Te nat: boeren worstelen met extreem weer, maar stoten zelf nog te veel broeikasgas uit
Boeren hebben steeds vaker last van weersextremen. Een meerderheid van de akkerbouwers zegt hierdoor vorig jaar inkomensverlies te hebben geleden. Tegelijkertijd blijft de landbouwsector zelf achter bij het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen.
De overheid moet daarom meer doen om boeren en tuinders te helpen bij het verduurzamen van hun bedrijfsvoering. Daarvoor pleit de Wetenschappelijke Klimaatraad (WKR) in een advies aan het kabinet.
Ten opzichte van andere sectoren, zoals de industrie en het verkeer, loopt de landbouwsector achter bij het halen van de klimaatdoelen. Boeren zijn verantwoordelijk voor 17 procent van de landelijke uitstoot. Het gaat hierbij vooral om CO2, methaan en lachgas. Eerder bleek al dat de agrarische sector het klimaatdoel voor 2030 niet haalt.
Stikstof
Het maatschappelijke en politieke debat over de landbouw gaat tot nu toe vooral over stikstof. Maar de sector heeft nog een andere uitdaging van formaat: het klimaat. De afgelopen twintig jaar is de uitstoot van broeikasgassen in de landbouw vrijwel niet gedaald.
"Politiek van links tot rechts, vertegenwoordigers binnen de sector, boeren zelf en ook burgers; iedereen is het erover eens: we moeten toe naar een duurzame land- en tuinbouw", schrijft de WKR. "Toch komt beleid hiervoor niet van de grond."
Een van de oplossingen volgens de WKR is een bijmengverplichting, net als bij benzine voor auto’s, maar dan voor melk. Bedrijven als Friesland Campina krijgen dan de verplichting om vanaf 2030 een bepaald percentage duurzaam geproduceerde melk te leveren.
Suikerbieten, aardappels, uien
"Iets dergelijks kan je ook instellen voor bijvoorbeeld suikerbieten, aardappels en uien", zegt voorzitter Jan Willem Erisman van de WKR. "En je kunt ook denken aan de variant dat je supermarkten gaat verplichten om een bepaald percentage duurzaam geproduceerde goederen te verkopen."
De WKR komt met een reeks aanbevelingen. Belangrijk is vooral dat boeren voor de langere termijn meer duidelijkheid krijgen. Duidelijkheid over aan welke doelen ze in de toekomst met hun bedrijf moeten voldoen, en duidelijkheid over de regelgeving.
"Je weet dat de landbouw niet van vandaag op morgen kan veranderen", zegt Erisman. "Kijk maar naar de mest-derogatie (uitzondering, waardoor boeren meer mest mogen uitrijden, redactie), daarvoor had tien jaar geleden al ander beleid ingezet moeten worden." Omdat dat niet gebeurd is, blijkt nu de oplossing voor het teveel aan mest extreem moeilijk.
Geen uitkoop van boeren
De Klimaatraad vindt dat bij de discussies over de toekomst van de landbouw te eenzijdig wordt gefocust op stikstof. Zo is het uitkopen van boeren geen oplossing die helpt voor het klimaat, omdat daarmee de bedrijfsvoering van boeren niet structureel verandert.
Wouter Peters, hoogleraar koolstofkringloop aan de Wageningen Universiteit en lid van de Klimaatraad: "We moeten daarnaast oppassen dat er nu geen keuzes worden gemaakt om het stikstofprobleem op te lossen, die later de oplossing van het klimaatprobleem in de weg zitten."
Daarbij doelt hij bijvoorbeeld op het verplaatsen van boerenbedrijven die nu te dicht bij kwetsbare natuur liggen. "Die eenmaal verplaatst nog steeds bijdragen aan klimaatverandering en in gebieden terecht kunnen komen waar ze bijvoorbeeld meer last van verzilting kunnen krijgen."