Producten duurder doordat supermarkt niet in buitenland kan kopen
Nederlandse supermarkten en andere winkelketens wordt het door fabrikanten soms moeilijk gemaakt om in het buitenland producten in te kopen. Daardoor kunnen consumenten duurder uit zijn, is het aanbod van producten beperkter en valt de winstmarge van winkelketens lager uit.
Dat blijkt uit een rapport van onderzoeksbureau Ecorys in opdracht van het ministerie van Economische Zaken.
Fabrikanten maken het supermarkten en andere winkels soms lastig om in het buitenland in te kopen.
Weigering
Zo krijgen winkelketens te horen dat ze hun bestelling alleen bij de Nederlandse vestiging van een fabrikant kunnen plaatsen. Ook weigeren fabrikanten soms helemaal om producten te leveren. Het gaat met name om producenten van A-merken die zogeheten inkoopmuren opwerpen.
Juist A-merken zijn in meerdere landen te koop. Huismerken meestal alleen in één land, zodat een winkelketen ze niet in het buitenland kan inkopen.
Winkelketens moeten vaak eenvoudigweg wel bepaalde A-merken in de schappen hebben staan, omdat consumenten dat verwachten.
'Inkoopprijs gemiddeld 10 procent hoger'
Winkeliers zeggen in het onderzoek dat de beperkingen de prijzen opdrijven bij producten die goed zijn voor 2 tot 4 procent van hun totale inkoopbedrag. Gemiddeld gaat het dan om een 10 procent hogere inkoopprijs.
Het is lastig aan te geven hoeveel consumenten te maken krijgen met de effecten van inkoopmuren. Als je, bijvoorbeeld, nooit Coca-Cola drinkt, dan maakt het voor jou niet uit of de prijs in ons land hoger is dan in andere landen.
Sowieso worden lagere inkoopprijzen niet een-op-een vertaald in lagere consumentenprijzen, aldus Ecorys.
Picnic
Begin 2018 werd ook al eens geconstateerd dat het winkels soms lastig wordt gemaakt om in het buitenland in te kopen. In ons land kwam het onderwerp eerder dit jaar weer in het nieuws toen bleek dat online supermarktketen Picnic bepaalde producten uit Duitsland haalde omdat ze daar goedkoper waren.
Dat mag niet, omdat etiketten op artikelen die in Nederland worden verkocht in het Nederlands moeten zijn.
Albert Heijn en Jumbo
Niet alleen Nederlandse winkelketens hebben overigens te maken met inkoopbeperkingen. Het geldt ook voor inkopers in meerdere kleinere EU-landen, aldus het onderzoek van Ecorys.
Voor het onderzoek naar inkoopmuren stuurde Ecorys een vragenlijst aan een aantal inkopers van (Nederlandse) winkelketens.
Van de 44 bedrijven die de vragenlijst invulden zeggen er 24 dat ze tegen een of meer belemmeringen aanlopen. Dit geldt bijvoorbeeld voor zeven supermarkten in ons land. Waaronder Albert Heijn en Jumbo, verreweg de twee grootste ketens in Nederland.
Oplossingen...
Er zijn wel oplossingen voor het probleem, aldus Ecorys. Zo kan het binnen de EU verboden worden om bijvoorbeeld te weigeren om aan afnemers in het buitenland te leveren.
Ook kan het schelen als er soepeler wordt omgegaan met de taal die op etiketten staat. Nu nog moeten die etiketten in de taal van he land waar de producten worden verkocht staan.
...duren wel even
Het ziet ernaar uit dat een oplossing nog wel even zal duren. Zo geldt voor het grootste deel van de opties dat hiervoor nog de EU-regels moeten worden veranderd. En dat duurt minstens drie jaar, staat in de Beslisnota bij de kamerbrief van het Ecorys-onderzoek.
Gezien de Europese verkiezingen in juni volgend jaar, waardoor er ook een nieuwe Europese Commissie komt, hoeft er op korte termijn geen wetgevingsvoorstel worden verwacht, staat in de Beslisnota.
Binnen de Benelux wordt wel bekeken of er een verbod op inkoopmuren moet komen.