Toeristenbelasting stijgt flink, maar verschillen tussen gemeenten zijn groot
Even weg in eigen land? Dan betaal je dit jaar gemiddeld 2,34 euro per persoon per nacht aan toeristenbelasting, blijkt uit onderzoek van de website bungalowparkenoverzicht.nl. Dat is gemiddeld 8,1 procent meer dan vorig jaar. De verschillen per gemeente zijn groot. Amsterdam spant de kroon.
Gemeenten bepalen jaarlijks of en hoeveel zij de toeristenbelasting verhogen. Dit jaar besloten 216 van de 342 gemeenten een verhoging door te voeren, blijkt uit het onderzoek van de bungalowparkenvergelijker.
In de Noord-Hollandse gemeente Wijdemeren steeg de toeristenbelasting met ruim 165 procent het sterkst. Daar betaal je nu 3,50 euro per nacht, terwijl dat vorig jaar nog 1,32 euro was.
Loon op Zand
Ook de gemeenten Zoetermeer (143 procent) en Stichtse Vecht (100 procent) voerden een flinke verhoging door. Loon op Zand, een gemeente in Noord-Brabant, is de enige die de belasting juist verlaagde, met bijna 17 procent. De gemeente verhoogde de toeristenbelasting in 2019 fors toen ze in financiële problemen zat, maar beloofde hoteleigenaren en campinghouders dat de belasting weer omlaag zou gaan zodra de gemeente zich dat kon veroorloven.
Amsterdam rekent veruit de meeste toeristenbelasting van alle gemeenten, een nachtje in de hoofdstad kost 16,76 euro. Daarna volgen omringende gemeenten als Ouder-Amstel (9,50 euro) en Landsmeer (9,38 euro). Zoetermeer en Utrecht rekenen ook 9,38 euro. In 35 gemeenten, zoals Meppel, Pekela en Hilversum, wordt helemaal geen toeristenbelasting geïnd.
De meeste gemeenten hanteren een vast bedrag of percentage voor de toeristenbelasting, maar het tarief kan ook bepaald worden op basis van het soort accommodatie, de tijd van het jaar of de leeftijd van de toerist.