Mira wil nooit meer in een grote stad wonen: 'Het is nu stiller in mijn hoofd'
In deze wekelijkse rubriek vertellen mensen over iets dat zij 'nooit meer' willen meemaken, nooit meer willen doen of juist nooit meer willen laten. Deze week: door de gezelligheid, drukte en diversiteit woonde Mira Saia (48) jarenlang met veel plezier in Rotterdam. Tot de stad haar tegen ging staan en ze drie jaar geleden naar een Brabants dorp verkaste: "Tijdens het wandelen hoorde ik het voorbij razende verkeer en rook ik de uitlaatgassen."
"Het is gek om te merken dat ik de stad helemaal niet mis en dat ik er blijkbaar echt klaar mee was. Als ik nu in Rotterdam kom, denk ik: wat een mensenmassa, wat een drukte… Als ik vroeger over de Van Brienenoordbrug de stad binnenreed, voelde dat als thuiskomen. Dat was echt mijn ijkpunt. Nu is dat als ik in de verte Den Bosch zie liggen. Dan rijd ik verder, door de weilanden en landerijen waar de paarden en koeien staan. Dát is nu voor mij thuiskomen. Ik had niet verwacht dat het landelijke leven zo snel zou wennen."
"Mijn jeugd bracht ik door in Dordrecht, waar ik beschermd ben opgegroeid. Daarna vertrok ik om in Den Haag te studeren, waar ik als jonge meid in de Schilderswijk kwam te wonen. Een enorme overgang natuurlijk, maar ik vond het allemaal prima. Tijdens mijn studie ontmoette ik mijn eerste man, een Rotterdammer. Na mijn afstuderen vertrok ik met hem naar de Maasstad.
Het duurde even voordat ik daar mijn draai kon vinden. Een tripje naar New York bracht daar verandering in. In die grote metropool voelde ik me meteen thuis, en ik vond de mensen er zo aardig en open. Toen dacht ik: dat ga ik thuis ook doen. Dus ik werd opener, knoopte gesprekjes aan in de supermarkt. Daar kreeg ik leuke reacties op en dat zorgde ervoor dat ik me fijner ging voelen in Rotterdam."
Heel senang aan de Maas
"Uiteindelijk heb ik er ruim vijfentwintig jaar gewoond, in de wijk Bergpolder. Binnen die wijk ben ik een paar keer verhuisd, maar ik wilde wel per se in die buurt blijven. Ik woonde daar altijd in appartementen met een klein balkon. Het bruisende van Rotterdam vond ik heerlijk, zeker in het centrum. De Koopgoot, de Coolsingel, de Bijenkorf: overal waren veel mensen en dat vond ik aantrekkelijk. Net als het enorme aanbod aan winkels, bioscopen, restaurants en theaters. En ik liep vaak langs de Maas, die een bepaalde geur heeft waardoor ik me heel senang voelde.
De diversiteit aan mensen vond ik ook leuk. In mijn omgeving woonde alles door elkaar: jong en oud, in alle kleuren van de regenboog. Er kwamen daar steeds meer leuke lunchtentjes en cafeetjes, die een levendige en gezellige sfeer met zich meebrachten. Met mijn honden ging ik vaak wandelen in het Kralingse bos. Inmiddels was ik gescheiden, en tijdens het uitlaten van mijn honden ontmoette ik mijn huidige vriend. Een geboren Rotterdammer met wie ik nu vier jaar samen ben."
"Een paar jaar geleden begon het toch te knagen bij ons. Ik had zeker twee keer per jaar last van een bijholte- en voorhoofdsholteontsteking, wat vreselijk pijnlijk was. Mijn kno-arts zei toen dat ik in een van de slechte steden in Nederland woonde wat betreft de concentratie aan fijnstof in de lucht, en dat kon die ontstekingen veroorzaken. Toen ik erop ging letten viel het me inderdaad op dat er op mijn ramen vaak een zwarte laag stof zat, zelfs aan de binnenkant."
Snakken naar meer rust en stilte
"Ook merkte ik dat ik veel ruis in mijn hoofd had. Mijn appartement was omringd door doorgaande wegen en de A20 hoorde ik door het enkele glas heen overal, ondanks de geluidswal. Er was altijd verkeersgeluid, alsof er constant een afzuigkap aanstond. Zelfs als ik met de honden in het bos ging wandelen, die bijna nergens los konden lopen, hoorde ik het voorbij razende verkeer en rook ik de uitlaatgassen.
Ook mijn vriend snakte naar meer rust en stilte. En wat ook meespeelde, was dat zijn jongste zoon bij zijn ex in het Brabantse Uden woonde, vlakbij Schijndel. Daar kwamen we geregeld om hem op te halen of naar zijn voetbalwedstrijden te kijken, en ik vond het een heerlijke, groene omgeving. Dus toen mijn vriend opperde om daar een woning te gaan zoeken, merkte ik dat ik geen weerstand voelde, maar juist nieuwsgierigheid."
"We werden in onze zoektocht naar een nieuw huis aangenaam verrast door de prijzen. Waar ik in Rotterdam voor een appartement van zestig vierkante meter iedere maand dertienhonderd euro aan huur moest ophoesten, vonden we in Schijndel een prachtig appartement van maar liefst tweehonderd vierkante meter met groot balkon in een voormalig klooster, waar we elfhonderd euro voor moesten betalen. Ik was meteen verkocht toen ik de woning zag. En ik voelde dat ik de stap wel aandurfde. Qua werk ben ik flexibel. Met mijn bedrijf ondersteun ik ondernemers, met mijn laptop kan ik overal aan de slag.
Natuurlijk vond ik het spannend om Rotterdam te verlaten. Daarom was het fijn en laagdrempelig om voor een huurhuis te kiezen. We namen de woning met het idee dat we het een jaar zouden proberen. Daarna konden we altijd weer teruggaan als het ons niet beviel."
'Het was een verademing om onze auto hier gewoon voor de deur te kunnen zetten, zonder parkeervergunning.'
"Ik weet nog dat ik drie jaar geleden afscheid nam van mijn oude appartement. Even liep ik door de lege ruimtes en bedankte ik het huis. 'Bedankt en tot ziens', zei ik ook tegen de stad toen we Rotterdam uitreden. Maar moeite om te wennen had ik niet. Mijn oude huis was een jaren 30-woning en dat geldt ook voor ons huidige appartement. Dezelfde sfeer, dus de overgang voelde vertrouwd."
Geen held in fileparkeren
"Het was een verademing om onze auto hier gewoon voor de deur te kunnen zetten, zonder parkeervergunning. In Rotterdam was het altijd zoeken naar een parkeerplek, vaak belandde ik op ruim vijf minuten lopen van mijn huis, en ik ben geen held in fileparkeren. Los van het parkeren is het vooral de rust en het groen die ons hier zo goed bevallen. De stilte is zo fijn.
Heel vaak zeggen mijn vriend en ik tegen elkaar hoe heerlijk we het hier hebben. Ik ben ook zo dankbaar dat wij de lockdowns niet in mijn kleine appartement in de drukke stad hebben meegemaakt, maar hier in het dorp. We konden elke dag naar buiten, lekker met de honden naar het bos waar je amper mensen tegenkomt. Als ik nu naar buiten kijk, zie ik groen in plaats van stenen. En daar geniet ik echt van."
"Ik ben best een aparte verschijning met mijn kaalgeschoren hoofd en tatoeages. Dus ik viel wel op hier in het dorp, maar iedereen was lief en geïnteresseerd. Ik ken best veel inwoners hier en we hebben nieuwe vrienden gemaakt. Mensen zwaaien naar mij vanaf de fiets en maken een praatje op straat. Ik dacht altijd dat ik de anonimiteit van de stad fijn vond, maar ik merk nu dat ik het juist prettig vind dat mensen mij hier kennen. Ik voel me meer gezien."
Droom: huisje aan het bos
"Ook een groot pluspunt is dat ik sinds onze verhuizing nooit meer last heb gehad van mijn eczeem of een holteontsteking. En zonder al dat lawaai van buiten is het stiller in mijn hoofd geworden. Ik kan me veel beter concentreren en daardoor is de omzet van mijn bedrijf gegroeid. Het liefst zouden we nóg landelijker willen wonen, ik droom van een huisje aan het bos. Ons oorspronkelijke plan om het hier een jaar aan te kijken en dan misschien terug te verhuizen, is echt van de baan. Ik ga nooit meer in een grote stad wonen."
Wil je geen aflevering van deze rubriek missen? Klik dan op de Nooit Meer-tag hieronder en vervolgens linksboven op 'Volgen'.
Nooit meer?
Wil jij ook je verhaal kwijt en vertellen wat je 'nooit meer' wil meemaken, doen of juist laten? We zijn benieuwd naar jouw verhaal. Mail ons op weekendmagazine@rtl.nl