UMC Utrecht: eerste week na zware griep meer kans op hartinfarct
Mensen zonder hartproblemen lopen na een zware griep een hoger risico op een hartinfarct. Onderzoekers van UMC Utrecht concluderen dat na het bestuderen van de gegevens van 23.405 mensen die tussen 2008 en 2019 zijn getest op een ernstige griepinfectie.
"We vinden het opvallend dat mensen zonder aantoonbare hartproblemen een hoger risico op een hartinfarct hebben na een zware griep", zegt onderzoeker Patricia Bruijning, hoogleraar epidemiologie van vaccinaties en infectieziektenbestrijding. "De kans is de eerste week na de infectie 16 keer hoger, blijkt uit ons onderzoek."
Medicatie maakt het verschil
"Je verwacht dat juist mensen die eerder problemen hebben gehad met hun hart een groter risico hebben, maar dat blijkt niet het geval", legt ze uit. "We denken dat dat komt doordat deze groep al standaard medicatie slikt, die beschermt tegen hartaanvallen. Vooral antistollingsmiddelen zijn belangrijk hierbij."
De onderzoeker van UMC Utrecht pleit voor aanvullend onderzoek. Ze denkt dat het mogelijk een goed idee is mensen zonder hartproblemen antistollingsmiddelen te geven tijdens een zware griep.
Bruijning legt uit waarom juist de eerste week na een griep een kwetsbare periode is: "Door de acute infectie worden stoffen aangemaakt die de kalk in de aderen instabiel maakt. Deze propjes schieten dan eerder los en kunnen de kransslagader bij het hart blokkeren. Het hart krijgt dan geen bloed met zuurstof meer."
De mensen uit het onderzoek die een hartinfarct kregen na een hevige griep, zijn vooral ouderen met een gemiddelde leeftijd van 74 jaar. Bruijning pleit er dan ook voor dat iedereen boven de 60 een griepprik haalt. "Ze komen in aanmerking voor de vaccinatie. Haal dus die prik, ook als je geen hartproblemen hebt. Zo loop je minder risico op een zware griep en dus een hartinfarct."
