Deze 9000 consumenten zijn mede-eigenaar van een boerderij
Herenboeren bestaat tien jaar. Inmiddels zijn ruim 9000 huishoudens mede-eigenaar van een boerderij. Ze helpen professionele boeren met zaaien, oogsten, het voeden van de dieren en het verwijderen van onkruid. En ééns in de week halen ze de verse oogst op. RTL Z bezocht Herenboerderij Goedentijd in Alphen, vlakbij Tilburg.
Een groep vrouwen staat met messen in de hand bij een karretje waar net geoogste klimplanten op liggen. Met flinke snelheid nemen ze een plantje in de hand en snijden ze de bruinpaarse en groene peulvormige vruchten eraf. Het zijn peulen en kapucijners, die de boer die ochtend van het land heeft gehaald.
Een andere vrouw haalt de lelijke buitenste bladen van een krop bindsla. Ze hebben haast, want over anderhalf uur wordt het druk. Dan komen leden van de coöperatie hun wekelijkse aandeel van de oogst ophalen.
Boer Peter Hundepool wordt door de vrijwilligers belaagd met vragen. Hij heeft het druk want Gina, de andere professionele boer van de Herenboerderij, is onverwacht weggeroepen omdat bij Biezenmortel een stier is ontsnapt.
In coronatijd opgericht
"Hier hebben we niet genoeg ruimte voor al het vee. De jonge koeien staan hier en de volwassen koeien en stieren staan bij Biezenmortel. Bij elkaar zetten kon ook niet want dan kregen de dieren bonje of probeerde de vader een dochter te bevruchten", legt Koen Bakx uit.
Bakx is één van de circa 250 leden van de Herenboerderij die in 2020 is opgericht. "In coronatijd. Toen kwam bij veel mensen de gedachte dat lokaal eten belangrijk was."
Inmiddels is een klein deel van die leden weer vertrokken. "De biologische groente die je hier krijgt, is net wat anders dan de biologische groente uit de supermarkt. Het is iets meer werk, zo moet je zelf de erwtjes nog uit de peulen halen. En vaak zit er nog zand aan de sla. Dat past niet bij iedereen."
Varkens na acht maanden geslacht
Bakx geeft een rondleiding over de boerderij. Hij start bij acht varkens, die in een modderpoel van de zon genieten. "Die komen van een nabijgelegen fokker, ze waren toen 11 weken oud. We laten ze na circa acht maanden slachten, als ze minimaal 130 kilo wegen."
Het vlees komt geportioneerd terug van de slager en dan gaat het de vriezer in, waarna het bij de wekelijkse ophaalmomenten verdeeld wordt onder de niet-vegetarische leden. "We moeten ongeveer vijfhonderd monden voeden, waarvan ongeveer 35 procent vegetarisch."
De varkens hebben hier buiten alle ruimte, maar zitten wel achter een omheining. "Het liefst zouden we ze ook op de akkers laten lopen, zodat ze kunnen wroeten en bemesten. Maar we hebben te maken met strenge regels vanwege de varkenspest."
Om vergelijkbare regels voor pluimvee te ontlopen heeft de boerderij maar 249 kippen, net genoeg om nog als hobbyboer gezien te worden. De kippen leveren eieren, maar worden na 1,5 jaar ook geslacht voor hun vlees. En er zijn geen melkkoeien, maar alleen vleeskoeien, vanwege complexe regelgeving op dat vlak.
De varkens ogen tevreden. Dierenwelzijn was voor Bakx ook reden om lid te worden van Herenboeren. "Hier weet ik zeker dat ze het goed hebben. Al was het de eerste keer dat ik van een varken at, dat ik kende, wel even slikken."
Wat eten we vanavond?
Op het land valt op dat de stroken met identieke planten smal zijn. De boerenkoolplanten staan drie planten breed in een strook van 150 meter lang. Daarnaast wordt een andere koolsoort geteeld. "Heel anders dan bij een gewone boer met een monocultuur met een veld vol dezelfde planten", beaamt Bakx. Er wordt namelijk alleen verbouwd wat de leden kunnen opeten.
Eens per jaar kunnen de leden in een enquête aangeven wat hun wensen zijn. Willen ze meer of minder bloemkool, boerenkool en spruiten? "Daar komt een rekensom uit. De boer gaat er mee aan de slag. Wat kan er wel en wat kan er niet op deze zandgrond?"
Een kruidentuintje kon, mits de boer er geen werk aan had. En er kwam ook een derde kas, mits de leden die zelf zouden bewerken.
Klimaatverandering
Net als gewone boeren, hebben ook de Herenboeren last van het veranderende klimaat. Maanden vol regen verpesten de oogst. "We konden dit jaar pas laat planten, want het land was te nat. De aardappels hebben daardoor nog een te dunne schil. Die kunnen we alleen met de hand rooien. Dat doet ieder voor zich."
Er worden nauwelijks bestrijdingsmiddelen gebruikt. Dat betekent dat het onkruidteam van leden dit natte voorjaar de handen vol had om onkruid te verwijderen. Om te voorkomen dat ziektes overspringen worden planten en bomen met risico op besmetting van elkaar gescheiden.
"Zo hebben we 30 soorten fruit, van appel tot vijg. Fruitbomen staan om en om. Ze zijn drie jaar geleden geplant, dit is het eerste jaar dat we appels kunnen oogsten", weet Bakx.
Bijna nooit meer naar de winkel
Intussen zijn de vrouwen, die eerder de oogst gereed maakten voor verdeling bijna klaar. Een van de vrijwilligers schept een afgewogen hoeveelheid meel uit een grote zak en verdeelt dat over kleine zakjes. Veel leden hebben thuis een broodbakmachine. Wie met het seizoen mee-eet, hoeft amper naar de winkel.
"Mijn vriend bedenkt wat hij gaat eten en gaat dan naar de winkel. Ik doe het andersom. Ik kijk wat ik in huis heb en ga daarmee koken. Ik ga alleen naar de winkel voor producten als spaghetti en rijst", vertelt Margriet Hornikx. Ze is al sinds 2020 lid van Goedentijd. "Ik heb lidnummer 16", vertelt ze trots.
Haar kinderen neemt ze regelmatig mee naar de boerderij. "Kinderen moeten ook leren dat eten niet zomaar in de winkel terecht komt, maar dat daar veel werk aan vooraf gaat. En ik vind het belangrijk dat eten onbespoten is en dat we met de seizoenen mee-eten", verklaart ze haar lidmaatschap.
Sociaal experiment
Ook Irene Leijten is al sinds 2020 lid. "Ik zie het als sociaal experiment, hoe je met zijn allen een boerderij runt. Voordat ik lid werd, at ik altijd al biologisch, dus had ik hier meteen interesse in. Ik heb er ook heel veel van geleerd en veel groenten leren kennen, die nieuw voor me waren."
De eerste leden die de weekoogst komen ophalen, melden zich. Het is vakantie dus veel leden nemen de kinderen mee. Van rechts naar links lopen ze langs de kramen met eten, waar ze op de bordjes zien hoeveel ze mogen hebben. Tuinbonen, 350 gram per mond, staat bijvoorbeeld op een bord. Met grote tassen verse producten gaan ze na vijf minuten weer naar huis.
Bakx pakt intussen een zwart kratje en loopt ermee het land op. Hij gaat aardappels rooien voor zijn gezin. Het leven van een herenboer is minder makkelijk dan dat van een winkelconsument, maar wel leerzamer en gezonder.
Wat is een Herenboerderij?
In 2014 werd de eerste Herenboerderij opgericht in het Brabantse Boxtel. Sindsdien kwamen er 21 boerderijen bij, van Drenthe tot Limburg en van Rotterdam tot Enschede. Het gaat om coöperatieve boerderijen. Leden zijn dus niet alleen consument, maar ook mede-eigenaar., ondernemer en producent. Meehelpen op de boerderij is niet verplicht, maar wel gewenst.
Het netwerk groeit snel. Het streven is om in 2030 te groeien naar 75 boerderijen. Op 35 plekken in Nederland zijn initiatiefgroepen van burgers bezig om een eigen lokale Herenboerderij op te richten. Het vinden van geschikt land en een professionele boer is daarbij vaak een knelpunt, net als het vergunningentraject. "Land kopen is te duur. Geïnteresseerden die een nieuwe Herenboerderij willen starten moeten dus ergens grond vinden die ze kunnen pachten", zegt Bakx.
In Alphen betalen leden die zich inschrijven eenmalig 2000 euro. Van dat inleggeld worden onder meer machines en hekken betaald, waarvan ze een deel terugkrijgen als ze stoppen. Verder betalen ze 11 (vegetarisch) tot 13 euro per 'mond' per week.