Een 10 voor werkstuk in plat Limburgs, Finn vecht voor zijn dialect
"Je moet het zien als een stukje identiteit dat wordt afgenomen. Op mijn familie na spreekt bijna niemand meer mijn moedertaal." De 17-jarige Finn Heuts uit Brunssum wilde het Limburgse dialect onder de aandacht brengen. Hij besloot er een werkstuk over te schrijven, helemaal in het plat Limburgs. Het leverde hem een 10 op. "Het is doodzonde als het dialect verdwijnt."
"Bijna niemand in mijn omgeving praat Limburgs. Eigenlijk spreek ik het alleen nog thuis." Wanneer Finn vertelt over de aanleiding om te onderzoeken waarom het Limburgs steeds minder wordt gesproken, is al vrij snel duidelijk hoe belangrijk hij het vindt. "Ik heb 100 procent Limburgs bloed en baal er daarom behoorlijk van dat steeds minder jongeren het dialect spreken."
Het aantal mensen dat vloeiend Limburgs kan, is de afgelopen jaren drastisch afgenomen. Van de ouderen kan nog zo'n driekwart het, maar bij jongeren is dat nog maar helft.
Limburgs minderwaardig?
Finn merkte in zijn eigen jeugd dat de aandacht voor de taal afneemt. "Al op de peuterspeelzaal was Nederlands de voertaal. Maar juist op die leeftijd heb je de mogelijkheid om meerdere talen te leren en werkt het verrijkend. Dat ik daarna de rest van mijn leven overal Nederlands heb gehoord, geeft mij het gevoel dat het Limburgs minderwaardig is. Het staat niet gelijk aan het Nederlands."
Thuis spreekt Finn, die op dit moment eindexamen vwo doet, 'plat', zoals hij zijn eigen taal noemt. Zijn ouders hebben ervoor gekozen om hem met de Limburgse taal op te voeden.
Volgens hoogleraar en taalkundige Marc van Oostendorp speelt familie een belangrijke rol bij het verdwijnen van het dialect. "Veel ouders denken dat hun kinderen verder in het leven komen als ze in het Nederlands worden opgevoed. Maar dat is een misverstand, omdat het juist op jonge leeftijd belangrijk is om kinderen te leren hoe rijk de taal is. Als je ze een ruim taalaanbod aanbiedt, heeft dat ook positieve effecten op het Nederlands van hun kind." Een andere oorzaak is dat er meer verhuizingen zijn.
Prestatie van jewelste
Finn begon zijn werkstuk in het Limburgs, maar liep al snel vast. Bijna elk woord moest hij opzoeken. "Tijdens mijn inleiding ben ik al vroeg overgeschakeld naar het Nederlands. En met een lokale heemkundevereniging heb ik vervolgens doorgepraat over de juiste spelling in mijn regio, omdat deze per Limburgse plaats verschilt. Het tweede deel van mijn werkstuk heb ik wel direct in het Limburgs gedaan."
"Dat Finn uiteindelijk alles in het plat heeft geschreven, is een prestatie van jewelste", duidt taalkundige Van Oostendorp het werkstuk. "Schrijven in dialect is een stuk moeilijker dan spreken, omdat hij gewend is om woorden te horen. Daarnaast gaat het niet over een onderwerp waar hij het thuis aan de keukentafel over heeft, maar heeft hij onderzoek gedaan. Dan zijn de onbekende woorden in het dialect nog veel moeilijker."
Luister hier naar een stukje van 'Van doeëd dialek bis sjtandaardsjproak':
De reacties die Finn krijgt op zijn werkstuk noemt hij 'overweldigend', en die komen niet alleen van docenten en leerlingen. Ook honderden vreemden laten via sociale media weten hoe blij ze zijn dat er aandacht wordt besteed aan 'hun' Limburgs dialect.
Symbolische erkenning
"Wij Limburgers zijn trots op onze identiteit", zegt Finn. "Die identiteit moeten we behouden. Daarom wil ik dat leerlingen al op de basisschool les krijgen in het Limburgs. Nu doen ze af en toe een project, maar zit het niet in het standaard lespakket. In Friesland krijgen ze bijvoorbeeld wel onderwijs in het Fries."
In tegenstelling tot het Limburgs is het Fries de enige erkende standaardtaal in Nederland. Dit betekent dat officiële communicatie in het Fries mag worden gevoerd, zoals bijvoorbeeld in de rechtbank of op school. Wel is de Limburgse taal in de jaren '90 erkend in het Europees Handvest, maar vooral symbolisch.
"Die erkenning betekent eigenlijk niet zoveel", legt Van Oostendorp uit. Nadat de Friezen in de 19de eeuw zich als eerste hadden hardgemaakt voor hun taal, heeft dat geresulteerd in bijvoorbeeld financiering van taalonderwijs. "Maar als dat voor alle dialecten wordt gedaan, is het einde misschien wel zoek. Als de overheid het Limburgs zou financieren, gaan mensen zeggen dat dat ook voor bijvoorbeeld het Brabants en Zeeuws moet. Dat zou veel geld kosten."
Eigen keuze
"Daarnaast is het lastig om te bepalen hoe erg het is als een dialect verdwijnt of verwatert. Als het erg zou zijn, zou het namelijk niet gebeuren. Ouders die hun kinderen geen dialect leren, vinden dat blijkbaar niet belangrijk genoeg. Maar het is wel jammer als het gedachteloos gebeurt, omdat mensen niet beter weten."
"Daarom wil ik dat er op school in elk geval aandacht aan wordt besteed", zegt Finn. "Als kinderen de Limburgse taal leren, kunnen ze later tenminste zelf kiezen of ze het blijven spreken of niet."