoriteit Ctgb erkent dit ook en stuurde de Europese autoriteit voor voedselveiligheid, de EFSA, onlangs een brief: "Een bijzondere zorg is de recente erkenning dat de ziekte van Parkinson de snelst groeiende neurologische aandoening ter wereld is, wat de bezorgdheid verder aanwakkert dat milieutoxines zoals pesticiden mogelijk aan deze groei bijdragen."
Afgelopen week deelde Bloem nog een 'zorgwekkende studie' op X die blootstelling van glyfosaat koppelt aan hersenschade.
Er zijn dus héél wat zorgen over de effecten op het milieu en de gezondheid. Zo zou er ook een relatie zijn met parkinson (zie kader hierboven).
Waar de een dan liever kiest om uit voorzorg de stof niet meer te gebruiken - bij twijfel niet oversteken - zou brancheorganisatie LTO het liefst hebben dat gekozen wordt om ermee door te gaan. Als blijkt dat de stof toch schadelijk is, kan altijd tussentijds een verbod opgelegd worden.
Ook LTO maakt zich zorgen
"Ook wij maken ons zorgen over nieuwe signalen dat een mix van gewasbeschermingsmiddelen mogelijk het risico op neurologische aandoeningen als parkinson kan vergroten", meldt LTO in een persbericht. Als blijkt dat middelen risico’s opleveren, dan zijn zij ook van mening dat deze middelen 'onmiddellijk uit de markt gehaald moeten worden'.
Maar de land- en tuinbouworganisatie vindt dat er geen 'verstrekkende besluiten' genomen moeten worden op basis van 'niet-bewezen theorieën en veronderstellingen'. "Dat doen we ook niet met betrekking tot de toelating van humane medicatie."
LTO wijst er verder op dat een verbod consequenties heeft. Zo moet de boer dan meer grondbewerking doen. Dat is niet alleen duurder, maar omdat de bodem wordt verstoord, komt ook koolstof vrij in de vorm van CO2. "Bovendien gebruik je bij alternatieven meer fossiele brandstof", laat een woordvoerder weten.
Tegenstanders van glyfosaat stellen dan weer dat die alternatieven nog altijd een stuk beter zijn. Die opties zijn mechanisch wieden, strokenlandbouw en een ondiepe ploeg.
Kans is klein
Beide partijen kijken met spanning uit naar de beslissing in Europa. Volgens onderzoeker Anne de Vries is allerminst zeker of er een Europees verbod komt.
Voor een besluit moet er een gekwalificeerde meerderheid zijn: landen die 60 procent van de inwoners van de EU vertegenwoordigen. De kans is klein dat zo'n meerderheid gehaald wordt. Ligt het percentage tussen 40 en 60 procent, dan vindt er nieuw overleg plaats.
Voor 10 jaar
Komt er géén Europees verbod? Dan mogen boeren nog voor tien jaar het middel gebruiken. Landen kunnen dan nog wel uit voorzorg beperkingen opleggen of, met goede argumentatie, een verbod opleggen.
Wat de beslissing ook wordt: we zijn sowieso voorlopig nog niet af van glyfosaat. Zo zit het in voedsel dat we kopen in de supermarkt, in de grond en ook in de lucht die we inademen (zie kader).
Het zit in de lucht, het water, de bodem én in ons voedsel
Ook de Wageningse hoogleraar Violette Geissen maakt zich al langer zorgen om het gebruik van pesticiden, en dan vooral over wat we niét weten. Zo is weinig bekend over wat de combinatie tussen de verschillende pesticides doet met onze gezondheid en met de bodem. Geissen is projectleider van Sprint, een door de Europese Commissie gefinancierd onderzoek naar de gevolgen van pesticidengebruik.
Eerder zei ze tegen RTL Nieuws dat we 'permanent omgeven worden door een cocktail van pesticiden'. "In de lucht, in het water en in de bodem. Het zit ook in het eten dat we eten en het drinken dat we drinken." Zo wordt glyfosaat bijvoorbeeld aangetroffen in wijn die te koop is in Nederlandse supermarkten.
80 procent vervuild met pesticiden
Meer dan 80 procent van de Europese bodem bevat resten van pesticiden. Het meest aanwezig is glyfosaat en het belangrijkste afbreekproduct AMPA (46 procent). Of dat te veel is? Dat weten we niet: er zijn geen grenswaarden.
Schadelijk is het volgens de hoogleraar wel. Glyfosaat werkt als een antibiotica, legt ze uit. Het doodt nuttige schimmels en bacteriën in de bodem. De resten van glyfosaat doden mogelijk ook bacteriën in de longen en darmflora van mensen. Als dat zo is, vermindert dat onze weerstand en zijn we vatbaarder voor ziekten.
Een andere route waardoor mensen resten van glyfosaat binnenkrijgen, is via de lucht. Het bindt zich aan fijnstofdeeltjes. Zo verspreidt het zich overal door het land. "Je ziet het op de ramen en op de auto's, we ademen het in. Maar het wordt in monitoringprogramma's niet meegenomen."