Nooit meer

Stijn wil nooit meer stotteren: 'Elke dag werd ik gepest, uitgelachen en geslagen'

Door Anne Broekman··Aangepast:
© privéfotoStijn wil nooit meer stotteren: 'Elke dag werd ik gepest, uitgelachen en geslagen'
RTL

In deze wekelijkse rubriek vertellen mensen over iets dat zij 'nooit meer' willen meemaken, nooit meer willen doen of juist nooit meer willen laten. Deze week: al vanaf zijn eerste woordjes was Stijn Raijmakers (23) een extreme stotteraar. Op school werd hij hierdoor enorm gepest. Tegen alle verwachtingen in kwam Stijn later toch van het stotteren af.

"Ik weet nog goed dat ik als jochie in de kring zat voor het klassengesprek, iets waar ik sowieso een grondige hekel aan had. Alle kinderen vertelden over wat ze in het weekend hadden gedaan. Mijn beurt kwam steeds dichterbij, van het idee kreeg ik het al warm.

Toen ik het woord kreeg, waren alle ogen op mij gericht. Mijn gezicht werd vuurrood. Ik probeerde iets te zeggen, maar ik blokkeerde helemaal. Het lukte me gewoon niet om woorden te vormen in mijn mond. Toch probeerde ik het. Maar ik ging zo hard doorduwen, dat de spieren in mijn gezicht verkrampten. Ik kreeg daardoor last van grimassen. Nóg meer reden voor mijn klasgenoten om mij uit te lachen."

Marij wil nooit meer een operatie aan haar ogen: 'Ik kon niet werken, autorijden, niets'
Lees ook

Marij wil nooit meer een operatie aan haar ogen: 'Ik kon niet werken, autorijden, niets'

"Het stotteren begon vanaf het moment dat ik kon praten. Als klein kind was ik erg stil. Ik zei weinig tot niets, en als ik iets zei, kwam het er haperend uit. Ook trok ik grimassen tijdens het praten. Vanaf mijn derde ging ik wekelijks naar een logopediste waar ik oefeningen deed, later kreeg ik ook huiswerk mee. Stotteren kan erfelijk bepaald zijn: mijn moeder had er als kind een beetje last van, net als mijn broertje. Maar bij mij was het extreem, door het stotteren was ik onverstaanbaar. Letters en klanken waren al moeilijk voor mij, laat staan hele zinnen of verhalen.

Als ik gespannen was, werd het stotteren nog erger. Ik had ook moeite om mijn naam en woonplaats te zeggen. Overigens is dat niet uniek, bijna iedere stotteraar vindt het lastig om zijn eigen naam uit te spreken. Trouw deed ik de logopedie-oefeningen, maar het hielp allemaal niets. Ik ben voor onderzoeken in tig ziekenhuizen geweest bij verschillende deskundigen die dachten dat ze mij konden helpen. Maar het maakte allemaal niets uit, ik bleef hevig stotteren."

Meteen de pispaal

"Toen ik tien was, verhuisde ik met mijn ouders en broertje naar een andere woonplaats. Toen ik me voorstelde aan mijn nieuwe klas, ging het al mis. Natuurlijk begon ik weer te stotteren, en daardoor werd ik meteen als pispaal gekozen. Ik was anders, ook omdat ik een stoornis in het autistische spectrum heb. Kinderen kunnen zo gemeen zijn. Het begon zogenaamd als plagen, maar het was ronduit pesten.

Elke dag werd ik gepest, uitgelachen, opgewacht en in elkaar geslagen. Op school waren er pestprotocollen, maar daar werd niets mee gedaan. De leraren hadden er totaal geen grip op. Hoe vaak mijn ouders ook aan de bel trokken, het pesten bleef doorgaan. Ik had wel een paar vriendjes, tot die gingen meelopen met de rest. In de klas zat ik helemaal alleen vooraan, omdat niemand naast me wilde zitten. En in de pauzes maakte ik me zo klein mogelijk en zat ik alleen in een hoekje."

"Meestal begon ik te huilen als ik werd gepest, uit onmacht omdat ik niets kon terugzeggen. Maar thuis kwamen al het verdriet en de frustraties eruit als een bom. Dan huilde, schreeuwde en schold ik. Gek genoeg lukte vloeken wel vloeiend, net als zingen en rappen. In groep acht heb ik bij het eindoptreden een heel stuk probleemloos gerapt, terwijl ik er niet aan moest denken om ook maar één woord 'gewoon' te zeggen."

Jaren van vruchteloze logopedie

"Het pesten maakte me onzeker, mijn zelfvertrouwen was nul. En dat kreeg nog een extra deuk toen ik op mijn dertiende – na tien jaar logopedie – van mijn logopediste hoorde dat ze niets meer voor mij kon doen. Ik moest volgens haar het stotteren maar accepteren. Die woorden sloegen de grond onder mijn voeten vandaan. Al die tijd had ik gehoopt op een oplossing, en nu hoorde ik dat die er niet was. Ik was daar echt kapot van.

Een paar maanden later was ik aan het googelen naar informatie om een spreekbeurt over stotteren te houden. Ik kon me er niet zomaar bij neerleggen, er moest toch iets tegen te doen zijn? Zo stuitte ik op een filmpje van het Jeugdjournaal met een jongen die ook ernstig stotterde en daarvoor een methode genaamd Del Ferro had geprobeerd. Je zag hem praten op dag één, hevig stotterend. Daarna op dag vijf – al stukken beter. En op dag tien praatte hij vloeiend. En dat terwijl ik al jaren vruchteloze logopedie achter de rug had. Ik besloot het ook te gaan proberen."

"Met mijn ouders ging ik naar een open middag van het instituut. Daar zag ik andere jongeren, net zo onzeker als ik. En in die volle zaal moest uitgerekend ik naar voren komen. Shit, nu sta ik weer voor gek, dacht ik. De trainster zette haar handen op mijn ribben en vroeg me diep adem te halen en mijn naam te zeggen. Terwijl ik dat deed, duwde zij mijn ribben rustig naar binnen zodat mijn middenrif niet kon haperen – dat is namelijk wat stotteren veroorzaakt. 'Ik ben Stijn Raijmakers', zei ik vloeiend. Mijn ouders kregen tranen in hun ogen."

Opnieuw leren praten

"Daarna ben ik het tiendaagse groepstraject gaan volgen. We begonnen de ochtend met onder andere ademhalingsoefeningen om het middenrif vloeiend te laten bewegen. Dat stotteren niet tussen de oren zit maar iets lichamelijks is, gaf me vertrouwen, want je lichaam kun je trainen. In de middag werden we eropuit gestuurd. Dan gingen we naar een cafeetje of het station om te oefenen met het bestellen van een drankje of de conducteur om informatie te vragen. Deze oefeningen hielpen om mijn zelfvertrouwen op te bouwen, ook omdat ik merkte dat het praten steeds beter ging en steeds meer complimenten kreeg.

Toen ik na de cursus thuiskwam, ging ik verder met mezelf uitdagen. Elk weekend ging ik naar de bakker om brood te halen. Het voelde alsof ik een operatie had gehad en moest revalideren. Ik leerde opnieuw praten, en dat lukte. Eindelijk. Voor het eerst kon ik zeggen dat ik Stijn was, en voor niemand bang. Dat gevoel was onbeschrijfelijk, haast als een oerkracht."

"Hoewel ik van het stotteren af was en daarna een leuke tijd had op de middelbare school, was mijn pestverleden een groot trauma geworden. Het pesten achtervolgde me nog steeds, ik kreeg er regelmatig flashbacks van. Langzaam raakte ik in een depressie en vorig jaar werd ik opgenomen op een gesloten afdeling. Daar werd ik volgestopt met medicijnen. In die tijd overleed mijn opa, en omdat ik op een gesloten afdeling zat kon ik niet eens naar zijn uitvaart.

Ik zag geen uitweg meer en deed begin dit jaar een zelfmoordpoging door mijn polsen door te snijden. Gelukkig werd ik op tijd gevonden. Ik bouwde de medicijnen af en krabbelde langzaam uit het dal. Nu woon ik op mezelf met begeleiding en dat gaat hartstikke goed. Op de littekens op mijn pols heb ik de spreuk 'Alleen rust kan je redden' laten tatoeëren. Dit was een vaste uitspraak van mijn overleden oma, en op moeilijke momenten brengt het me ook daadwerkelijk rust."

Heb jij vragen over zelfmoord?

Stichting 113 Zelfmoordpreventie: bel 113 of 0800-0113 (gratis), of anoniem via de chat op de website 113.nl 

24 uur per dag bereikbaar, 7 dagen per week

"Over al mijn ervaringen heb ik het boek 'Alleen rust kan je redden' geschreven dat in juni 2022 uitkomt. Hiermee wil ik mensen helpen en inspireren. Tegen mij werden er verschillende dingen gezegd in de trant dat ik nooit iets zou bereiken, zoals dat ik nooit op mezelf zou wonen en nooit van het stotteren zou afkomen, maar zie hoe ver ik ben gekomen.

Elf maanden geleden balanceerde ik op het randje van de dood, nu zit ik vol plannen en ambities voor de toekomst. Graag wil ik als ervaringsdeskundige spreken op universiteiten en hbo-opleidingen over mijn autisme en stotteren. En op scholen over de impact van pesten."

Feestje van elke dag

"Ik ben er nog niet helemaal, maar ik ben goed op weg. Ik ben een veel sterker mens geworden en heel trots op mezelf. Nooit meer zal ik stotteren, en nooit meer wil ik zo diep zitten dat ik mijn leven wil beëindigen. Ik ben ontzettend dankbaar. Van elke dag probeer ik een feestje te maken, omdat ik er nog ben."

Wil je geen aflevering van deze rubriek missen? Klik dan op de Nooit Meer-tag hieronder en vervolgens linksboven op 'Volgen'.

Nooit meer? 

Wil jij ook je verhaal kwijt en vertellen wat je 'nooit meer' wil meemaken, doen of juist laten? We zijn benieuwd naar jouw verhaal. Mail ons op weekendmagazine@rtl.nl

Lees meer over
Nooit meerStotterenPesten