Lijkgeur in de straat, tekort aan alles in Soedan, toch wil Harmen liefst terug
Het staakt-het-vuren in Soedan werd dit weekend wéér geschonden. In het Oost-Afrikaanse land woedt al bijna twee maanden een bloedige machtsstrijd tussen het leger en de paramilitaire groepering RSF. Uitzicht op verbetering is er niet. Op sommige plekken wordt de situatie met de dag slechter. Toch wil de gevluchte Harmen Sas zodra dat kan weer terug.
Tijdens het 24 uur durende staakt-het-vuren leek het afgelopen zaterdag relatief rustig in Khartoem. Maar een teken dat het de goede kant op gaat, is het niet, zegt Soedan-expert Anette Hoffmann van Clingendael: "Er werd wel degelijk gevochten. Met name in het westen van het land wordt de situatie per dag slechter, ook tijdens dat staakt-het-vuren."
Het is de zoveelste wapenstilstand die niet gerespecteerd wordt sinds het uitbreken van de gevechten half april. De situatie in het land is erbarmelijk, ziet ook hulpverlener Harmen Sas, die kort na het uitbreken van het conflict terug naar Nederland vluchtte. Veel van zijn Soedanese collega's bleven achter.
'Achter mijn bureau zit nu een plunderaar'
"Afhankelijk van in welk deel van het land ze wonen, kunnen ze nog hulp verlenen aan de mensen die op de vlucht zijn." En dat is nodig, want er is een tekort aan vrijwel alles in Soedan. "Drinkbaar of schoon water is bijvoorbeeld een groot probleem. Eten is er maar mondjesmaat, want handelsroutes liggen zo goed als plat. En het gebrek aan medicijnen is problematisch. Bij de meeste ziekenhuizen kun je nu niet terecht."
Van zijn achtergebleven collega's hoort hij over beschietingen en plunderingen. "Ook ons eigen kantoor in de hoofdstad is in bezit genomen door een van de strijdende partijen", zegt Sas. "Strijders gebruiken het om te overnachten en hun telefoons op te laden. Het is bizar om te bedenken dat achter jouw oude bureau nu een plunderaar zit."
Tegen dit soort geweldsincidenten is voor burgers te weinig bescherming, zegt Soedan-expert Hoffmann. "Zij lopen gevaar vanwege luchtaanvallen, maar vechtende partijen vallen ook woonwijken binnen en verkrachten en vermoorden daar inwoners. Ze willen huizen overnemen om bijvoorbeeld de luchtafweer daar op te bouwen."
Lijkgeur in de straten van Khartoem
Verder kampt Khartoem met een tekort aan plekken om overledenen naartoe te brengen, vertelt Hoffmann. "Er liggen veel lijken op straat: mensen die zijn omgekomen door kogels en bommen, maar ook door uitdroging. Het stinkt daardoor ontzettend in de stad, maar het vormt ook nog eens een groot risico op ziektes, omdat inwoners noodgedwongen proberen zelf mensen te begraven."
Mensen die de hoofdstad willen ontvluchten wordt het sinds kort nog moeilijker gemaakt, ziet onderzoeker Hoffmann: "We horen nu dat bussen, met name gevuld met vrouwen en kinderen die de stad proberen te verlaten, door de RSF gestopt en teruggestuurd worden. Zij willen die burgers daar houden om ze als menselijk schild gebruiken."
En er is nog een recente ontwikkeling in de stad die haar zorgen baart. "In de laatste dagen hebben we gezien dat er ook veel journalisten zijn opgepakt. Zij zijn een doelwit geworden. Het is in het belang van de generaals om die verschrikkelijke mensenrechtenschendingen buiten het oog van de media te laten gebeuren. En het lukt steeds beter in Khartoem."
Darfur: lange geschiedenis van geweld
Behalve rond Khartoem wordt ook in de regio Darfur, in het westen van Soedan, heftig gevochten. Behalve de eerder genoemde strijdende partijen, zijn daar ook nog andere milities actief. In die regio is de situatie het ergst op dit moment, zegt Soedan-expert Hoffmann.
Darfur is al getekend door een conflict van zo'n 20 jaar geleden. Rebellen namen het op tegen regeringstroepen. De regering in Khartoem reageerde met een militaire campagne die later volgens het Internationaal Strafhof neerkwam op genocide. Door de staat gesteunde Arabische milities, die berucht waren onder de naam Janjaweed, werden beschuldigd van wijdverbreide moorden, verkrachtingen en andere wreedheden. Bij het conflict kwamen zo'n 300.000 mensen om het leven tussen 2003 en 2008. "De paramilitaire RSF die we vandaag zien vechten, plunderen en verkrachten is ontstaan uit de Janjaweed-militie die toen samen met het reguliere leger tegen de rebellen ging vechten", zegt Hoffmann.
Ondanks herhaalde vredesovereenkomsten is het conflict blijven sudderen, waarbij het geweld de afgelopen twee jaar is toegenomen. Toen de machtsstrijd uitbrak tussen het leger en de RSF in april, verspreidde het geweld zich al snel naar deze regio. "Mensen die het vreselijke geweld in Darfur nu kunnen ontvluchten, herkennen de brutaliteit en de vernietiging van de Janjaweed van toen."
Dat het conflict wordt opgelost is van groot belang, ook voor de rest van de wereld, benadrukt Hoffmann: "Het gaat om een land in een enorm instabiele regio. Een land dat al heel veel vluchtelingen heeft opgevangen uit andere landen. En waar nu ook weer veel mensen moeten vluchten, ook richting Europa. Daarnaast gaat dit conflict niet binnen de landsgrenzen blijven. De strijdende groepen die we naast die twee legers zien, zijn ook al actief over de grens, zoals in Tsjaad."
Op dit moment hebben strijdende partijen geen interesse om te stoppen met vechten. Eerdere onderhandelingen hebben nog weinig opgeleverd. Volgens Hoffmann moet de internationale druk omhoog. "We hebben doelgerichte sancties gezien van de VS, nu is het zaak dat andere landen zoals Canada en de Europese Unie volgen. En die sancties moeten ook strategisch zijn: er moeten consequenties zijn als westerse bedrijven zaken doen met gesanctioneerde bedrijven."
Ondanks de uitzichtloze situatie wil Sas, die sinds hij uit Soedan verhuisde op een Nederlands vakantiepark verblijft, weer terug naar Soedan. "We zijn nu plannen aan het maken over hoe dat eruit gaat zien. Terug naar Khartoem is nu geen optie. Ik probeer nu zelf weer een visum te krijgen om bij de collega's in het oosten van het land te komen."
"We willen graag terugkeren om het werk voort te zetten. We zijn veel van de mensen van Soedan gaan houden. Het voelt wel heel dubbel. Voor veel mensen kun je eigenlijk niks doen, behalve hopen en bidden."