Aanvaller Slowaakse premier boos over einde steun aan Oekraïne
De man die vorige week de Slowaakse premier Robert Fico neerschoot, heeft gezegd dat hij handelde uit frustratie over het beleid van de regering. Hij zou vooral boos zijn geweest over het besluit van de premier de militaire steun aan Oekraïne stop te zetten, staat in een gerechtelijk document.
De verdachte, de 71-jarige Juraj Cintula, vertelde onderzoekers dat hij alleen handelde en niet van plan was om Fico te doden. Hij schoot hem ruim een week geleden van dichtbij neer na een regeringsbijeenkomst in de stad Handlová. Fico ligt nog op de intensive care.
De schutter schoot vijfmaal en de premier zou meermaals zijn geraakt, onder meer in zijn maag en arm. De Slowaakse president zei later dat de premier 'ternauwernood ontsnapt is aan de dood'.
Het was de eerste keer in ruim twintig jaar dat een Europees leider doelwit was van een schietpartij. In 2003 overleed de Servische pro-Westerse premier Zoran Djindjic nadat hij werd neergeschoten. Datzelfde jaar werd ook de Zweedse minister van Buitenlandse Zaken Anna Lindh doodgestoken.
Een jaar daarvoor overleefde de Franse president Jacques Chirac een moordaanslag. Een paar maanden eerder werd in Nederland politicus Pim Fortuyn gedood.