Kamer wil huurbescherming voor kind na overlijden ouders
Een ruime meerderheid in de Tweede Kamer steunt de initiatiefwet van VVD, GroenLinks, ChristenUnie en BBB, die moet voorkomen dat weeskinderen na het overlijden van hun ouders dakloos worden. Donderdag begint de Kamer aan de behandeling van het voorstel om deze weeskinderen huurbescherming te geven. Nu al is duidelijk dat die bescherming er ook echt gaat komen.
De initiatiefnemers kunnen zeker rekenen op de steun van D66, CDA en PvdA en SP en daarmee is sprake van een zeer ruime Kamermeerderheid.
Volgens de initiatiefwet moeten kinderen na het overlijden van hun ouders tot hun 28e levensjaar kunnen blijven wonen in de huurwoning waar ze zijn opgegroeid. Het gaat dan specifiek om sociale huurwoningen van woningcorporaties. Als de kinderen onder de 23 jaar zijn moeten ze een huurverlaging krijgen. Verder moeten corporaties een passende, vervangende huurwoning aanbieden zodra de kinderen 28 worden.
Verruiming
Een aantal partijen gaat bij de behandeling van de initiatiefwet aandringen op een verruiming. Zo willen D66 en SP het liefst dat de wet gaat gelden voor alle huurwoningen, ook die van particuliere eigenaars. ''Het is natuurlijk gek als particuliere eigenaren kinderen wel op straat mogen zetten als beide ouders van een kind zijn overleden'', zegt SP-Kamerlid Sandra Beckerman.
D66-Kamerlid Faissal Boulakjar zet daarnaast vraagtekens bij de leeftijdsgrens van 27 jaar. ''Er zijn voorbeelden van kinderen die vijf of zes jaar mantelzorg aan hun ouders hebben gegeven en ouder zijn dan 27. Die mensen zouden ook in de huurwoning van hun ouders moeten kunnen blijven''.
Voorbeelden
VVD-Kamerlid Daniel Koerhuis snapt de gedachtengang, maar wijst er op dat in de praktijk alleen voorbeelden bekend zijn van weeskinderen, die door woningcorporaties uit huis zijn gezet na het overlijden van hun ouders. ''Het vorige kabinet heeft geprobeerd hiervoor een regeling te treffen, maar niet alle corporaties vonden dat ze daaraan gebonden waren. Daarom zijn wij samen met het initiatief gekomen om het wettelijk te regelen''
Koerhuis werd getriggerd door het verhaal van de toen 21-jarige Sammy-Jo die uit de woning van haar ouders moest toen haar vader overleed. Het bleek onmogelijk het contract op haar naam te laten zetten, ondanks een verklaring van haar vader op camera, dat hij dat graag wilde.
Schrijnend
Ook ChristenUnie-Kamerlid Pieter Grinwis kent schrijnende gevallen. ''Toen ik nog raadslid was in Den Haag kwam ik jongeren tegen bij het Leger des Heils. Ik hoorde dat ze op straat waren gezet na het overlijden van hun ouders en dus dakloos waren. Dat moet niet kunnen''.
Grinwis kan er mee leven als de wet wordt verruimd naar alle huurwoningen. Hij onderschrijft echter het verhaal van Koerhuis, dat er geen cases bekend zijn van kinderen die uit particuliere huizen zijn gezet na de dood van hun ouders. ''Dat weten we omdat we nauw hebben opgetrokken met belangenorganisatie WeesWijzer''