Het zoveelste rapport over problemen bij jeugdzorg, komt het ooit nog goed?
Het leek nog zo'n goed idee: de jeugdzorg toevertrouwen aan de gemeenten. Maar het gaat niet goed. Vandaag stuurt de SER een brief naar kabinetsinformateur Hamer. Wéér een adviesbrief, terwijl er al zoveel rapporten en brandbrieven liggen. Wat is er toch aan de hand met de jeugdzorg in ons land, en komt het ooit weer goed? Zes vragen over de jeugdzorg(problemen) in ons land.
1. Wat is er aan de hand?
In 2015 is de zorg gedecentraliseerd. De jeugdzorg en de zorg voor kwetsbaren kwam toen terecht bij gemeenten. Het idee was dat gemeenten de jeugdzorg efficiënter en daarmee goedkoper konden regelen.
Maar sindsdien bestaan er wachtlijsten van maanden of een jaar. Degenen die zorg hard nodig hebben zien continu andere hulpverleners, en na jaren van vertrouwen opbouwen met de hulpverlener, moet de behandeling toch weer veranderd worden omdat het budget op is of de kennis niet aanwezig.
Sinds deze decentralisering worden tientallen brandbrieven, rapporten en adviezen opgesteld. En elke keer is de conclusie: het gaat niet goed en dit gaat ten koste van kwetsbare kinderen. Het kost levens.
Nu zijn er in een maand tijd alweer drie brieven aan staatssecretaris Blokhuis en aan een nieuw te vormen kabinet geschreven.
De drie meest recente brieven over de jeugdzorg
20 april 2021. Eerst schreven de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ), Kinderombudsman, Nationale Ombudsman, Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) en Raad voor Volksgezondheid & Samenleving (RVS) een brandbrief. Deze organisaties maken zich zorgen over de complexe jeugdzorg. "Kinderen en gezinnen met problemen worden niet goed of te laat geholpen", schrijven zij in de brief.
17 mei 2021. Vervolgens volgde afgelopen week een jeugdzorgadvies van vakbond FNV. Hierin zeggen ze onder meer: verminder de druk, het is code zwart. "Zet hulpverleners, ouders en jeugd aan het roer in jeugdzorg", stellen zij.
18 mei 2021. Een dag later volgt de Inspectie Justitie en Veiligheid met haar Jaarbericht. Zij benoemen in het bericht de druk en tekorten in de zorg. "De jeugdzorg kent daardoor lange wachtlijsten", is te lezen in het rapport.
En dan volgt vandaag de derde brief van deze week. De Sociaal-Economische Raad (SER) komt met een advies aan kabinetsinformateur Hamer. De boodschap van de SER is: los dit op, grijp in en help deze kinderen.
2. Nu is er dus wéér een adviesbrief. Wat staat daar in?
Ja, de SER is vandaag met een nieuwe adviesbrief naar buiten gekomen. Hierin staat dat de SER vindt dat de jeugdzorg op korte termijn moet verbeteren. "Te veel kinderen en gezinnen met ernstige problemen wachten te lang op zorg", schrijft de raad.
Ze sommen de problemen op: kinderen en gezinnen moeten te lang wachten op zorg, jeugdprofessionals hebben een te hoge werkdruk, veel regels, baanonzekerheid en hoge lasten. Daarnaast kampen werkgevers met zowel financiële als personele tekorten, en kunnen de gemeenten op hun beurt geen grip krijgen op de uitgaven voor deze zorg.
De SER doet in de brief aanbevelingen die op zowel korte als lange termijn te realiseren zouden zijn.
3. Wie is er eigenlijk verantwoordelijk voor de jeugdzorg?
Voor 2015 werden jeugdzorginstellingen betaald door het rijk of de provincie, dit stond vast in de Wet voor de Jeugdzorg. Maar in 2015 ging deze regelgeving dus op de schop, en toen kwam de Jeugdwet. Sindsdien moeten zorginstellingen hun zorgkosten zelf voorschieten en declareren bij de gemeente waar de ouders van het kind in kwestie wonen. Ofwel: gemeenten werden verantwoordelijk voor de jeugdzorg.
In de Jeugdwet staat dat gemeenten verantwoordelijk zijn voor de provinciale (geïndiceerde) jeugdzorg, de gesloten jeugdzorg, geestelijke gezondheidszorg voor kinderen en jongeren (jeugd-ggz), zorg voor jeugd met een lichte verstandelijke beperking (jeugd-lvb), ggz in het kader van het jeugdstrafrecht (forensische zorg), jeugdbescherming en jeugdreclassering.
4. Wat is dan de rol van het ministerie?
Dat is eigenlijk simpel: hoeveel geld gemeenten kunnen besteden aan jeugdzorg, wordt besloten door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Toen de zorg in 2015 werd gedecentraliseerd, bezuinigde het ministerie flink op de jeugdzorg: wel 450 miljoen euro.
Maar er ontstonden daardoor grote tekorten en het water stond de gemeenten aan de lippen. Landelijk kwamen ze honderden miljoenen tekort, was te lezen in brandbrieven (mei 2019) van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en een groep van ongeveer 250 wethouders.
Daarna liet het kabinet weten flink meer geld vrij te maken voor de jeugdzorg. Dit was 420 miljoen euro in 2019, en voor 2020 en 2012 kwam daar jaarlijks nog eens 300 miljoen euro bij.
Minister Hugo de Jonge dacht dat het extra geld genoeg was om de tekorten in de jeugdzorg te dichten, maar ook nu wordt dus nog gesproken over financiële moeilijkheden binnen de jeugdzorg.
Daarom is er voor 2021 613 miljoen euro extra beschikbaar gesteld aan gemeenten voor de jeugdzorg. Het geld komt boven op de eerder genoemde 300 miljoen euro voor 2021. Ook ontvingen gemeenten eerder al bijna 100 miljoen euro uit steunpakketten voor jongeren in het kader van de coronacrisis. Samen gaat het dus om ruim 1 miljard euro
Met dit geld zou er ruimte komen om de crisiscapaciteit in de jeugd-ggz uit te breiden en wachttijden aan te pakken. Want die wachttijden zijn te lang, zei Charlotte Bouwman eerder al tegen RTL Nieuws. Zij wachtte ruim 800 dagen op psychische zorg, vertelt ze in onderstaande video.
5. Gaat er ook iets wel goed?
Sinds 2015 steeg het aantal kinderen en jeugd dat jeugdzorg nodig heeft, en daarnaast werden de wachtlijsten maar langer en langer. Maar afgelopen maand meldde het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) dat het aantal jongeren dat jeugdzorg kreeg, vorig jaar voor het eerst sinds 2015 daalde.
Vorig jaar kregen ongeveer 429.200 jongeren tot 23 jaar een vorm van jeugdzorg, dat zijn er ruim 14.300 minder dan in 2019. Goed nieuws dus.
6. Komt het ooit nog goed met de jeugdzorg?
Het lijkt alsof de rapporten, brieven en adviezen zich de afgelopen tijd alleen maar opstapelen, en dat is ook zo. Maar dat heeft ook een reden: er wordt een nieuw kabinet gevormd. Daarom worden brieven gericht aan staatssecretaris x en de kabinetsinformateur.
De adviezen en plannen zouden namelijk meegenomen kunnen worden in het regeerakkoord. Dat is ook de reden dat de SER de adviezen aanbiedt aan de kabinetsinformateur, laat een woordvoerder weten.
In de eerste evaluatie van de Jeugdwet (2018) stelde het Nederlands Jeugdinstituut al dat er meer tijd nodig is om de doelen van de wet te bereiken, maar voordat het schip keert, zijn we jaren verder.