Waarom we ons zorgen moeten maken over mazelen: 'Qua besmetting soort supercorona'
"De vraag is niet óf er ooit nog een uitbraak van de mazelen komt, de vraag is wanneer", zegt kinderarts Patricia Bruijning van het UMC Utrecht. In Nederland zijn nu 64 gevallen bekend van mensen met mazelen – vooral rond Eindhoven. "De laatste jaren is de poel van ongevaccineerde mensen flink gegroeid." Dat is zorgwekkend omdat het krijgen van mazelen grote gevolgen kan hebben.
Voor de huidige, plaatselijke mazelenuitbraak rond Eindhoven zijn twee aanwijsbare redenen. De eerste is de dalende vaccinatiegraad. Daardoor zijn relatief veel mensen vatbaar voor de mazelen.
Daarbij komt nog dat het alweer 10 á 11 jaar geleden is dat we voor het laatst een grote mazelenuitbraak hadden. Zo is het aantal ongevaccineerde mensen - alleen al door alle ouders die hun kinderen niet laten vaccineren - sindsdien jaar na jaar gegroeid.
Supercorona
Mazelen wordt veroorzaakt door een luchtwegvirus, net als corona of griep. "Alleen is mazelen qua besmettelijkheid een soort supercorona", zegt Bruijning. "Het wordt verspreid via dezelfde weg, namelijk via hoesten, niesen of praten. Mazelen is zo besmettelijk dat het mensen over langere afstand kan besmetten en het blijft lang in de lucht hangen. Zo kan iemand die bijvoorbeeld al vertrokken is uit de wachtkamer bij de huisarts het virus daar toch hebben achtergelaten."
Complicaties
Vroeger was mazelen een kinderziekte die eens in de twee jaar alle kinderen in Nederland besmette die het tot dan toe nog niet hadden gehad. "Het was een ziekte met een hoge ziektelast", zegt Bruijning daarover. "Veel kinderen werden in het ziekenhuis opgenomen, een klein aantal kinderen overleed en andere kinderen hielden er voor langere tijd complicaties aan over. Soms relatief onschuldig, zoals oorontsteking, maar soms ging het ook om bijvoorbeeld een longontsteking of hersenvliesontsteking. Het is een ziekte waarvan je liever niet hebt dat die rondgaat onder kinderen."
Er kwam een goede oplossing tegen de verspreiding van de mazelen – namelijk vaccinaties. Als je twee keer gevaccineerd bent, ben je daarna voor de rest van je leven goed beschermd. Daarmee is het ook gelukt om die tweejaarlijkse epidemie te doen verdwijnen. Toch steekt mazelen wereldwijd zo nu en dan nog steeds de kop op.
Iedereen die ongevaccineerd is, loopt bij een uitbraak evenveel risico om mazelen te krijgen, zegt Chantal Rovers, hoogleraar uitbraken van infectieziekten aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. "Dat kunnen heel jonge kinderen zijn, die nog niet aan de beurt zijn geweest voor een vaccinatie, maar ook iets oudere kinderen of volwassenen die om wat voor reden dan ook niet gevaccineerd zijn. Iedereen is er dan even vatbaar voor."
Rode huiduitslag
Opvallend feitje: in de leeftijdsgroep 1965-1975 lopen relatief veel mensen onbeschermd rond, vaak zonder dat ze zich daar bewust van zijn. "Veel van die mensen zijn niet meegenomen bij het Rijksvaccinatieprogramma dat in 1976 van start ging. Daarbij ging mazelen in die periode ook niet echt rond."
"Vroeger kreeg iedereen mazelen, maar vergis je niet", zegt Bruijning. "Het is een heel nare ziekte, die klachten aan de luchtwegen veroorzaakt, zoals hoesten en verkoudheid. De welbekende rode huiduitslag is ook heel typisch voor mazelen, net als een stevige griep die er vaak bij komt kijken. Complicaties komen bij 1 op de 8 tot 1 op de 10 patiënten voor, maar ook zonder complicaties kun je er heel ziek van worden."
Nu het aantal besmettingen met mazelen toeneemt, moet de overheid extra maatregelen nemen, adviseert het Outbreak Management Team (OMT) van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM).
Het OMT adviseert verder om extra vaccins in te kopen en om vaccinatie toegankelijker te maken, om de vaccinatiegraad te verhogen. Daarbij adviseert het OMT dat broertjes en zusjes van kinderen met mazelen niet naar het kinderdagverblijf mogen gaan tot het einde van de incubatietijd. Dat is de periode waarin ze besmet zouden kunnen zijn maar nog niet ziek zijn geworden. Die duurt bij mazelen ongeveer twee weken. Het OMT adviseert ook om groepen binnen een kinderdagverblijf bij een besmetting zo veel mogelijk van elkaar te scheiden.