Vis ook in Nederlandse schappen na dwangarbeid op Chinese schepen
Chinese schepen vissen de wereldzeeën leeg, met behulp van uitbuiting en dwangarbeid. De vangst eindigt in sommige gevallen in Nederlandse schappen. Dat blijkt uit nieuw onderzoek van The Outlaw Ocean Project, een non-profit organisatie in Washington D.C.
De onderzoekers identificeerden individuele schepen, gingen aan boord en spraken met bemanningsleden. Een aantal van hen gaf aan dat ze gedwongen werden om op de schepen te werken. Paspoorten worden soms bij vertrek ingenomen, en contact met het thuisfront is vaak niet mogelijk.
De schepen kunnen tot wel twee jaar lang onafgebroken op zee zijn. Door slechte voeding in combinatie met barre leefomstandigheden sterven sommige bemanningsleden. The Outlaw Ocean Project stuitte op verhalen van dode lichamen die simpelweg overboord gegooid worden.
De Chinese visserij kent veel connecties met Nederland. Chinese exporteurs leveren bijvoorbeeld aan Nederlandse distributeurs en supermarkten. De bevindingen leiden dan ook tot actie bij Nederlandse spelers. Zo meldt het Urker bedrijf Seafood Connection aan RTL Nieuws dat het de relatie met twee visleveranciers uit China 'per direct' stopgezet is na aanleiding van het onderzoek.
"Het stelt ons teleur om te horen dat dwangarbeid zoals The Outlaw Ocean Project beschrijft tot op de dag van vandaag nog steeds voorkomt in landen als China en leven mee met de slachtoffers van deze praktijken", aldus het bedrijf.
Albert Heijn
Ook Albert Heijn zegt tegenover RTL Nieuws dat het onderzoek gaat doen naar twee producten die in het rapport genoemd worden. Het gaat om snacks voor honden: de AH Sushi Snacks en de AH Twister Snacks bevatten ingrediënten die uit een fabriek komen waar naar alle waarschijnlijkheid dwangarbeid door Oeigoeren plaatsvindt. Het gaat om het bedrijf Yantai Sanko Fisheries.
In artikelen in staatsmedia kloppen lokale overheidsfunctionarissen zichzelf op de borst over grote aantallen Oeigoeren die ze bij het bedrijf aan werk helpen. Albert Heijn stelt dat het de samenwerking met deze leveranciers per direct zal stopzetten als het eigen onderzoek gedwongen arbeid aantoont. Albert Heijn neemt het onderzoek zeer serieus, en zegt er alles aan te doen om misstanden bij leveranciers te voorkomen.
Chinese vissersschepen varen de hele wereld over. De bemanning komt voor een groot deel uit China zelf, maar er wordt ook in andere landen gerekruteerd. Een jonge rekruut uit Indonesië, Daniel Aritonang, ging aan boord van de Zhen Fa 7, een groot Chinees schip. Hij was maandenlang op zee maar werd ziek. Waarschijnlijk een geval van beriberi, een ziekte veroorzaakt door een tekort aan vitamine B1. De symptomen waren zo ernstig dat hij niet meer kon lopen.
Doodziek gedumpt
De leiding van het schip weigert aanvankelijk iedere vorm van hulp. Totdat Daniel in maart 2021 doodziek aan wal wordt gedumpt in Uruguay. Maar het is te laat: Hij sterft in een ziekenhuis in Montevideo, de hoofdstad van Uruguay. Er zijn aanwijzingen dat Daniel zwaar mishandeld is. Maar het schip is dan allang weer vertrokken. Tot dusver heeft niemand verantwoording afgelegd voor Daniels dood.
Volgens een woordvoerder van Rongcheng Wangdao Deep-Sea Aquatic Products, de eigenaar van de Zhen Fa 7, is er geen bewijs gevonden van wanpraktijken op het schip. Het bedrijf zegt de kwestie overgedragen te hebben aan de China Overseas Fishing Association. Die associatie reageert niet op vragen.
Daniels noodlot in Uruguay is geen toeval: in deze stad stranden regelmatig bemanningsleden met ziektes of andere problemen. Zuid-Amerika is populair, omdat er veel inktvis zit. In vloten van honderden schepen tegelijk worden grote hoeveelheden uit het water gevist. In het donker schijnt men met felle lichten rondom het schip op het wateroppervlak. De inktvissen komen op het licht af, waardoor het makkelijk is ze uit het water te halen. Volgens kenners heeft overbevissing geleid tot wereldwijd dalende visstanden.
In de cel
Eenmaal gevangen gaat al die inktvis naar China voor verwerking. En ook aan wal is sprake van wantoestanden: The Outlaw Ocean Project identificeerde visfabrieken in de noordoostelijke provincie Shandong, waar dwangarbeid plaatsvindt. De arbeiders zijn veelal Oeigoeren. Zij worden gedwongen om in de visfabrieken te werken, duizenden kilometers van huis. Werken ze niet mee, dan volgt straf, soms belanden ze in de cel.
Voor dit onderzoek had The Outlaw Ocean Project inzage in honderden interne bedrijfsdocumenten, lokale nieuwsberichten, handelsdata en satellietbeelden. Het team zag duizenden video's op het internet, vooral op Douyin, de Chinese versie van TikTok. Daarop lijken Oeigoerse arbeiders uit Xinjiang te zien te zijn. Het team wist ook te verifiëren dat de Douyin-gebruikers zich in Xinjiang hadden geregistreerd, en werden specialisten ingehuurd om het taalgebruik in de video's te analyseren. Daarnaast werden onderzoekers ingehuurd om enkele fabrieken te bezoeken. Deze bronnen lichtten een tipje van de sluier op over een systeem van gedwongen arbeid achter de vis die overal ter wereld gegeten wordt.
Je hebt niet alle cookies geaccepteerd. Om deze content te bekijken moet je deaanpassen.
Het onderzoek identificeerde meerdere fabrieken in de regio, waar Oeigoeren tewerk gesteld worden. Oeigoeren komen oorspronkelijk uit de noordwestelijke regio Xinjiang, duizenden kilometers verderop. Het is overheidsbeleid om deze mensen te 'assimileren,' zoals China het noemt. In
werkelijkheid gaat hem om een campagne waarbij de bevolkingsgroep zwaar onderdrukt wordt. De laatste jaren verbleven naar schatting van mensenrechtenorganisaties zo'n miljoen mensen in 'heropvoedingskampen.' In deze kampen moesten Oeigoeren de Chinese taal leren, terwijl ze hun geloof, de islam, moesten afzweren. China zegt nu dat die kampen gesloten zijn. Mensenrechtenorganisaties bevestigen dit deels, maar geven aan dat de Oeigoeren nu óf in reguliere gevangenissen gezet worden, óf elders in het land moeten werken.
'Wetgeving nodig'
Ook Amerikaanse visbedrijven en supermarkten kopen vis van de genoemde Chinese bedrijven. En daar klinken inmiddels geluiden voor importbeperkingen voor vis uit China. Zo wijst de jurist Robert Stumberg, een prominente specialist op het gebied van toeleveringsketens aan de Georgetown University in Washington D.C., erop dat Amerika al een sterke wet heeft, specifiek tegen dwangarbeid door Oeigoeren.
De wet betekent dat visbedrijven moeten bewijzen dat hun producten geen band hebben met deze vorm van dwangarbeid. Stumberg zegt dat onder die wet er al onderzoek is gedaan naar sectoren zoals auto-onderdelen, zonnepanelen en tomaten. "Vis moet de volgende sector zijn," zegt hij.