Atlantische Oceaan warmer door gebrek aan wolken, experts blijven bezorgd
De sterke opwarming van het noordelijke deel van de Atlantische Oceaan vorig jaar kan worden verklaard doordat er veel minder lage bewolking was boven een aantal gebieden. Dat concluderen onderzoekers in Science. Het maakt wetenschappers niet minder bezorgd. "We zijn bezig met een ongecontroleerd en gevaarlijk experiment."
Experts stonden een tijdlang voor een raadsel: hoe kan het dat het oppervlaktewater in de Atlantische Oceaan ineens zoveel sterker opwarmt dan gedacht? Allerlei mogelijke verklaringen deden de ronde, zoals het weerfenomeen El Nino en een vulkaanuitbarsting. Maar een deel van de temperatuurstijging bleef onverklaard.
Nu is er meer duidelijkheid: een gebrek aan laaghangende wolken boven de oceaan. Daardoor wordt er minder zonlicht weerkaatst, en gaat er meer zonnewarmte het oceaanwater in.
Satellietmetingen
Laaghangende wolken zijn wolken op een tot twee kilometer hoogte. Door het analyseren van satellietmetingen hebben de onderzoekers geconcludeerd dat er vooral minder lage wolken waren op gematigd noordelijke breedtegraden en in de tropen.
Maar wat de onderzoekers nog altijd niet begrijpen, is waardóór er minder bewolking was. En ook niet of dit een tijdelijk fenomeen is, of dat er vanaf nu vaker minder lage wolken zullen zijn.
Dat wolken en wittere oppervlakten zonlicht weerkaatsen wordt het 'albedo-effect' genoemd. Dit speelt vooral een grote rol bij het smelten van de ijskappen en ook bij het zee-ijs op de Noordpool. Als er minder ijs is, kan zonnestraling het aardoppervlak beter bereiken, en gaat de warmte hier direct de oceaan in.
In onderstaande video wordt uitgelegd hoe dat zit.
"Is dit een kantelpunt naar structureel minder bewolking? Dat is eigenlijk de grote vraag", zegt Erik van Sebille, hoogleraar oceanografie en klimaatwetenschap van de Universiteit Utrecht. Hij werkte niet mee aan het onderzoek, maar constateert dat het een gedegen publicatie is.
Geschrokken
"Vorig jaar schrokken we ons als oceanografen een hoedje", zegt Van Sebille terugkijkend, "toen we zagen dat de oceaan zo snel zo veel warmer werd. Het gaf een heel onprettig gevoel, omdat we niet snapten wat er gebeurde. We weten natuurlijk dat het klimaat verandert, maar de snelheid waarmee is van belang, want dan weten we hoeveel tijd we hebben om ons aan te passen."
Ook Sjoerd Groeskamp van het NIOZ, het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee op Texel, vindt het een verhelderend onderzoek. "Deze studie laat zien dat een veranderde albedo, dus reflectie van zonlicht, het deels kan verklaren. Vooral rond de tropen en net ten noorden daarvan, voornamelijk in de Atlantische Oceaan, is er minder reflectie door wolken."
Het gebrek aan wolken kan worden veroorzaakt door wat 'natuurlijke variabiliteit' wordt genoemd, legt Van Sebille uit. "Dan vallen alle puzzelstukjes net een bepaalde kant op, waardoor er in die gebieden veel minder bewolking was." Meer onderzoek zal moeten uitwijzen of dit het geval was.
Er kan ook sprake zijn van een nieuwe trend, wat dan ook kan betekenen dat de opwarming van de aarde sneller gaat. In ieder geval is de Atlantische Oceaan nu nog altijd warmer dan normaal, gemiddeld ongeveer één graad, en in sommige gebieden meer dan twee graden.
Meer regen
Ook de Noordzee is op dit moment twee graden warmer dan gemiddeld in begin december. De warme oceaan heeft ook gevolgen voor het weer in Nederland. 2023 was het warmste en natste jaar in ons land sinds het begin van de metingen.
Dat het vorig jaar zoveel regende, komt voor een belangrijk deel door die hoge zeewatertemperaturen. Het water in de oceaan verdampt, en komt in de lucht terecht. Die lucht is sowieso al warmer en warme lucht kan meer waterdamp bevatten, zo’n 7 procent per graad opwarming.
Nederland is sinds het begin van de metingen al 2 à 3 graden opgewarmd, dus dat betekent heel wat meer vocht. En dat regent er op enig moment ook weer uit.
Gevaarlijk experiment
"We zijn bezig met een ongecontroleerd en gevaarlijk experiment, door maar CO2 in de atmosfeer te blijven pompen", zegt Van Sebille. "Als de opwarming sneller zou gaan, zou dat ook betekenen dat we al het klimaatbeleid en alle klimaatplannen moeten aanpassen."
Groeskamp (NIOZ): "Zonder verder onderzoek zou ik voorzichtig zijn om de opwarming van het oppervlak van de oceaan volledig toe te schrijven aan minder wolken." In de oceaan kan de bovenste warme laag water volgens hem namelijk mengen met de koude lagen eronder.
"Door veranderde windpatronen en een toename aan gelaagdheid door opwarming, kan deze menging afnemen. Als gevolg daarvan kan de warmte zich ophopen in de bovenste laag. Dit effect kan ook voorkomen als er bijvoorbeeld weinig wind is."