Doodsbang was hij, maar Dennis (39) overwon zijn hondenangst: 'Ik leerde de beesten begrijpen'
Jaagt een blaffende hond je de stuipen op het lijf? Dennis uit Amsterdam heeft hondenangst en vermeed plekken waar hij een hond tegen kon komen, tot hij een wake-upcall kreeg. Hij ging in therapie. "Ik zocht de honden op, de angst. Hoe groter die was, hoe meer dat mij hielp in mijn genezingsproces."
Nooit meewillen naar visite waar een hond was, kilometers omlopen tijdens het hardlopen of bang om ergens aan te bellen uit angst dat een grote, enge hond om de hoek sprong: RTL Nieuws-journalist Dennis kan je er veel over vertellen. Honden maakten hem bang, doodsbang.
Na dertig jaar was hij er klaar mee en zocht hulp. Zijn kinderen werden ook angstig, wat voor hem de druppel was. Een psycholoog leerde Dennis inzien dat hij degene is die zich vooral druk maakt, want de honden kijken eigenlijk nauwelijks naar hem om. "Ik leerde de beesten lezen."
Gedeeld op Instagram
Zijn verhaal en zijn proces om de angst te verliezen, deelde hij op Instagram. Hij ontving tientallen reacties van mensen die zijn angst herkenden of die zich nooit realiseerden dat mensen zo bang kunnen zijn voor hun hond.
Eén van de reacties kwam van Ben (37). Hij vertelde over zijn ervaring in Vietnam. "Mijn vriendin en ik zijn allebei geen hondenfans, terwijl in Vietnam veel straathonden zijn. Dat leverde mooie situaties op, zoals toen we samen een scootertour deden. We hadden een verkeerde afslag genomen en belandden in een doodlopende straat. Opeens kwamen er zes à zeven honden aangestormd. Met gierende banden keerden we om; mijn vriendin kon nog net achterop springen."
Dennis herkent dit heel erg. Hoe de hondenangst in zijn leven is gekomen, blijft voor hem een raadsel. Een duidelijke aanleiding ziet hij niet. "Op mijn 12de ben ik door een hond gebeten, maar dat was het denk ik niet. De angst zat er voor die tijd in. Het is iets wat ik mijn hele leven al heb."
Als hij ging hardlopen en een hond zag, rende Dennis gerust kilometers om. Alles om die hond niet tegen het lijf te lopen. Voor visite gold hetzelfde: "Mensen moesten de hond ergens opsluiten voor mij."
De wake-upcall
Hij leerde met de angst leven, zoals de meeste mensen met deze angst doen. ''Dat hoorde ik anderen zeggen, die deze angst ook hebben. Er ver omheen lopen.'' Tot het moment dat hij met zijn vriendin en twee zoontjes op vakantie was in Drenthe. "Dat was mijn wake-upcall."
Ze liepen over een landweg toen plotseling een herdershond hun kant op rende. In een reflex keerde Dennis de achterkant van de kinderwagen – met zijn zoontje erin – naar de hond toe. "Ik schrok me vooral rot van mijn reactie. Dit kon niet, dacht ik." Hij besloot in therapie te gaan.
Eind maart had hij de eerste afspraak met zijn therapeute.
EMDR
Ze startten met een EMDR-therapie ('Eye Movement Desentization and Reprocessing therapie'). Bij deze therapie probeer je een traumatische ervaring naar boven te halen door je te concentreren op details van de gebeurtenis. Dennis probeerde terug te gaan naar het traumatische moment toen hij 12 jaar oud was, maar dat leverde niets op. "Het pijnlijke en heftige gevoel kwam niet op."
Maar tijdens die sessie zag de therapeute wel wat anders: Dennis hoorde een blaffende hond buiten en schrok. Daarop besloot ze de exposure-therapie toe te passen. "Ik moest het 'gevaar' letterlijk gaan opzoeken."
In april ging Dennis naar het Vondelpark, op zoek naar grote, blaffende, springende honden. "Ik moest naar ze kijken en constateren dat ze helemaal niet zo met mij bezig waren. Ik moest naar ze toe rennen. Ik durfde niet. De eerste acht keer maakte ik rechtsomkeert, maar uiteindelijk lukte het."
Hij ging steeds meer uitdagingen aan, zoals een hond van een vriend uitlaten en aan een picknicktafel zitten met een hond naast hem. Voor zijn zoontje was dat ook wennen.
Hoe meer angst Dennis voelde, hoe beter. "Ik moest in cijfers van één tot tien denken: hoe hoger het cijfer van mijn angst, hoe beter dat hielp voor mijn genezingsproces."
Ken je doel
Desiree van Veldhuizen, oprichter en eigenaar van stichting Pets4care, geeft een cursus over stress, angst en hondenfobie. Met haar stichting verzorgt zij onder andere therapietrajecten met honden voor kinderen en geeft zij cursussen en opleidingen over dierondersteunde activiteiten voor mensen. Zo worden dieren bewust ingezet als ondersteuning op het gebied van gezondheid.
Van Veldhuizen legt uit dat een hondenfobie op twee verschillende manieren kan ontstaan. "Je bent mogelijk een keer aangevallen door een hond of ontwikkelt opeens een fobie, dan is de oorzaak niet bekend. In dat geval hoef je niet heel erg naar de oorzaak op zoek te gaan, maar kan je gelijk beginnen met de behandeling", legt ze uit.
"Deze behandeling kan op veel verschillende manieren, maar EMDR en exposure-therapie zijn de bekendste. EMDR gebruik je als je de traumatische gebeurtenis kan herinneren. Exposure betekent dat je jezelf blootstelt aan datgene wat jij ervaart als gevaar. Bij deze therapie is het belangrijk dat je weet wat jouw doel is. Dat kan al iets simpels zijn als: ik ga de straat op en keer niet direct om als ik een hond zie."
Angst hoort erbij
Waarom ontwikkelt de één wel hondenangst en de ander niet? "Angst is de grootste emotie van de mens. Het hoort bij ons", zegt Van Veldhuizen. "Als psychologen buigen wij ons al heel lang over deze vraag: een eenduidig antwoord bestaat niet. Factoren die mee kunnen spelen zijn jouw gevoeligheid voor prikkels of de rol van je ouders. Ouders geven signalen af. Als jij je kind altijd optilt als er een hond aankomt, geef je het signaal af: daar is gevaar."
Het allerbelangrijkste volgens Van Veldhuizen is dat we honden gaan snappen. Of je nou bang bent, een beetje bang of heel erg bang. "Als je weet hoe je honden moet benaderen, krijg je controle, teugels. Terwijl op het moment dat iets onzeker is, denk aan corona, je angstig wordt. Dan weet je niet waar de situatie heengaat. Als je het fenomeen hond snapt, is het beter beheersbaar."
Durf het!
Hetzelfde ervaarde Dennis. Een hondenliefhebber zal hij nooit worden en waakzaam blijft hij altijd, maar met een grote boog er omheen of omkeren, doet hij niet meer. Tegen de mensen met (honden)angst, zegt hij: "Pak vandaag nog de telefoon en zoek hulp. Ik had dit twintig jaar eerder moeten doen."
Volgende week gaat hij zijn laatste opdracht aan: een middag bij, of misschien wel in het dierenasiel zitten. Het geluid moet vertrouwd worden: "Van onverwachts geblaf schiet mijn hart in de keel."