Kinderopvang wordt stukken duurder voor lage inkomens, branche trekt aan de bel

Gezinnen met lage inkomens gaan volgend jaar honderden euro's meer betalen aan kinderopvang. De kosten van opvangorganisaties stijgen en zij verhogen daarom hun tarieven. Maar de vergoeding die ouders van de overheid krijgen, stijgt niet mee. Kinderopvangorganisaties trekken daarom aan de bel.
Ouders die hun kind naar de dagopvang, een gastouder of de buitenschoolse opvang brengen, krijgen te maken met twee tarieven. Allereerst het uurtarief dat de opvang rekent en dat zij zelf mogen bepalen. De overheid vergoedt een deel van deze kosten via de kinderopvangtoeslag.
De overheid stelt elk jaar het maximum uurtarief vast waarover ouders kinderopvangtoeslag kunnen krijgen. Dat toeslagtarief wordt veelal geïndexeerd om te compenseren voor de stijgende prijzen. Maar het kabinet kondigde afgelopen Prinsjesdag aan dit niet te doen in 2026, om zo jaarlijks ruim 250 miljoen euro te besparen.
Niet indexeren is onwenselijk besluit
In een brief die vandaag is gepubliceerd, verzoeken de branche- en belangenverenigingen in de kinderopvang de Tweede Kamer met klem om die maatregel ongedaan te maken.
Het was namelijk een onwenselijk besluit, schrijven zij. Kinderopvang moet immers betaalbaar en daarmee toegankelijk zijn. Vooral voor gezinnen met lagere inkomens, omdat kinderen in die kwetsbare positie extra baat hebben bij opvang.
Door de plannen van het kabinet wordt kinderopvang voor deze groep echter stukken duurder, meer nog dan voor gezinnen met modale en hogere inkomens. Kinderopvangspecialist Ed Buitenhek berekende dat een huishouden met een jaarinkomen van 20.000 euro netto twee keer zoveel aan kinderopvang kwijt kan zijn in 2026 en 2027.
Lagere inkomens betalen meer
Als dit gezin één kind heeft dat twee dagen per week naar de opvang gaat, betalen ze daar dit jaar zo'n 490 euro voor. Volgend jaar stijgt dat naar 951 euro. En in 2027, het jaar dat de kinderopvang nagenoeg gratis zou moeten zijn, betalen zij zelfs bijna 1000 euro.
Huishoudens die ruimer in de slappe was zitten, en kinderopvang prima zouden moeten kunnen betalen, profiteren wél in 2027. Een gezin met een jaarinkomen van 120.000 betaalt nu nog zo'n 5000 euro per jaar, maar ook zij betalen over twee jaar nog ongeveer 1000 euro.
Dat lagere inkomens niet minder gaan betalen, komt mede doordat de uurtarieven van kinderopvangorganisaties inmiddels hoger liggen dan het toeslagtarief van de overheid.
Ter illustratie: in 2024 was het maximale toeslagtarief voor de dagopvang 10,25 euro. Afhankelijk van je inkomen kreeg je daar tot 96 procent van vergoed. De ellende is dat het (gemiddelde) uurtarief van de opvangorganisaties vorig jaar al op 10,55 euro lag. Die 30 cent betaalde je sowieso zelf.
Dat is natuurlijk vervelend voor iedereen die opvang nodig heeft, maar extra belastend voor gezinnen met lagere inkomens. Zij hebben immers veel minder financiële speelruimte.
Dit jaar is het toeslagtarief verhoogd naar 10,71 euro, maar de opvangtarieven zijn ook hoger. Personeel, huisvesting en energie zijn duurder geworden, schrijven de kinderopvangorganisaties. Daarom moeten zij ook volgend jaar hun tarieven verhogen, of inboeten aan kwaliteit.
'Indexeer wel'
Om de prijsstijging voor ouders binnen de perken te houden, verzoeken ze de Tweede Kamercommissie die vandaag over de kinderopvang debatteert om het kabinet ertoe te bewegen de toeslagtarieven in 2026 wel te indexeren. "Daarmee wordt de betaalbaarheid en toegankelijkheid van kinderopvang voor alle ouders gewaarborgd, zonder dat kinderopvangorganisaties en ouders financieel in de knel komen."
In april 2023 besloot toenmalig minister van Sociale Zaken om de invoer van de (bijna) gratis kinderopvang uit te stellen naar 2027: