Friet van McDonald's van het minst duurzame aardappelras? 'Absolute onzin'
Het aardappelras dat fastfoodketen McDonald's eist van Nederlandse telers is 'het minst duurzame ras'. Dat zegt althans NSC-Kamerlid Harm Holman, zelf voormalig boer. Voor die claim is geen bewijs, zeggen deskundigen.
Het NSC-Kamerlid sprak zijn kritiek gisteren uit in de Tweede Kamer tijdens een debat over het gebruik van bestrijdingsmiddelen in de landbouw. Hij noemde specifiek het ras innovator. Dat moet twintig keer per seizoen bespoten worden met chemische middelen, zei Holman. Bovendien heeft het ras veel bemesting nodig, wat gepaard gaat met de uitstoot van grote hoeveelheden stikstof.
Wit aardappelvlees
Directeur Andries Middag van de Vereniging voor de Aardappelverwerkende Industrie (Vavi) zegt: "De rassen die McDonald's vraagt van Nederlandse telers hebben niet meer bestrijdingsmiddelen nodig dan andere aardappelrassen. Ik weet niet welke bron hij hiervoor heeft, maar het is echt onzin."
Jack Vossen, onderzoeker ziekteresistentie bij aardappelen aan de Wageningen Universiteit, verwerpt de claim eveneens: "Deze stelling is absolute onzin. Qua gebruik van bestrijdingsmiddelen, water en kunstmest zijn alle aardappelen die we met z'n allen eten gelijk."
Wat wel klopt volgens Middag: McDonald's en andere grote voedselproducten eisen aardappelsoorten met kenmerken zoals die van de innovator. "Aardappelen waarvan ze lange, dunne friet kunnen bakken. Aardappelen met wit vlees, zoals wij dat noemen. De aardappelen die je in de supermarkt koopt, zijn iets meer geel."
Er zijn meerdere rassen die om dat 'witte aardappelvlees' veel gebruikt worden in de voedingsindustrie. De innovator dus, en ook de fontane.
De afgelopen twee seizoenen moest er veel aan gewasbestrijding worden gedaan door Nederlandse telers, legt onderzoeker Vossen uit. "Van 2018 tot 2022 was het droog, toen hoefde er niet veel bespoten te worden. Maar 2023 en 2024 waren extreem nat. Daardoor was de schimmelziekte phytophthora (aardappelziekte) een ware plaag. En ja, dan moet er gespoten worden."
Maar dat geldt, benadrukt Vossen, voor alle rassen.
Resistentie-genen
Duurzamere alternatieven zijn op dit moment voor de voedselindustrie niet beschikbaar, zegt zowel Middag als Vossen. Aardappelen worden weliswaar ook biologisch geteeld, maar op veel te kleine schaal voor de wereldwijde massaconsumptie.
De rassen die op dit moment biologisch geteeld worden, zijn gekweekt om resistent te zijn tegen de aardappelziekte. Dat lijkt dus dé oplossing tegen het gebruik van bestrijdingsmiddelen, maar de werkelijkheid zit een stuk ingewikkelder in elkaar. Vossen is zeer kritisch over het huidige gebruik van deze rassen.
Dat vraagt om een korte uitleg: kwekers brengen tot nu toe steeds nieuwe veredelde rassen op de markt met slechts één resistentie-gen. Het probleem hiermee is dat de aardappelziekte zich telkens binnen één jaar aanpast, waardoor de resistentie niet meer helpt, legt Vossen uit.
De oplossing is ogenschijnlijk simpel, zegt Vossen: boeren moeten aardappelrassen kweken met stapelingen van drie of vier resistentiegenen. Op die manier kunnen ze langer het hoofd bieden tegen de aardappelziekte.
Probleem is dat kwekers in een economische concurrentiestrijd verwikkeld zijn, zegt hij. En als één kweker zijn nieuwe ras met een enkel resistentiegen op de markt brengt, begint 'de hele wedstrijd' weer vanaf nul omdat de aardappelziekte zich snel aanpast.
Het zou volgens Vossen beter zijn als kwekers eerst aardappels met resistentiestapelingen zouden maken voordat ze nieuwe rassen op de markt brengen. Dat duurt langer. "Maar op de lange termijn is iedereen daar beter bij af, ook hun eigen marketingafdelingen."
Publiekelijke oorvijg
Het zit Andries Middag dwars dat Kamerlid Holman 'helemaal voorbijgaat aan de inspanningen' die gedaan worden op het gebied van duurzaamheid. Volgens hem zijn kwekers, telers en de voedselindustrie samen 'keihard op zoek' naar duurzame alternatieven.
"We werken er hard aan om onze footprint met elkaar omlaag te brengen", zegt Middag. "Jammer dat Holman daar geen oog voor heeft. Hij geeft McDonald's publiekelijk een oorvijg. Dat is inhoudelijk onterecht, en het helpt de duurzaamheid niet vooruit."
Middag zegt dat McDonald's ervoor open staat andere aardappels te gebruiken als die duurzamer geteeld kunnen worden, óók als dat betekent dat de frieten korter zijn of een iets andere kleur hebben. "Over een paar jaar, als we erin slagen meer duurzame aardappelen te kweken en telen, zul je zien dat de frietjes er ietsje anders uitzien. Even lekker, dat wel, maar ietsje anders."