Nooit meer

Roelie belandde in een burn-out na jarenlang mantelzorgen: 'Sliep soms drie kwartier per nacht'

Door Anne Broekman··Aangepast:
© Bas de Meijer Roelie belandde in een burn-out na jarenlang mantelzorgen: 'Sliep soms drie kwartier per nacht'
RTL

In deze wekelijkse rubriek vertellen mensen over iets dat zij nooit meer willen meemaken, doen of laten. Deze week: al sinds ze zich kan herinneren zorgt Roelie van Guldener (59) voor anderen. Tot het mantelzorgen haar opbrak en ze in een zware burn-out belandde. "Ik kon alleen maar denken aan wat ik allemaal fout had gedaan."

"Mijn man, mijn twee zoons en mijn zus: allemaal hebben zij in meer of mindere mate mijn hulp en zorg nodig. Het mantelzorgen stopt nooit voor mij. Maar het grote verschil met nu en vijftien jaar geleden is dat ik nu wel mijn grenzen kan aangeven en aan mezelf durf te denken. Eerder deed ik dat niet, het kwam niet eens in mij op. Zorgen, zorgen, zorgen: zo was ik geprogrammeerd. Tot ik kopje onder ging."

Anita's vader stierf aan asbestkanker: 'Zonder vader mis je iemand boven je'
Lees ook

Anita's vader stierf aan asbestkanker: 'Zonder vader mis je iemand boven je'

"Ik ben een zorgzaam type. Of beter gezegd: zo ben ik gevormd door mijn jeugd. Mijn moeder was altijd al ziekelijk en mijn vader werkte veel. Voor ik wist wat het woord mantelzorg betekende, deed ik dat al. Als meisje deed ik het huishouden en kookte ik voor ons gezin als mijn moeder in het ziekenhuis lag. 

Mijn zusje bracht ik naar school en ik haalde haar weer op. Ik moest haar overal mee naartoe nemen en voelde me erg verantwoordelijk voor haar. Tijd voor mezelf of vriendinnen had ik niet. Na school moest ik altijd meteen naar huis komen om te helpen en klasgenootjes meenemen was niet de bedoeling want dat vond mijn moeder te druk."

Geen grenzen aangeven

"Dit alles vormde mij. Ik ontwikkelde veel empathie en oog voor anderen, bijvoorbeeld. Maar tegelijkertijd leerde ik niet voor mezelf opkomen en mijn grenzen aan te geven. Ruimte innemen voor mezelf was onmogelijk. Dus deed ik braaf wat mij werd gevraagd, zo was ik het gewend.”

"Nadat ik trouwde en moeder werd van onze oudste zoon, stopte ik met mijn werk in de horeca. Mijn man was beroepsmilitair en veel van huis, dus het was noodzakelijk dat ik het thuis draaiende hield. Twee jaar later werd onze tweede zoon geboren. 

Onze oudste zoon had bij zijn geboorte helaas een slechte start met vocht in de hersenholtes, waardoor hij drie weken in het ziekenhuis lag. Toen hij negen maanden oud was, bleek hij een ontwikkelingsachterstand te hebben. Met vier jaar kregen we de diagnose dat hij verstandelijk beperkt is."

Iedereen helpen

"Ik had mijn handen vol aan mijn zoons, mijn vader die hartpatiënt was, mijn moeder met COPD en hartfalen en mijn zus. Zij is nooit officieel gediagnosticeerd, maar het vermoeden is dat zij iets heeft in het autistisch spectrum. Zij kan het leven niet goed overzien, zonder hulp zijn zowel haar financiën als huishouden voor haar niet te doen. Ik hielp haar waar ik kon.

In 2007 werd mijn man ziek. Hij kreeg een acute dubbele hernia en een stenose. Dit is een vernauwing in het wervelkanaal waardoor hij dezelfde symptomen had als een dwarslaesie. Er brak een lange revalidatieperiode aan en hij werd afgekeurd voor zijn werk."

"Mentaal en fysiek was dit erg zwaar voor mijn man. Hij was bozig en duwde iedereen van zich af. Zorg en extra hulp in huis wilde hij niet, alleen ik mocht hem helpen. Een hoog-laagbed weigerde hij ook, hij lag op een matras op de grond. 

Mijn oudste zoon kon het niet begrijpen waarom zijn eerder zo sterke vader ineens zo was veranderd. Hij werd opstandig en er was veel ruzie thuis. Inmiddels werkte ik weer, dus naast alle zorgtaken had ik ook nog mijn kantoorbaan. Langzaam liep mijn emmertje vol, maar dat had ik niet door."

Een steeds korter lontje

"Ik ging compleet over mijn grenzen heen. Soms sliep ik maar drie kwartier per nacht. Ik was totaal overprikkeld en schrok soms van mijn eigen stem. 'Wat ben jij sterk', kreeg ik vaak te horen. Daar hield ik me dan maar aan vast. Van mezelf moest ik ook sterk zijn. Maar ik kreeg een steeds korter lontje en had nog maar weinig geduld met mijn zoon. 

Het ging niet langer thuis en uiteindelijk kwam hij in de crisiszorg terecht. Dat voelde voor mij als falen. En het triggerde oude pijn uit mijn eigen jeugd. Ik had me voorgenomen dat ik er wél altijd voor mijn kinderen zou zijn, voor mijn gevoel was dat nu mislukt. Ik stortte in. Mijn leidinggevende zag dat het niet goed ging met mij en stuurde me naar huis."

Roelie: "Langzaam liep mijn emmertje vol, maar dat had ik niet door."© Bas de Meijer
Roelie: "Langzaam liep mijn emmertje vol, maar dat had ik niet door."

"Acht maanden lang zat ik ziek thuis. Ik voelde me uitgeblust, was dit nu mijn leven? Ik was heel streng voor mezelf en vond dat ik alles fout had gedaan en iedereen teleurstelde. Ik ging in therapie, wat ik aanvankelijk heel moeilijk vond want los van eerdere traumatherapie had ik nog nooit iemand om hulp gevraagd. Met de psycholoog pakte ik mijn mindset aan en leerde ik grenzen aan te geven."

Patronen loslaten

"De therapie was een pijnlijk, confronterend en helend proces. Ik moest mijn aannames en overtuigingen aanpakken, want die klopten helemaal niet. Ik vond altijd dat ik alles zelf moest kunnen en dat ik het ook het beste kon. Niemand anders kon toch zo goed voor mijn familie zorgen? 

Die gedachten en patronen loslaten vond ik heel lastig. Zo was ik het immers mijn hele leven gewend, vanaf mijn jeugd. Dit omgooien voelde bijna als verraad naar mijn ouders. De bedrijfsarts zei dat ik iets leuks voor mezelf moest doen, maar ik wist niet eens meer wát ik leuk vond. Ik zat zo in de doe-modus dat ik me helemaal niet kon ontspannen. Eigenlijk was ik alleen maar aan het overleven."

"Ik zei tegen mijn man dat als hij alles op mijn bordje bleef schuiven, ik eraan onderdoor zou gaan."

"Langzaam lukte het mij om veranderingen aan te brengen. Ik keek kritisch naar mezelf: wat was precies mijn rol en wat waren mijn verantwoordelijkheden? Ik moest leren om anderen dingen zelf te laten doen, zonder het meteen van ze over te nemen, en ze de kans geven om zelf naar mij toe te komen als het niet lukte. 

Ook volgden er vele gesprekken met mijn man. Ik zei hem dat als hij zorg bleef weigeren en alles op mijn bordje bleef schuiven, ik eraan onderdoor zou gaan. Gelukkig zag hij dat zelf ook wel in. Er kwam thuiszorg en dat maakte onze relatie weer gelijkwaardiger."

Chronisch pijnpatiënt

"Het is nu vijftien jaar geleden dat ik de burn-out kreeg. Mijn ouders zijn inmiddels overleden. Nog altijd ben ik mantelzorger voor mijn man, die gelukkig weer kan lopen en fietsen maar wel chronisch pijnpatiënt is. Mijn oudste zoon woont op zichzelf met ambulante begeleiding. Ook hem ondersteun ik nog, maar het is fijn dat hij eigen woonruimte heeft en werkt bij de dagbesteding.

Voor mijn zusje ben ik bewindvoerder, dus ik zorg voor haar administratieve en financiële zaken en als er iets geregeld moet worden gaat dat via mij. Ook hou ik in de gaten dat haar huis een beetje netjes blijft. Mijn jongste zoon heeft tegenwoordig soms ook mijn hulp nodig, want hij kreeg in 2016 een hersentumor en heeft hierdoor niet-aangeboren hersenletsel. Gelukkig heeft hij een lieve vriendin die hem steunt, samen hebben ze een eenjarig dochtertje."

"Van mijn burn-out heb ik veel geleerd. Dat ik meer mag vertrouwen op anderen en ze best om hulp mag vragen. Ik leef met de dag en maak me niet meer druk om dingen waar ik geen invloed op heb. Dat klinkt cliché, maar als je het maar vaak genoeg herhaalt ga je daarnaar leven. 

In mijn werk heb ik een grote switch gemaakt: ik ben nu mantelzorgcoach. Bij mijn cliënten zie ik vaak vermoeidheid en overbelasting, maar ook voldoening en veel liefde. Ze doen het graag voor een ander, maar vergeten daarbij zelfzorg en voelen zich schuldig of egoïstisch als ze iets voor zichzelf doen."

Erkenning en begrip

"Ik leer hen om hulp te vragen en die ook te accepteren, en dat ze moeten praten over hun gevoelens en worstelingen, ook op hun werk. Bedrijven adviseer ik om mantelzorgvriendelijk te werken, met bijvoorbeeld flexibele werktijden en zorgverlof. En ik wijs ze erop om bij hun mantelzorgende werknemers te informeren hoe het gaat. Soms hebben zij genoeg aan simpelweg erkenning en begrip."

"Nooit meer wil ik zo diep zitten als tijdens mijn burn-out, en nooit meer wil ik mezelf wegcijferen voor een ander. Zorgen voor een dierbare is mooi, maar niet meer ten koste van mezelf. Ik heb manieren gevonden om te ontspannen, zo doe ik aan aquayoga en mindfulness, ook wandel ik wekelijks met een vriendin."

Aan het leven of overleven?

"Geregeld stel ik mezelf de vraag: ben ik aan het leven of aan het overleven? Daar blijf ik alert op. In mijn agenda plan ik tijd voor mezelf in. In alle drukte is het soms verleidelijk om dit dan maar te skippen, maar ik heb geleerd om deze afspraken met mezelf serieus te nemen. Die zijn net zo belangrijk als de afspraken die ik met andere mensen heb. Misschien zelfs wel belangrijker."

Wil je geen aflevering van deze rubriek missen? Klik dan op de Nooit Meer-tag hieronder en vervolgens linksboven op 'Volgen'.

Nooit meer? 

Wil jij ook je verhaal kwijt en vertellen wat je 'nooit meer' wil meemaken, doen of juist laten? We zijn benieuwd naar jouw verhaal. Mail ons op weekendmagazine@rtl.nl

Lees meer over
Nooit meerBurn-outGezondheidMantelzorgGeestelijke gezondheidszorgGezinFamilie