Tientallen doden na droneaanval op vluchtelingenkamp in Soedan

In Soedan zijn bij een aanval en drones en artillerievuur op een vluchtelingenkamp in de regio Darfur ten minste 60 doden gevallen. In het Afrikaanse land woedt al twee jaar een bloedige burgeroorlog.
Volgens een lokale groep gaat het om een vluchtelingenkamp in de stad Al-Fashir. Dat is de hoofdstad van de regio Darfur. Het verzetscomité van Al-Fashir sprak van een bloedbad en riep de internationale gemeenschap op in te grijpen.
Al-Fashir is ook een van de weinige steden in de regio die nog in handen zijn van het regeringsleger. Dat vecht al twee jaar een oorlog uit met strijders van de RSF, die de stad al maanden belegeren. De plaats is van groot strategisch belang voor de strijdende partijen.
Goudmijnen
De paramilitaire groep RSF kwam voort uit de Janjaweed-milities. De groep wordt beschuldigd van etnisch geweld tegen niet-Arabische bevolkingsgroepen.
De BBC schreef eerder dat het regeringsleger van Soedan de Verenigde Arabische Emiraten beschuldigt van hulp aan de RSF, en van droneaanvallen op steden die nog in handen zijn van het leger. De RSF heeft de controle over meerdere goudmijnen in Soedan en zou dat goud naar de VAE zou exporteren.
In de belegerde stad raken de voorraden snel op voor de bevolking van nog zo'n 400.000 mensen. In augustus kwamen bijvoorbeeld meer dan 60 mensen om door ondervoeding.
Humanitaire crisis
Ook het geweld kost veel levens. In september kwamen bij een aanval op een moskee in de stad zeker 78 mensen om het leven. In april kwamen 400 mensen om bij aanvallen. Eerder deze week was een kraamkliniek nog doelwit, daarbij vielen zeker acht slachtoffers. In totaal zijn er in het land al tienduizenden doden gevallen door het geweld.
De Verenigde Naties noemen het conflict in Soedan de grootste humanitaire crisis ter wereld, hulporganisaties de vergeten oorlog. Naast alle doden zijn ook ruim 2 miljoen Soedanezen verdreven en gevlucht. Ook heerst er hongersnood.
Afgelopen vrijdag zei de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de Verenigde Naties, Volker Türk, nog 'geschokt' te zijn door de recente moordpartijen op burgers. Hij benoemde ook 'etnisch gemotiveerde standrechtelijke executies'. "Ze blijven doorgaan met het doden, verwonden en verdrijven van burgers, en met het aanvallen van burgerobjecten, waaronder ziekenhuizen en moskeeën, met totale minachting voor het internationaal recht."
De 22-jarige Omnia vluchtte voor de oorlog naar Nederland. In deze video vertelt ze haar verhaal:
