Dialecten onder druk, maar bij Dorina en haar dochter zijn ze nog springlevend
De dochter van Dorina is nog maar 4 jaar oud. Maar ze spreekt nu al drie talen: Nederlands, Fries en het streekdialect Bildts. Een bewuste keus van haar ouders. "Zo geven we haar mee waar ze vandaan komt", zegt haar moeder. In hun gezin is het lokale dialect springlevend.
Maar dat is lang niet in alle gezinnen zo. Vandaag is het de Internationale Dag van de Moedertaal. Het is een dag die is uitgeroepen door Unesco om kleinere talen als cultureel erfgoed in leven te houden. Het belang van al die verschillende talen moet je volgens de organisatie niet onderschatten: die zorgen voor begrip van verschillen tussen etnische groepen.
Talen onder druk
Talen staan wereldwijd onder druk, onder meer doordat lang niet iedereen goed taalonderwijs krijgt. Ook in Nederland verandert de taal: dialecten vervagen of verdwijnen zelfs. Hoeveel mensen in Nederland dialect spreken, is niet te zeggen. Betrouwbare cijfers daarover ontbreken. Maar onderzoekers zijn het erover eens: het is stukken minder dan vroeger.
Dat heeft met onderwijs te maken: daar is minder aandacht voor het spreken en schrijven van dialect. Maar ook door verhuizingen en carrièrekansen vervagen de dialecten, zegt Marc van Oostendorp, hoogleraar en onderzoeker bij het Meertens Instituut.
Taalgrenzen minder strikt
"Waar je vroeger in elk dorp bijna een andere taal had, zijn die grenzen nu minder strikt geworden. Mensen spreken nu Achterhoeks en minder vaak Ruurlo's bijvoorbeeld. De kleine verschillen heffen zich langzaam op. Het wordt steeds meer regiotaal. Dat roept nostalgische gevoelens op bij velen."
Daar weet Ans als geen ander. De geboren Tilburgse woont al jaren in Zeeland. Maar afstand doen van haar dialect wil ze absoluut niet. "Ik koester het als iets bijzonders van vroeger. Ik merk dat ik soms tegen mezelf praat in het Brabants, dat vind ik lekker om te doen. Ik kan me soms makkelijker uitdrukken in het Brabants dan in het Nederlands. Maar met anderen praat ik wel ABN."
'Tas koffie'
Ze weet dat ook de Brabantse taal verandert, dat die minder plat wordt, dat sommige woorden verdwijnen. "Zo hadden we het vroeger over een 'tas koffie' in plaats van een 'kopje koffie'. Ik heb dat al zo lang niet meer gehoord. Maar ja, je kunt die ontwikkeling niet stoppen."
Ze hoopt dat het dialect nooit helemaal weggaat. "Het heeft met gevoel te maken. Ik voel me thuis als ik Brabants hoor. En ik herken het feilloos als mensen Tilburgs praten. Het heeft voor mij iets gemoedelijks. Alsof ik weer thuis ben."
Hoewel dialecten vervagen of sommige zelfs zullen verdwijnen, zullen ze wel altijd blijven bestaan. Daarvan is Jos Swanenburg, hoogleraar Diversiteit in Taal en Cultuur, overtuigd. Sterker nog: het Algemeen Beschaafd Nederlands is lang niet meer zo dominant als het vroeger was. "Je mag nu met zachte g op televisie praten. En als je zegt: 'doe de deur maar los', dan verraad je al dat je uit de omgeving van de Achterhoek komt."
Verbonden
Hij juicht dat toe. "Mensen voelen zich door die taal verbonden met elkaar, je hoort er dan bij. Lokale muzikanten als Daniël Lohues of bands als Normaal en Rowwen Hèze zijn niet voor niets al jaren ontzettend populair. Dialecten zijn belangrijk, daar mag best wat meer aandacht voor komen. Ze kunnen uitstekend bestaan naast het Nederlands."
Dorina is zich daar bewust van. De drie talen die ze haar 4-jarige dochter meegeeft, zijn soms best verwarrend. Op het kinderdagverblijf spreekt haar dochter Nederlands, met haar vader spreekt ze Fries en met haar moeder Bildts, de streektaal bij Sint Annaparochie.
Verschillen groot
De verschillen tussen die drie talen lijken klein, maar zijn duidelijk hoorbaar. Het woord 'vogel' is bijvoorbeeld in het Fries 'fûgel' en in het Bildts 'feugel'. Maar als haar dochter de woorden door elkaar haalt, vindt ze dat niet erg. "Als ze groter wordt, leert ze wel wat bij welke taal hoort. De basis krijgt ze in ieder geval van ons mee."