Granola, drinkyoghurt en broodsalades: ultrabewerkt eten leidt tot ziektes
Eet jij regelmatig granola, drinkyoghurt en broodsalades? Dan doe je er goed aan om flink te minderen. Het zijn allemaal voorbeelden van ultrabewerkt eten. Die producten verhogen het risico op hart- en vaatziekten, diabetes, kanker en depressies, stelt een internationaal team van wetenschappers in een nieuwe analyse. "Ons dagelijkse dieet bestaat tegenwoordig voor 50 tot 70 procent uit bewerkt voedsel."
"Zulke ultrabewerkte voedingsmiddelen zijn ontworpen om ons te verleiden tot overconsumptie", zegt Jaap Seidell, hoogleraar Voeding en Gezondheid aan de Vrije Universiteit Amsterdam. "Ze zijn industrieel bewerkt tot producten waar je van blijft eten. Lekker smeuïg of crunchy, volgestopt met suikers en vetten en zuren. Veel calorieën per hap en nauwelijks voedingswaarde."
Vrijwel iedereen heeft de koelkast en keukenkastjes volstaan met zulke producten, geeft hij aan. "Witbrood is heel erg. Het is bloem met toevoegingen, er zit geen vezel meer in. Koek en chocola natuurlijk. Maar ook drinkyoghurt zonder vet is berucht: het vet is eruit, maar daar zitten dan ontzettend veel toevoegingen in om het toch nog lekker te maken, zoals zoetstoffen, smaakstoffen, emulgatoren, stabilisatoren en nog meer."
Ketchup: niks met tomaat te maken
Nog twee bekende voorbeelden: chips en ketchup. "Chips zou een gefrituurde plak aardappel moeten zijn", zegt Seidell. "Maar kijk je bij de ingrediënten, dan zijn dat er een stuk of 22. De aardappel is geen aardappel, maar poeder. Met aardappel heeft het niks meer te maken. Net zo min als ketchup nog met tomaat te maken heeft, vanwege alle zuur, zout en suiker en andere dingen die erin zitten. Eigenlijk geldt dat voor alles waar 20 ingrediënten in zitten."
Voorbeelden
Dit zijn een paar voorbeelden van ultrabewerkt eten:
- Granola
- Salami
- Grillworst
- Veel kant-en-klaarmaaltijden zoals lasagne
- Chips
- Frisdrank
- Chocoladerepen
- Ketchup
- Broodsalades
- Drinkyoghurt
- Verschillende soorten brood
Een internationaal team van wetenschappers maakte een nieuwe analyse van eerdere wetenschappelijke onderzoeken naar ultrabewerkte voedingsmiddelen. Hun conclusie: er zijn 32 ziektes die veel vaker voorkomen bij mensen die veel van zulke producten eten en drinken. Zij lopen 50 procent meer kans om te overlijden aan hart- en vaatziekten, hebben een 22 procent hogere kans op depressies en krijgen vaker diabetes type 2.
De analyse, gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift BMJ, brengt de resultaten van onderzoeken onder zo'n 10 miljoen mensen bij elkaar. De wetenschappers die de nieuwe analyse maakten, werken onder andere bij de Johns Hopkins Universiteit in Amerika, de Sorbonne Universiteit in Parijs, en de Universiteit van Sydney in Australië.
Seidell bevestigt de nadelige gezondheidseffecten van ultrabewerkt voedsel. "Het leidt tot alle bekende chronische welvaartsziekten." Over de verhoogde kans op depressies zegt hij: "We weten dat slechte voeding leidt tot kleine ontstekinkjes in het lichaam. In de vaten en de organen, maar ook in het brein. En dan ben je vatbaarder voor depressies."
'Rol van toevoegingen onduidelijk'
Ellen Kampman, hoogleraar Voeding en Ziekte aan de Wageningen Universiteit, kijkt met een iets andere blik naar de discussie. Dat overmatige consumptie van dikmakers zoals te veel vet en toegevoegde suikers kan leiden tot chronische ziektes, daarover geen twijfel. "Maar of de bewerking van voedsel, vooral de toevoeging van emulgatoren enzovoorts, tot ziekte leiden, dat weten we niet."
Kampman benadrukt dat de wetenschappers in deze analyse ook zelf vaststellen dat de onderliggende onderzoeken nog niet onomstotelijk bewijs leveren. "Er is nog veel meer onderzoek nodig voordat we definitieve conclusies kunnen trekken."
Er is namelijk nog geen gedegen wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de rol van zulke toevoegingen, zegt Kampman. "Een ongezond voedingspatroon leidt tot chronische ziekten, dat is zeker. Voeding met veel calorieën, vet, suikers en zout. Fastfoods die lekker vullen maar weinig goede voedingsstoffen bevatten. Dat is bovenal een calorieën-probleem. Of het ook een bewerkingsprobleem is, dat moet eerst bewezen worden."
Volgens Jaap Seidell is het voedselaanbod het grootste probleem: "80 procent van alle producten in de supermarkt zijn bewerkt. Je heb 20 meter aan zakken chips, koek, snoep, toetjes, enzovoorts. Die producten zijn goedkoop en vaak in de aanbieding. Plus: veel van die dingen zijn makkelijk klaar te maken. En lekker. Ons dagelijkse dieet bestaat tegenwoordig voor 50 tot 70 procent uit bewerkt voedsel. Zo komen we steeds minder toe aan gezond eten."
De appel of de appelflap
Ook Ellen Kampman noemt nadrukkelijk de beschikbaarheid van ongezonde producten als probleem. "De helft van de bevolking in Nederland is te zwaar. Dat komt door ons voedingspatroon, in combinatie met te weinig beweging. Stress en slecht slapen spelen ook vaak een rol. We kiezen vaak voor gemak, voor veel calorieën die we snel naar binnen werken. We worden er overal en altijd aan blootgesteld. En dan ga je er ook aan toegeven. Pak je de appel of de appelflap als je trek hebt?"
Om het tij te keren is volgens Kampman een interventie van de politiek noodzakelijk. "Als we de beschikbaarheid kunnen veranderen, zoals met roken is gebeurd, dan kan er iets veranderen. Zorg dat de lekkere, maar gezonde alternatieven zichtbaar en beschikbaar zijn."
En, zegt ze, je kunt nog altijd zelf zorgen voor een gezond eetpatroon: "Als je eet volgens de Schijf van Vijf van het Voedingcentrum krijg je niet zo veel van die bewerkte voedingsmiddelen binnen."
Ook Seidell zegt dat het bewerkte en ongezonde voedsel 'minder zichtbaar en minder dominant' moet worden in het aanbod. "Fabrikanten zullen dat geen aantrekkelijke maatregel vinden, dus moet je naar de overheid kijken om hier iets aan te doen."