EU-kandidaten Oekraïne en Moldavië zijn blij, maar zullen geduld moeten houden
Jarenlang was het onbespreekbaar, maar nu zijn Oekraïne en Moldavië toch kandidaat-lid van de Europese Unie. Zowel voor- als tegenstanders van uitbreiding van de Europese Unie zijn sceptisch. Eén ding is zeker: het gaat nog wel even duren voordat deze landen écht lid zijn.
"Ik denk dat het, gezien de penibele situatie waarin ze zitten, een hele goede beslissing is geweest om deze landen het kandidaat-lidmaatschap van de EU te geven", zegt PvdA-Europarlementariër Thijs Reuten. Hij is momenteel in Moldavië, waar een paar dagen geleden de champagneflessen nog werden ontkurkt.
Het is volgens Reuten meer dan een hoopvolle boodschap, want de onderlinge verbanden zijn hiermee versterkt. "Maar het betekent niet dat deze landen op korte termijn ook echt lid worden en dat weten ze zelf ook."
Sceptici
De Europese Unie worstelt al tijden met haar uitbreidingsbeleid. "Zowel voor- als tegenstanders beginnen hun argumentatie bij het feit dat Nederland een klein land is met een open economie", zegt Hans Vollaard, politicoloog aan de Universiteit van Utrecht. Hij deed onderzoek naar Europese integratie en eurosceptici.
"De ene groep zegt dan: we moeten als klein land juist verbonden zijn met andere economieën, terwijl de sceptici bij uitbreiding naar arme landen zich afvragen: wat biedt het ons? En zeker in het geval van Oekraïne wat een groot land is, waardoor Nederland minder macht krijgt. Het bevestigt sceptici in hun standpunt dat de EU doelbewust Nederland als rijk land uitbuit, terwijl het ook voor ons indirect voordelen heeft als andere economieën in Europa het goed doen. Daarnaast zien voorstanders de toevoeging van deze landen als een verdediging van de Europese waarden en een tegenwicht aan Rusland."
Bij eurosceptici is er ook de angst over de democratische waarden van de landen die willen toetreden. Vaak wordt dan verwezen naar Roemenië en Bulgarije, die eigenlijk nog niet aan alle eisen voldeden toen ze lid werden.
Identiteit
Nederland staat binnen de EU bekend als één van de landen die niet zo happig zijn op uitbreiding. "Het is ook een kwestie van identiteit", zegt Vollaard. "Willen we bijvoorbeeld wel met Bulgaren en Oekraïners in één Unie zitten? We voelen ons daar minder mee verbonden dan met andere landen. Het is ook letterlijk verder weg. En dat gevoel van verbondenheid is wel belangrijk als je geld met elkaar deelt."
Reuten: "Tegen al die sceptici zou ik willen zeggen dat ook vóór de oorlog Oekraïne al snelle stappen nam om bijvoorbeeld corruptie aan te pakken. Ja, er zijn nog steeds problemen, maar het hoofdprobleem is nu dat dit land nu in oorlog is en we moeten ze nu helpen die oorlog te winnen."
Daarnaast vindt Reuten dat de EU intern moet hervormen. De lidstaten hebben nu een vetorecht, waardoor het in de praktijk soms lastig is om met 27 landen gezamenlijk besluiten te nemen. Het gebeurt te vaak dat individuele lidstaten de boel blokkeren. Besluitvorming op basis van de meerderheid van stemmen zou volgens hem beter werken.
Een andere groep sceptici wil juist heel graag dat de Europese Unie uitbreidt, maar heeft er weinig vertrouwen meer in dat dat gaat gebeuren.
Het plotselinge kandidaat-lidmaatschap van Oekraïne en Moldavië lijkt een klap in het gezicht van landen die al jaren in de wachtkamer van de EU zitten en maar niet tot een volgende stap komen. Voor ieder land zijn er verschillende redenen waarom dat zo is, maar de gemeenschappelijke factor lijkt te zijn dat het toetredingsproces in de huidige vorm niet voldoende functioneert.
Turkije is bijvoorbeeld al sinds 1999 kandidaat en Noord-Macedonië sinds 2005. Daaruit blijkt wel dat toetreding een moeizaam proces is, zegt de Servische Srdjan Cvijic, analist op het gebied van externe relaties van de EU. "We hebben een lange weg achter ons liggen. Een weg waarin we veel hoop hadden, maar nog meer teleurstellingen. Met afgelopen week als absoluut hoogtepunt."
Teleurstelling
Cvijic heeft het niet zozeer over het kandidaat-lidmaatschap van Oekraïne en Moldavië, maar vooral over het feit dat tijdens dezelfde top EU-leiders geen enkele handreiking leken te doen naar de zes landen op de Westelijke Balkan.
"Voer de nodige hervormingen door en jullie kunnen lid worden was de belofte", zegt Cvijic. "Maar die belofte wordt niet nagekomen." Cvijic verwijst onder andere naar Albanië en Kosovo die alles hebben gedaan wat is gevraagd en naar Noord-Macedonië dat zelfs haar naam veranderde om lid te kunnen worden.
Ook Reuten is enorm teleurgesteld in hoe de EU zich afgelopen decennia heeft opgesteld richting de Westelijke Balkan. "Juist daarom ben ik nu hier in Moldavië", zegt Reuten. "Omdat we Moldavië en Oekraïne vanaf het begin van dat toetredingsproces moeten bijstaan en we moeten voorkomen dat we dezelfde fouten maken als dat we op de Balkan deden. Ik begrijp ook wel dat niet iedereen dolenthousiast is, maar niets doen als EU is op termijn veel ernstiger en ontwrichtend."
Teleurstelling kan ertoe leiden dat landen steeds minder zin hebben om überhaupt bij de EU te horen. Ook zorgt het ervoor dat landen op de Westelijke Balkan zich meer richten tot bijvoorbeeld China en Rusland, zowel op voor politieke als economische steun. "Dat zou niet gebeuren als de EU actiever was in de regio", meent Cvijic.
Hervorming is nodig
Momenteel lijkt het toetredingsproces eerder politiek en symbolisch dan dat het door regels wordt bepaald. Volgens Cvijic is de geloofwaardigheid van de EU, als het gaat om het uitbreidingsproces, op een historisch laag punt en als er niets verandert, staat Oekraïne eenzelfde teleurstelling te wachten. Is er dan helemaal niets meer te redden? Dat wel, maar daarvoor zijn wel hervormingen nodig.
Samen met andere analisten schreef Cvijic een advies. Toetreden zou bijvoorbeeld nog meer in fases kunnen en de EU zou landen direct kunnen belonen als ze bepaalde criteria halen. "Maar het belangrijkste is dat we af moeten van het vetorecht in dit proces. Nu kunnen individuele lidstaten uitbreiding blokkeren, terwijl een grote meerderheid voor is."
Volgens Reuten is een nauwe samenwerking nodig, waarbij goed gekeken moet worden per land wat er nodig is om de democratische waarden te versterken. "Het is niet nodig om de procedure te veranderen. Het is helder wat we van de landen en hun leiders verwachten. Maar de EU moet wel haar afspraken nakomen, dat is waar het afgelopen jaren aan ontbrak."