'Risico Nederlands bombardement met 70 burgerdoden was bekend'
Het bombardement met een Nederlandse F-16, waardoor in Irak in 2015 zo'n 70 burgerdoden vielen, was riskant. Nu blijkt dat Nederland voorafgaand aan de aanval al signalen had dat de explosie na het bombardement riskanter zou kunnen zijn dan was berekend.
Dat schrijven NRC en NOS op basis van een intern document dat Defensie gisteren openbaar maakte.
Het bombardement op Hawija
Vanaf oktober 2014 tot juli 2016 neemt Nederland voor het eerst deel aan een F-16-missie boven Irak en Syrië. Na publicaties van NRC en NOS blijkt dat Nederland verantwoordelijk is voor een bombardement op een bommenfabriek van IS in Hawija, Irak. 70 burgers komen om het leven.
Zowel Defensie als het Openbaar Ministerie hebben het bombardement onderzocht. Volgens Defensie zijn alle procedures gevolgd. Het OM vindt geen strafbare feiten. De toenmalige minister van Defensie,Jeanine Hennis, weet al in 2015 over de burgerdoden, maar geeft foute informatie aan de Tweede Kamer. Op 23 juni 2015 zegt ze dat er geen sprake is geweest van Nederlandse betrokkenheid bij burgerslachtoffers door luchtaanvallen in Irak.
Software berekent de kans op burgerslachtoffers
Door middel van zogenoemde 'CDE', Collateral Damage Estimate, wordt uitgerekend hoeveel nevenschade een bombardement kan veroorzaken. Het computerprogramma berekent ook de kans op burgerslachtoffers bij een aanval.
Volgens internationale afspraken mag een bombardement niet worden uitgevoerd als er ten minste één burgerslachtoffer valt.
Volgens de software zouden er bij het bombardement op Hawija geen burgerslachtoffers vallen. De software is echter niet in staat om uit te rekenen hoeveel schade een tweede explosie zou kunnen veroorzaken. Omdat het ging om het bombardement van een bommenfabriek, moest een schatting worden gemaakt. Die schatting werd gemaakt op basis van eerdere bombardementen van bommenfabrieken.
Meer nevenschade dan berekend
Uit die schattingen bleek dat de nevenschade groter zou zijn, maar nog altijd geen mensenlevens zou kosten. Dat staat in het interne document dat Defensie openbaar heeft gemaakt. Het document is verschenen dankzij een beroep van NOS en NRC op de Wet Openbaarheid van Bestuur.
70 burgerdoden
De schatting klopte niet. Meer dan 400 gebouwen raakten beschadigd, er vielen 70 burgerdoden en 100 anderen raakten gewond. De explosies in de bommenfabriek als gevolg van het bomardement verwoestten een volledige wijk.
Dat komt volgens Defensie omdat er veel meer munitie in de fabriek van IS aanwezig was dan vooraf werd gedacht. Defensie stelt echter dat alle procedures wel juist zijn gevolgd.
Dit gebeurde er in de zomer van 2015:
De nacht van 2 op 3 juni 2015
In de nacht van 2 op 3 juni bombardeert Nederland een bommenfabriek van IS bij de Iraakse stad Hawija. Door foute inlichtingen zijn meer bommen in de fabriek dan gedacht en zijn de ontploffingen groter.
4 juni 2015
Persbureau Reuters spreekt in een artikel voor het eerst over 'ongeveer 70 doden, inclusief burgers' bij een luchtaanval op een fabriek in Hawija.
9 juni 2015
Hennis wordt voor het eerst gebriefd over onderzoek naar de luchtaanval, waaruit naar voren komt dat het 'geloofwaardig' is dat er bij de luchtaanval ook burgerslachtoffers zijn gevallen.
15 juni 2015
Hennis ontvangt het definitieve onderzoek van CENTCOM, het Amerikaanse hoofdkwartier voor alle militaire missies in het Midden-Oosten. Nederland werkt hiermee samen tijdens de oorlog tegen IS. Ook in het definitieve onderzoek wordt het 'geloofwaardig' geacht dat er burgerslachtoffers zijn gevallen. Het aantal van 70 wordt niet genoemd.
23 juni 2015
Minister Hennis informeert vervolgens de Kamer verkeerd. In antwoorden op Kamervragen schrijft ze: "Voor zover op dit moment bekend is er geen sprake geweest van Nederlandse betrokkenheid bij burgerslachtoffers door luchtaanvallen in Irak."