'Oeigoerse dwangarbeiders maken ook jouw kleding'
Ze worden onderdrukt, moeten massaal naar 'heropvoedingskampen' en nu blijkt ook dat honderdduizenden Oeigoeren door de Chinese overheid worden gedwongen te werken op katoenvelden. Van de katoen die ze plukken wordt kleding gemaakt die ook hier in de winkel ligt. "Bedrijven zouden niets meer uit China moeten halen."
De BBC meldt op basis van overheidsdocumenten en aanwijzingen van de denktank Center for Global Policy dat het aantal Oeigoeren dat dwangarbeid verricht vele malen hoger ligt dan we dachten.
Ze worden in de provincie Xinjiang gedwongen katoen te plukken of te werken in de katoenfabriek. De productie is enorm: bijna een vijfde van alle katoen wereldwijd komt uit dit gebied.
Oeigoeren
De Oeigoeren zijn een islamitisch volk in het westen van China. De Chinese regering ziet de Oeigoeren als potentiële terroristen. Sinds 2016 worden ze daarom naar zogenaamde 'heropvoedingskampen' gestuurd. Ze moeten daar onder dwang veranderen in Chinese 'modelburgers'. Ook worden ze verplicht aan het werk gezet.
In praktijk komen ze terecht in concentratiekampen. Mensen worden er gemarteld en gevangen gezet, soms alleen omdat ze een hoofddoek dragen. Volgens China gaat het om omscholingskampen waar de Oeigoeren op vrijwillige basis naar toekomen.
'Thuis opgehaald'
Volgens het onderzoeksrapport zijn er twee verschillende soorten werk. Zeker 570.000 mensen zouden zijn geselecteerd om te werken in de katoenvelden.
Daaraan gaat een hele procedure vooraf. Eerst worden ze thuis opgehaald om een gedwongen training te volgen. De katoenplukkers krijgen begeleiders die constant bij hen zijn en hun 'nieuwe denkbeelden' bijbrengen. Na de training moet voor een mager salaris worden gewerkt.
Naast de honderdduizenden plukkers in het veld zijn er ook vele Oeigoeren die worden gedwongen om, zonder betaling, in katoenfabrieken te werken.
Heropvoedingskampen
Dit zijn de Oeigoeren – naar schatting één miljoen – die vastzitten in wat China de 'heropvoedingskampen' noemt. De BBC concludeert op basis van satellietbeelden dat de Chinese overheid op het terrein van deze kampen grote fabrieken zou hebben gebouwd.
Op diezelfde beelden is via warmtecamera's te zien hoe de Oeigoerse gedetineerden vanuit de heropvoedingskampen in lange rijen staan opgesteld om in de fabrieken te gaan werken.
China ontkent
Volgens de Chinese overheid is hier niets van waar. In een reactie laat het land weten dat alle minderheidsgroepen, waaronder de Oeigoeren, zelf kunnen bepalen waar ze werken. Het verhaal over de dwangarbeid zou zijn verzonnen.
Toch wordt met steeds meer argwaan gekeken naar de katoen die uit China komt. Volgens Melissa Wijngaarden van Project CeCe, een bedrijf dat zich inzet voor duurzame kleding, is het duidelijk dat China liegt over de dwangarbeid. ''Dit rapport levert nieuw bewijs: een deel van de katoenproductie wereldwijd is besmet met dwangarbeid.''
Maar ondanks de serieuze twijfels wordt het katoen uit China gewoon geïimporteerd. Wijngaarden: ''De overheid en bedrijven wijzen constant naar elkaar. Dat heeft allemaal te maken met het due-diligenceprincipe." Dat houdt in dat bedrijven moeten controleren of de spullen die zij importeren, niet dankzij dwangarbeid zijn gemaakt.
Wijngaarden: ''Bedrijven zeggen dat ze dat niet kunnen controleren, omdat China informatie achterhoudt en de Oeigoeren onder druk zet hier niet over te praten.''
Bedrijven wijzen daarom naar de overheid. Die zou China steviger onder druk moeten zetten, of import uit het gebied zelfs verbieden.
Intussen gaat de productie in Xianjiang gewoon door. Daar zouden ook Nederlandse bedrijven, die hun katoen deels uit China halen, mede schuldig aan zijn.
Wijngaarden: ''Ook Nederlandse bedrijven zijn hierbij betrokken. Ze zeggen niet expliciet de katoen uit China te halen. Maar als een winkel niet de herkomst van de katoen kan aantonen, mag je ervan uitgaan dat het uit China komt. Dan bestaat de mogelijkheid dat je iets koopt wat met dwangarbeid is gemaakt.''
Reactie kledingwinkels
RTL Nieuws heeft meerdere kledingbedrijven om een reactie gevraagd. Daarop is geen antwoord gekomen. Een van de winkels door de experts wordt gelinkt aan het Oeigoerse katoen is de Zara. Eerder ontkende de Zara dat ze direct handel drijven met Xinjiang. Maar ze kunnen niet uitsluiten dat het katoen van de Oeigoeren via een omweg toch in hun kleding verwerkt zit. Dat geldt ook voor onder meer Levi's en Esprit.
Importverbod?
In de Tweede Kamer is onlangs een motie ingediend die Nederlandse kleding- en textielbedrijven oproept de katoen niet meer uit China te halen.
Andere Europese landen hebben of werken aan een wetgeving die ertoe kan leiden dat bedrijven boetes krijgen als ze niet zeker weten of hun producten met dwangarbeid zijn gemaakt.
In de praktijk komt dat erop neer dat onder de huidige omstandigheden de bedrijven uit China zouden moeten vertrekken.
Volgens Kamerleden zouden de bedrijven zelf niet onwelwillend tegenover deze wetgeving staan. Wijngaarden: ''Bedrijven worden dan verplicht hun katoen ergens anders vandaan te halen en die mogelijkheden zijn er.''
In onderstaande video leggen we uit welke mogelijkheden er voor Nederland nog meer zijn om op te treden tegen China:
'Verbod te makkelijk'
De minister van Buitenlandse Handel, Sigrid Kaag, sprak vanochtend met de Chinese delegatie over dit onderwerp. ''De situatie van de Oeigoeren gaat door merg en been.'' Kaag werkt aan wetgeving. Een importverbod, gewenst door een deel van de Kamer, ziet ze niet zitten.
''Ik werk aan een aanpak, inclusief sancties. Bedrijven en klanten hebben straks informatie waardoor ze kunnen weten waar hun producten vandaan komen en onder welke omstandigheden ze worden geproduceerd. Als bedrijven zich straks niet kunnen verantwoorden voor hun producten, kunnen er sancties volgen.''
Kaag blijft met de bedrijven praten over dit thema. ''Bedrijven kunnen zelf nu al de afweging maken om zich terug te trekken en ik ga in gesprek met bedrijven of ze zelf wel weten hoe hun producten worden geproduceerd.''
Wat is belangrijker, als het om China gaat: handel of mensenrechten? Kaag: ''Idealiter bevorder je met handel ook de mensenrechten, maar uiteindelijk gaat het altijd om mensen eerst.''