Stemgedrag onderzocht

Stad en platteland stemmen steeds verschillender: 'Risico op onbestuurbaar land'

Door RTL Nieuws··Aangepast:
© Rob Voss/RTL NieuwsStad en platteland stemmen steeds verschillender: 'Risico op onbestuurbaar land'
RTL

Er is een flinke kloof in stemgedrag tussen inwoners van stad en platteland. De verschillen zijn bij voorgaande verkiezingen alleen maar gegroeid en de verwachting is dat die trend bij de komende verkiezingen niet stopt. Een zorgelijke ontwikkeling die kan leiden tot een onbestuurbaar land, zeggen experts.

Oud of jong, arm of rijk, hoog- of laagopgeleid: iedereen denkt anders over hoe en door wie het land bestuurd moet worden. Leeftijd, opleiding en inkomen zijn medebepalend voor je politieke voorkeur. Maar niet overal in het land is de bevolking gelijk verdeeld en dat veroorzaakt grote regionale verschillen in stemgedrag.

Dat blijkt uit onderzoek van RTL Nieuws. De onderzoeksredactie analyseerde verkiezingsuitslagen van duizenden stembureaus in 2012 en 2017, en combineerde deze met kenmerken van de wijken waar zij in stonden.

Lang verhaal kort

  • RTL Nieuws onderzocht verschillen in stemgedrag tussen ruim 2500 Nederlandse wijken.
  • Die verschillen zijn groot tussen arm en rijk, stad en platteland en op het gebied van leefbaarheid. De kloof tussen stad en platteland is gegroeid.
  • Dat is problematisch volgens deskundigen, want de verschillen dreigen besluitvorming op belangrijke thema's onmogelijk te maken.
  • In dit artikel kun je zien hoe gemiddeld of afwijkend je eigen wijk is.

Stad of platteland: 36 zetels verschil

Als in 2017 alleen de mensen uit de meest stedelijke wijken hadden mogen stemmen, dan had op maar liefst 36 van de 150 zetels een andere partij gezeten dan wanneer de dunstbevolkte wijken het voor het zeggen zouden hebben.

Bij de verkiezingen in 2012 was het verschil nog 31 zetels. Daarmee is de kloof tussen stad en platteland de afgelopen verkiezingen gegroeid.

Je hebt niet alle cookies geaccepteerd. Om deze content te bekijken moet je deaanpassen.

Deskundigen noemen de resultaten interessant. Vooral de toename van verschillen tussen stad en platteland kan problematisch worden, stelt hoogleraar bestuurskunde Caspar van den Berg van de Rijksuniversiteit Groningen.

"Een beetje verschil is helemaal niet erg, maar je moet wel uitkijken dat die verschillen niet te veel oplopen. Te grote regionale ongelijkheid is niet goed voor de stemming in het land. Als men in een deel van het land een heel andere kijk heeft op waar het naartoe moet, wat belangrijk is, dan in een ander deel van het land, dan bemoeilijkt dat het besturen van Nederland en de nationale eenheid."

Gevoel van achterstelling

Voor een belangrijk deel zijn de verschillen volgens Van den Berg te verklaren doordat de samenstelling van de bevolking anders is. Zo zijn inwoners van steden vaker hoger opgeleid en jonger dan inwoners op het platteland. "We weten dat die factoren voor een groot deel bepalend zijn voor het ontwikkelen van je politieke voorkeur."

Maar daarnaast krijgen gebieden buiten de steden ook niet altijd de aandacht die zij verdienen en heerst in sommige plattelandsgebieden een gevoel van achterstelling, zegt de hoogleraar.

Windmolens en cultuursubsidies

Zo ging vorig jaar meer dan de helft van de 21 miljoen euro uit het nationale Fonds voor de Podiumkunsten naar initiatieven uit Amsterdam. In heel Noord- en Oost-Nederland samen kreeg maar één gezelschap subsidie. En veel zonneparken en windmolens die het hele land een duurzame toekomst moeten geven, maar waarvan vrijwel niemand ze graag in zijn achtertuin wil, zijn gepland in de dunstbevolkte gebieden.

Wat als alleen arme of juist rijke wijken mochten stemmen?
Lees ook

Wat als alleen arme of juist rijke wijken mochten stemmen?

Van den Berg: "Uiteindelijk zijn het ook de plattelandsgebieden die heel veel bijdragen aan het succes van de BV Nederland. Waar wordt ons voedsel geproduceerd? Waar wordt onze energie opgewekt? Waar gaat iedereen graag naartoe om van rust en ruimte te genieten? Dat gebeurt allemaal op het platteland. Dus het is ook terecht dat we daar met zijn allen in blijven investeren om dat ook aantrekkelijk en goed te houden."

Kabinet van de leefbare wijken

Niet alleen tussen stad en platteland, maar ook binnen steden zijn er verschillen. Tussen arme en rijke wijken is een verschil van 33 zetels. En ook tussen de meest en minst leefbare wijken is sprake van een flinke kloof in stemgedrag. Zo zou de coalitie van VVD, D66, CDA en ChristenUnie in 2017 in de meest leefbare wijken maar liefst 27 zetels meer krijgen dan in de wijken met de meeste problemen.

Sociaal geograaf en journalist Floor Milikowski ziet dat er in Nederland gescheiden werelden ontstaan. "Talent, kennis, kapitaal en diensten bewegen moeiteloos tussen Amsterdam, Londen, Singapore en New York, maar verplaatsen zich steeds minder makkelijk tussen bijvoorbeeld Amsterdam en Emmen, Geleen, Delfzijl of Terneuzen."

'Te weinig aandacht voor alle delen van het land'

Milikowski onderzocht de verschillen en schreef er een boek over: 'Een klein land met verre uithoeken'. Volgens de sociaal geograaf is het belangrijk dat er meer aandacht is voor een gezonde en vitale economie in alle delen van het land. Dat moet zorgen voor werkgelegenheid, welvaart en toekomstperspectief voor kinderen. 

"Het kan verder verval tegengaan en zorgen voor nieuw elan op plekken waar alles de laatste decennia minder is geworden. Niet iedere regio hoeft een Silicon Valley te zijn, maar iedere regio moet wel worden ondersteund bij het benutten van de economische mogelijkheden die er zijn. Dat is de afgelopen decennia veel te weinig gebeurd."

Volgens Milikowski moet er ook binnen steden en regio's gekeken worden naar verschillen. "Het is van cruciaal belang om te investeren in de minst leefbare wijken van het land en om kansarme groepen te ondersteunen bij het vinden van aansluiting bij de hedendaagse economie."

© ANP

Verwachting: verder groeiende kloof

Bij de komende verkiezingen zal duidelijk worden of de verschillen kleiner of groter zijn geworden. De voortekenen zijn alvast niet rooskleurig. Zo concludeerde het Sociaal Planbureau al dat de samenleving dreigt te splijten als gevolg van de coronacrisis, die bestaande verschillen vergroot.

De aanhoudende trek van jonge, hoogopgeleide mensen naar de stad en krimp en vergrijzing op het platteland leiden er ook toe dat de bevolkingssamenstelling van stad en platteland verder uiteen gaat lopen. Veel mensen in de grootstedelijke gebieden denken anders over thema's als klimaat, immigratie en Black Lives Matter dan mensen op het platteland.

Professor Van den Berg verwacht mede daarom dat na 17 maart de bestaande verschillen nog zichtbaarder zullen worden. "De onderliggende oorzaken van deze verschillen zijn de afgelopen jaren eerder sterker dan zwakker geworden. Het ligt dus niet voor de hand dat de komende verkiezingen deze ontwikkeling zullen keren."

Dus moet in Den Haag volgens de hoogleraar meer aandacht komen voor de verschillen. "Om het land bij elkaar te houden en breed gedragen besluiten te kunnen nemen bij grote opgaven zoals het klimaat of de toekomst van de landbouw."

Apeldoorn Zuidwest: Nederland in het klein

Waar het stemgedrag tussen wijken flink uiteenloopt, zijn er ook altijd wijken die qua stemgedrag heel dicht bij dat van Nederland als geheel liggen. Om die te vinden, moeten we niet in de grote steden zijn, noch op het dunbevolkte platteland.

Daarvoor moeten we naar het midden van het land. Om precies te zijn naar Apeldoorn. Het stemgedrag van de wijk Zuidwest verschilt namelijk het minst van de werkelijke uitslagen van de Tweede Kamerverkiezingen in 2012 en 2017. Ook de wijken Ridderveld in Alphen aan den Rijn en Ribbelt - Stokhorst in Enschede scoren dichtbij het landelijk gemiddelde.

Je hebt niet alle cookies geaccepteerd. Om deze content te bekijken moet je deaanpassen.

Verantwoording

Dit verhaal is gebaseerd op een uitgebreide data-analyse van verkiezingsresultaten van voorgaande Tweede Kamerverkiezingen. Hiervoor zijn de resultaten van alle stembureaus in zowel 2012 als 2017 verzameld bij de Kiesraad en waar nodig bij gemeenten.

Van alle stembureaus is gekeken in welke wijk deze staan conform de indeling van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Mobiele stembureaus zijn buiten beschouwing gelaten. Van alle wijken waar minimaal 1 stembureau stond – ruim 2500 in totaal – zijn statistieken toegevoegd over de mate van stedelijkheid (CBS), leefbaarheid (Leefbaarometer) en inkomen (CBS).

De wijken zijn vervolgens per categorie in 5 gelijke groepen verdeeld. Per groep is telkens een alternatieve uitslag berekend die gebruikt is voor de vergelijkingen. Hier lees je welke gegevens precies zijn gebruikt en hoe de verschillen zijn berekend.

Lees meer over
Rijksuniversiteit GroningenTweede KamerverkiezingenNederlandse politiek