Twintig grote katachtigen dood door vogelgriep in wildpark Washington
In de Amerikaanse staat Washington zijn in een opvangpark voor wilde dieren 20 grote katachtigen overleden na een besmetting met vogelgriep. Onder de dode dieren zijn onder andere een Bengaalse tijger en meerdere poema's.
Onder de overleden katachtigen zijn een Bengaalse tijger en vier poema's, schrijft de BBC na berichtgeving in The New York Times.
Het gaat verder om een caracal, twee Canadese lynxen, een geoffreykat, en Bengaalse kat, een Euraziatische lynx, vier rode lynxen (bobcats) en vijf servals. Het Wild Felid Advocacy Center of Washington heeft er zelf ook over geschreven op de eigen Facebook-pagina. "Deze tragedie hakt er bij onze medewerkers diep in, en we rouwen allemaal om deze schitterende dieren."
De dieren raakten in november besmet en overleden tussen eind november en half december, volgens directeur Mark Mathews. "Normaal overlijden onze dieren alleen van ouderdom. Dit is een verwoestend virus."
Volgens het bericht van het dierenpark begint een besmetting met milde symptomen, maar kan de ziekte zo snel toeslaan dat katachtigen al binnen 24 uur overlijden aan symptomen die lijken op een sterke longontsteking.
Mutaties van het vogelgriepvirus zorgen de laatste jaren vaker voor besmettingen bij andere dieren. Zo werden pinguïns op Antarctica massaal het slachtoffer, overleed een walrus op Spitsbergen, gingen zwanen in Kazachstan dood en bezweek een ijsbeer in Alaska.
Inmiddels zijn er ook mensen besmet geraakt met vogelgriep, bijvoorbeeld in Amerika waar het virus door koeien op mensen was overgedragen. In Amerika zijn sinds april van dit jaar 61 besmettingen vastgesteld bij mensen. Over het algemeen ervaren mensen milde symptomen.
Er zouden nog geen mensen besmet zijn geraakt door andere mensen, maar dat risico bestaat wel als het virus zich verder muteert. Daarover leggen we in deze video meer uit: