Rapport: nog altijd meer zonne- en windenergie op land nodig
We wekken in Nederland steeds meer stroom op met zonnepanelen en windmolens. Toch is er nog altijd meer zonne- en windenergie op land nodig. Dat blijkt uit een voortgangsrapport van het landelijke bureau van de dertig energieregio’s in Nederland.
In het Klimaatakkoord voor Nederland is afgesproken dat op land in 2030 35 terawattuur aan energie wordt opgewekt met zon en wind. Dat doel is nog haalbaar maar staat wel onder druk, aldus de energieregio's.
Gaandeweg zijn er namelijk steeds meer obstakels bijgekomen, signaleert het bureau in het rapport. Naast het overvolle elektriciteitsnet is er ook een strijd om de ruimte en komen er nieuwe landelijke milieunormen voor windmolens op land.
De conclusie dat 35 terrawattuur opwekken al lastig is, is een tegenvaller. De energieregio's gaven eerder aan zelfs veel meer dan de afgesproken 35 terawattuur op te kunnen wekken, namelijk 55 terawattuur. Maar dat streefdoel wordt in 2030 met het huidige tempo zeker niet gehaald.
Om het klimaatdoel voor 2030 van 55 procent minder uitstoot te kunnen halen, is veel elektriciteit nodig. "Niet alles kan op zee. Groei van het aandeel hernieuwbare opwek op land is daarbij onmisbaar", aldus de energieregio’s.
Parijse klimaatdoelen
In een plan voor het Nederlandse energiesysteem, dat al door de Tweede Kamer is vastgesteld, gaat het over het 'maximaal opschalen' van wind op zee, hernieuwbare energie op land en kernenergie. 55 procent minder uitstoot in 2030 is nodig voor het nakomen van Europese afspraken, en om de Parijse klimaatdoelen te kunnen halen. Ook na 2030 is daar nog veel voor nodig.
"Het tempo erin houden en het tempo hoog houden is daarom essentieel", zegt Kristel Lammers van het landelijke bureau van de energieregio's. De opwek van windmolens op land zou volgens het nieuwe rapport in 2050 moeten verdubbelen ten opzichte van het jaar 2030, en van zonne-energie zelfs verdrievoudigen.
Wat de impact is van de nieuwe regering op alle klimaatplannen is overigens nu nog niet bekend. Wel is duidelijk dat het kabinet wil inzetten op meer kernenergie. Maar het bouwen van nieuwe centrales duurt jaren, waardoor kernenergie pas na 2035 mogelijk een rol kan spelen.
Lokaal eigendom
Veel burgers vinden windmolens lelijk. Om hen niet alleen de lasten maar ook de lusten te laten ervaren van wind- en zonne-energie, hebben gemeenten en provincies afgesproken dat gestreefd moet worden naar 50 procent lokaal eigendom van duurzame energieprojecten. Maar dit blijkt maar zeer ten dele te lukken.
De bedoeling is dat inwoners en lokale ondernemers gezamenlijk voor een deel of helemaal eigenaar kunnen zijn. Daardoor kunnen ze meepraten en meebeslissen over de precieze invulling van een duurzaam energieproject, en financieel meeprofiteren.
Dit is belangrijk voor het draagvlak bij omwonenden. Maar veel regio’s blijken maar beperkt zicht te hebben op het daadwerkelijk realiseren van lokaal eigendom.
Hogere energierekening
Uit een onderzoek onder bijna 3000 respondenten, dat de energieregio's hebben laten doen, blijkt dat mensen het het belangrijkst vinden dat de kosten van de energietransitie voor iedereen zo laag mogelijk blijven. Toch zijn mensen wel bereid om een hogere energierekening te betalen, als daarmee overlast voor planten, dieren en mensen wordt voorkomen.
Eén van de grootste problemen voor de verdere verduurzaming blijft krapte op het elektriciteitsnet. "De groei van het aantal warmtepompen, laadpalen en zonnepanelen, verduurzaming van bedrijven en het realiseren van nieuwe woningen gaat sneller dan er nieuwe energie-infrastructuur bijgebouwd wordt", wordt geconstateerd.
De zogenoemde netcongestie is in alle regio’s van Nederland een probleem. Er worden steeds meer bedrijven geraakt. Maar tegelijk ontstaan óók steeds meer initiatieven, die bijdragen aan vermindering van de problemen. Zo werken lokale energiecoöperaties en bedrijventerrein aan het opslaan en onderling uitwisselen van energie.