Hoe je buurt een rol speelt in het risico op hart- en vaatziekten

Mensen die wonen in buurten met veel ongezonde eetgelegenheden en weinig mogelijkheden hebben om elke dag te wandelen of te fietsen, hebben een groter risico op hart- en vaatziekten. Dat blijkt uit grootschalig onderzoek van het UMC Utrecht en Amsterdam UMC.
Volgens de onderzoekers is het risico voor bewoners van zulke buurten bijna 5 procent hoger dan voor mensen die wonen in de gezondste buurten. Op bevolkingsniveau betekent dat duizenden extra gevallen van hart- en vaatziekten in Nederland. Het onderzoek richtte zich op het verband tussen de directe leefomgeving en het risico op hart- en vaatziekten.
"We hebben gekeken naar hoe de omgeving mensen stimuleert of juist belemmert om gezond te leven", legt Paul Meijer, onderzoeker bij UMC Utrecht, uit. "We onderzochten bijvoorbeeld het aantal fastfoodrestaurants, cafés en supermarkten in de buurt, maar ook of mensen gemakkelijk lopend of fietsend naar hun werk, familie of vrienden kunnen. Daarnaast keken we naar de aanwezigheid van groen- en sportvoorzieningen, die mensen juist stimuleren om te bewegen."
Hoe hoger de score, hoe ongezonder
De onderzoekers gebruikten een speciale index die aan elke buurt in Nederland een score toekent van 0 tot 100. Een hogere score betekent meer ongezonde eetopties en minder mogelijkheden om te bewegen; een lagere score duidt op een gezondere leefomgeving.
Voor het onderzoek zijn gegevens van meer dan 4,4 miljoen volwassenen uit de CBS-databanken gekoppeld aan informatie over de voorzieningen en infrastructuur rond elk woonadres. Vervolgens is gekeken wie in een periode van 14 jaar hart- en vaatziekten ontwikkelde. "Mensen die wonen in de meest ongezonde buurten hebben bijna 5 procent meer kans om binnen 10 jaar een hart- of vaatziekte te krijgen", zegt Meijer. "Dat lijkt weinig, maar op stedelijk of landelijk niveau telt dat flink op. In een stad van 500.000 inwoners gaat het om honderden extra gevallen binnen 10 jaar."
Belang voor preventie
Carlijn van Aalst, gezondheidswetenschapper van het Erasmus MC, en niet betrokken bij dit onderzoek, is blij met het uitvoerige onderzoek. "Dit soort onderzoek is belangrijk voor het verbeteren en voorkomen van hart- en vaatziekten, al zijn het geen gemakkelijke studies", zegt Van Aalst.
Ook Annemarie Koster, universitair hoofddocent en onderzoeker bij de Universiteit Maastricht, prijst het onderzoek. "Het is een goed en gedegen onderzoek, en mooi dat er 4,4 miljoen Nederlanders zijn meegenomen over zo'n lange periode. Die 5 procent lijkt klein, maar de impact op bevolkingsniveau kan wel daadwerkelijk substantieel zijn", zegt Koster.
De overheid investeert een hoop geld om ons gezonder te laten eten. Toch is dat niet zo makkelijk als dat lijkt. In de onderstaande video leggen we uit hoe dat komt:
Het onderzoek is complex, omdat het niet om één enkele factor gaat, maar om een samenspel van invloeden: van infrastructuur tot sociaal-economische omstandigheden.
Fysieke omgeving belangrijker dan gedacht
In dit onderzoek lag de nadruk op de fysieke omgeving, zoals looproutes, sportvoorzieningen en eetgelegenheden. Meijer: "Wat opvalt is dat het belangrijker is dat mensen elke dag naar hun school of werk kunnen lopen of fietsen dan of er sportgelegenheden in de buurt zijn." Blijkbaar zet het elke dag een beetje bewegen meer zoden aan de dijk dan het één keer in de week sporten. En niet iedereen gaat sporten, terwijl van een goed wandelpad naast een drukke weg iedereen gebruik kan maken.
Uit eerdere onderzoeken was al duidelijk dat ook de luchtkwaliteit in iemands woonomgeving van invloed is op de gezondheid. Slechte lucht kan het risico op hart- en vaatziekten verhogen. Meijer zegt: "Maar over de invloed van de gebouwde omgeving wisten we nog weinig. In deze index hebben we de luchtkwaliteit niet meegenomen, omdat we hier vooral geïnteresseerd waren in de fysieke aspecten van de omgeving. Maar we hebben in dit onderzoek wel rekening gehouden met de mogelijke invloed van luchtvervuiling door ervoor te corrigeren."

Koster mist in het onderzoek nog het perspectief van bewoners zelf. "Dat die snackbar om de hoek staat, hoeft nog niet te betekenen dat je er ook daadwerkelijk naartoe gaat. En natuurlijk ben je niet de hele dag in je woonomgeving, je komt ook op andere plekken. Dat maakt dit type onderzoek lastig: je brengt de omgeving zo goed mogelijk in kaart, maar niet het daadwerkelijke gebruik ervan."
In vervolgonderzoek willen de wetenschappers daarom ook factoren als stress, armoede, bevolkingsdichtheid en beschikbaarheid van speelvoorzieningen verder meenemen.
Naar een hittekaart van gezondheid
In 2022 werd al onderzocht in welke wijken in Nederland de omstandigheden het ongezondst zijn. Die gegevens zijn ook voor dit onderzoek gebruikt. Uit die cijfers bleek dat de Pesthuiswijk in Leiden het ongezondst uit de bus kwam, terwijl de gezondste wijk te vinden was in Harderwijk (Stadsdennen-Zuidwest).
Meijer hoopt binnenkort met een nog gedetailleerdere kaart te komen dan die op buurtniveau.
Hieronder zie je de zogeheten obesogene index (OBCT) van 20 plaatsen in Nederland. Hoe hoger de score, hoe meer de omgeving bijdraagt aan overgewicht. Er zijn 17 omgevingsfactoren meegenomen, zoals het aantal fastfoodrestaurants, sportfaciliteiten, fietspaden en groen:
Je hebt niet alle cookies geaccepteerd. Om deze content te bekijken moet je deaanpassen.
"Zo kunnen we precies zien wat de ongezondste plekken zijn en welke omgevingen het grootste risico opleveren", vertelt hij. "Dat geeft gemeenten en beleidsmakers de kans om gericht actie te ondernemen. Door bijvoorbeeld meer wandel- en fietspaden aan te leggen of door gezondere eetopties te stimuleren. Zo draagt een gezonde leefomgeving bij aan een gezondere samenleving. Want het lijkt nu alsof je een keuze hebt, maar door die omgevingsfactoren heb je dat eigenlijk niet."
