De 5 spelregels van... carpoolen
Het wemelt van de ongeschreven regels in het leven. Wetmatigheden die niemand je vertelt, maar waar iedereen een mening over lijkt te hebben. In deze rubriek nemen we iedere week een situatie of gelegenheid onder de loep: hoe heurt het daar eigenlijk? Deze week: de vijf spelregels van carpoolen.
De situatie
Nu 500 kilometer file eerder regel is dan uitzondering, en je gerust een kwartier parkeerplaatspolonaise bij je reistijd kunt optellen, is het gouwe ouwe carpoolen helemaal zo gek nog niet. Maar hoe gedraagt een beste bijrijder zich? Markus van Tol, woordvoerder van de ANWB, helpt ons sociale opstoppingen voorkomen.
De spelregels
1. Buckaroos voor benzine
Of je nu samen instapt voor alle uitwedstrijden van FC De Paradijsvogels of iedere donderdag met elkaar naar de kantoortuin tuft, als meerijder zit je gebakken. Je profiteert (nee, nee, niet meteen zo negatief) van iemands wagen en goedheid, dus is het ook zo netjes om iets terug te doen. Carpool je structureel, dan kun je om de beurt rijden bijvoorbeeld, maar bij af-en-toetjes is het wel zo netjes om een duit in het zakje te doen. "Het bedrag hangt natuurlijk af van de afstand", legt ANWB’s Markus van Tol uit. "Maar met de helft van de benzinekosten kom je een heel eind."
2. Meezingen mag
Hét grote voordeel van carpoolen, naast de zuinigheid op monnee en milieu, is natuurlijk de carpoolkaraoke. Ook met louter onbekende passagiers wordt de rit alleen maar fijn wanneer je uit volle borst meedoet.
3. Altijd blijven praten
"Carpoolen is samenwerking, hoe informeel de afspraak ook is, en daarom is het goed om te blijven praten. Niet alleen kletsen tijdens de rit, want juist een stilte kan ook wel eens prettig zijn, maar zeg het vooral als de verdeling spaak loopt, als je na elke week hiphop ook wel eens smartlappen wil horen of als je twijfels hebt bij de benzinebijdrage." Bijkomend voordeel van carpoolen is de sociale lijm. Zit je elke week bij iemand in de auto, dan leer je elkaar een stuk beter kennen. Zeker collega’s. Everybody needs a workfriend.
4. Gij zult gegordeld zijn
Open deur? Wellicht. Maar in Nederland draag je altijd een gordel in de auto. Ook als bijrijder. Ook achterin. En ja, daar mag je iemand op aanspreken. "Ook al moet je als bijrijder zonder gordel zelf je boete betalen, dan nog vind ik dat je als carpooler van een medereiziger mag verlangen dat ze allemaal hun gordel dragen. Jouw auto, jouw regels."
5. Bellen is het nieuwe roken
En dat geldt natuurlijk ook voor eten, drinken, bellen en roken. "In mijn auto heb ik graag dat je niet rookt. Dat is een keihard verlangen van mij. Die geur krijg je er nooit meer uit." Roken met bijrijders doe je niet. En zo is het ook met bellen. Nog los van dat het gevaarlijk is om je focus van de weg naar het gesprek te verplaatsen, is het ook ronduit storend voor de rest van het gezelschap. En je weet zelf misschien ook wel hoe gênant het voelt om als beller ineens door de hele auto te schallen. Aan het einde van de rit kan elk telefoontje net zo makkelijk een half uur later.