'Na de finale van De Verraders ben ik wel klaar met Stefano en z'n typetje'
Journalist Tim van Rodijnen (26) leest en schrijft over de Nederlandse televisie- en entertainmentwereld. In zijn tweewekelijkse column pent hij neer wat hem hierin opvalt, verbaast of ontroert.
Met open mond heb ik naar de finale van De Verraders zitten kijken. Het was niet zo zeer spannend omdat het onduidelijk was of de laatste verrader ontmaskerd ging worden ja of nee. Het was eerder spannend (en bizar) omdat die laatste verrader, met de naam Stefano Keizers, zich ronduit onsportief en onbeschoft gedroeg tegenover de drie getrouwen die nog met hem in het spel zaten. Ik ben geloof ik wel klaar met dat typetje dat hij overduidelijk opvoert.
Voor de niet-kijkers: aan het begin van de aflevering vertelde Stefano, ‘eigenaardigerd’ van beroep lijkt het, in een blauw gewaad dat hij boos was en niet meer wilde praten tot aan de ronde tafel. Aan die tafel, terwijl hij nog steeds dat blauwe gewaad droeg, vertelde hij op geenszins subtiele wijze wat hij van zijn mede-kandidaten vond. Kortom: hij vond ze incapabel.
Als kijker was het al ongemakkelijk om naar te kijken, laat staan voor degenen die met Stefano in die ruimte zaten. Waar normaal gesproken euforie hoogtij viert als er een verrader wordt verbannen, was er nu vooral stilte en ongeloof. En die arme Dionne Slagter moest er zelfs van huilen. “Waarom moet dit zo hard?”, vroeg ze zich in tranen af. De programmamakers zullen daarentegen vast en zeker blij zijn geweest met de harde woorden van Stefano. Je moet ‘m nageven: spraakmakende tv is het wel. Ik ben geen imagodeskundige, maar ik kan me voorstellen dat hij zijn gunfactor inmiddels wel kwijt is.
Volgens mij is Stefano vergeten dat het allemaal toch écht om een spelletje gaat. Hij vindt Dionne, Toine en Steven geen 'terechte winnaars', omdat ze niet ‘in de ziel van de Verraders’ hebben gekeken. Geluk zou de reden zijn dat zij in de finale stonden. Lekker boeien! Met hoe veel spelletjes is het niet de bedoeling dat je zes gooit met een dobbelsteen. En wat komt daarbij kijken? Precies, geluk.
Zelfs het verhaal dat Stefano ophing, dat hij meedeed om serieus kans te maken op de zilverbuit, omdat hij gedurende de coronacrisis weinig tot geen inkomsten had, maakt op mij geen enkele indruk meer. Door zijn gedrag, verdween ook dat laatste stukje sympathie. Natuurlijk is het erg dat hij in financiële nood verkeert, maar aardig blijven is ten alle tijden een optie. En hoe hij nu de spelvreugde van drie andere mensen volledig ontnam is niet netjes. Het is gewoonweg asociaal.
Ik snap heus wel dat constant liegen en bedriegen veel van een mens vraagt. De afgelopen weken heb ik met een groep collega’s ook een potje Verraders gespeeld (aanrader trouwens). Dat gebeurde digitaal en nam niet hele dagen in beslag en zelfs toen werd ik, en vele anderen met mij, al paranoia. “Het is maar goed dat hier geen camera’s bij zijn”, zeiden meerdere collega’s.
Maar toch, ook al verraadde één van mijn bondgenoten me op het laatste moment kei- en keihard: je blijft gewoon aardig, je lacht erom. Het is een spelletje dat iedereen wil winnen. En dat maakt het op programma ook zo leuk, en bij ‘leuk’ moet het blijven.
Als Stefano nog eens 'ja' zegt tegen deelname aan een spelletje met alweer een groep bekende Nederlanders en er wellicht geld te verdienen is, heb ik nog een tip voor hem. Je kunt niet altijd zes gooien.