Nooit meer

Petra wil nooit meer bang zijn voor haar aanrander: 'Ik zag hem als een monster'

Door Anne Broekman··Aangepast:
© Lin WoldendorpPetra wil nooit meer bang zijn voor haar aanrander: 'Ik zag hem als een monster'
RTL

In deze wekelijkse rubriek vertellen mensen over iets dat zij 'nooit meer' willen meemaken, nooit meer willen doen of juist nooit meer willen laten. Deze week: als puber werd Petra Madelon de Graaf (29) aangerand door een dorpsgenoot. Jaren later confronteerde ze hem met zijn daad. "Toen ik hem zag huilen, besefte ik dat we allebei hadden verloren."

"Vroeger dacht ik altijd dat ik keihard zou schreeuwen en vechten als ik door iemand zou worden aangerand. Maar toen dat op mijn vijftiende daadwerkelijk gebeurde, sloeg ik niet om me heen of schopte ik mijn aanvaller niet in zijn kruis. Wat moest ik beginnen tegen iemand die een halve meter groter was en veel sterker? De enige vraag die mij bezighield was hoe ik hier heelhuids uitkwam."

Mandy viert nooit meer kerst met haar familie: 'Alleen m'n kat geef ik 'n cadeau'
Lees ook

Mandy viert nooit meer kerst met haar familie: 'Alleen m'n kat geef ik 'n cadeau'

"Het heeft zeker voordelen om in Spakenburg op te groeien. Ik hou van de saamhorigheid en het gevoel dat je echt deel uitmaakt van een gemeenschap. Maar ik heb me altijd anders gevoeld, alsof ik er niet helemaal thuishoorde. In ons dorp werd weinig waarde gehecht aan met je neus in de studieboeken zitten. Ik zat op het vwo en vond leren wél leuk, dat vonden veel mensen raar. Ik weet nog dat ik een keer een tien stond voor een vak maar van de leraar toch een acht op mijn rapport kreeg, want een tien was 'niet goed voor mijn ego'.

Het werd ook niet heel erg gewaardeerd dat ik eigengereid was en 'moeilijke vragen' stelde. Spakenburg is een religieus dorp en ik had moeite met de regels van de kerk. Want waarom mochten er geen vrouwelijke dominees zijn? Niemand anders stelde die vragen en daarom ging ik aan mezelf twijfelen: was ik nou zo raar, lag het aan mij? Terwijl ik opgroeide worstelde ik steeds meer met deze kwesties."

Ruw zoenen

"Als vijftienjarige was ik best wel naïef, ik had nog weinig van de wereld buiten ons dorp gezien. Met vriendjes was ik nauwelijks bezig. Die vrijdagavond was het mooi weer en we gingen thuis barbecueën. Daarna liep ik richting het strand om te wandelen. Onderweg botste ik tegen Evert aan, die ik kende uit de kerk. Hij was zeker tien jaar ouder dan ik, dus veel contact had ik nooit met hem gehad. Maar nu raakten we aan de praat en ik vertelde hem dingen over school. Het was oprecht een leuk gesprek. Veel aansluiting had ik niet in het dorp, dus ik was blij dat hij wel met mij wilde praten.

Evert vroeg of ik een kopje thee lustte en bij hem thuis verder wilde kletsen. Ik aarzelde, maar hij riep dat hij 'heus geen creep' was en liep al pratend richting zijn huis. Daardoor werd ik overrompeld en volgde ik hem naar binnen. Toen ik op de bank ging zitten, dook hij op me en begon hij mij ruw te zoenen. Ineens sloeg de sfeer om. Het ene moment was Evert aardig en gaf hij mij een kop groene thee, het volgende moment moest ik me onder hem vandaan wurmen."

"Hij beval me mee naar boven te gaan. Ik riep hard nee, maar daar had hij geen boodschap aan. Hij was veel groter en zwaarder dan ik, ik wist dat ik geen schijn van kans had als ik zou terugvechten. Nadat hij me aanrandde, ging hij naast me liggen en trok zichzelf af. Het enige wat ik dacht was hoe ik daar zo snel mogelijk weg kon komen.

Nadat hij was klaargekomen deed Evert heel relaxed, alsof er niets was gebeurd terwijl ik aan alles voelde dat dit zó fout was geweest. Ik was nog zo jong en had heel duidelijk nee gezegd, maar toch ging ik aan mezelf twijfelen. Ik was ontzettend in de war: wat was hier nou precies gebeurd?"

Vast zelf uitgelokt

"Even heb ik overwogen om het aan mensen te vertellen, maar het dorp was conservatief. Ik was bang dat ik te horen zou krijgen dat ik het vast zelf had uitgelokt. Dat was ook Everts dreigement geweest: dat hij alles zou omdraaien, waardoor ik als slet zou worden gezien. Een absurd idee want gezien ons leeftijdsverschil had hij sowieso zijn handen moeten thuishouden, maar toch was ik hier gevoelig voor. Ik was al niet heel populair in het dorp, dit zou het nog erger maken.

En dus deed ik jarenlang alsof er niets gebeurd was. Ik duwde het weg, maar soms stak het de kop op. Zoals toen we op school voorlichting kregen over grensoverschrijdend gedrag. Ik werd opstandig: wat had ik hier nou aan? Voor mij was het mosterd na de maaltijd."

"Lang heb ik het klein gemaakt: wat was er nou in feite gebeurd, en ik moest toch blij zijn dat ik niet was verkracht? Ik verhuisde naar de grote stad en stortte me op mijn studie en sociale leven. Maar vroeg of laat krijg je er toch last van. De MeToo-beweging kwam op, daardoor dacht ik steeds vaker aan de bedreigende situatie waarin ik had gezeten.

Inmiddels werkte ik als docent filosofie en had ik vijftienjarigen in mijn klas. Verbaasd vroeg ik me af hoe een volwassene seks kan willen hebben met zo’n kind. Het hield me enorm bezig, zeker nadat ik Evert stomtoevallig tegenkwam toen ik in het dorp op bezoek was. Ik vroeg me af of hij dit bij nog meer meisjes had gedaan en besloot aangifte te doen."

Appje naar Evert

"Al gauw kreeg ik te horen dat de politie de zaak niet ging oppakken omdat ze het te druk hadden. Toch wilde ik hier iets mee doen. Ik wilde Evert laten weten wat het met mij had gedaan en dat ik zijn daad niet begreep. Zijn nummer had ik al snel achterhaald en ik stuurde hem een appje.

Ik dacht dat hij me direct zou blokkeren, maar dat deed hij niet. Hij belde me meteen en zo ontstond er een gesprek. Hij was zich rot geschrokken van mijn bericht en wist weinig meer van die avond."

"We spraken anderhalve week later af in een cafeetje. In mijn hoofd had ik al die jaren een monster van hem gemaakt, maar toen we aan het praten waren, merkte ik dat hij een ander mens was geworden. Hij huilde en legde uit dat hij in die tijd worstelde met een cocaïneverslaving. Ook volgde hij de machocultuur die in Spakenburg heerst, waarbij mannen 'jacht maken' op vrouwen, zoals hij het zelf omschreef."

'Wat had je dan verwacht?'

Al die tijd dacht ik dat hij dit willens en wetens had gedaan, maar Evert was verbaasd over zijn daad en had nauwelijks beseft dat hij mij aan het aanranden was. Nog steeds kon hij dat moeilijk bevatten: 'Maar ik had toch geen tiewraps mee?', riep hij uit.

Echt verantwoordelijkheid nam hij niet. Deels omdat hij bleef herhalen zich weinig meer te kunnen herinneren, maar ook omdat hij verbaasd vroeg wat ik 'dan had verwacht' toen ik met hem meeliep naar huis. Dat ik echt alleen een kopje thee had gewild, snapte hij niet."

"We kwamen er samen niet uit, maar toch hebben de gesprekken mij geholpen. Toen ik hem zag huilen, besefte ik dat we allebei hadden verloren. Ik vond Evert altijd eng en onberekenbaar, mijn beeld van hem was gebaseerd op mijn ervaring van die avond.

Die angst viel weg na onze gesprekken. Hij was geen monster maar een mens. Ik vind hem geen leuk mens, maar toch. Het was heel bevrijdend om hem niet meer als slechterik te zien, sinds dit inzicht voel ik me relaxter. Nooit meer wil ik bang zijn voor hem en hem beschouwen als een monster. Dat kost te veel negatieve energie."

Voor vergiffenis is meer nodig

"Evert en ik hebben geen contact meer gehad na onze laatste ontmoeting en dat is prima. Er valt verder weinig meer te zeggen. Vaak vragen mensen of ik hem heb vergeven. Dat is niet zo, want voor vergiffenis is het nodig dat iemand écht verantwoordelijkheid neemt voor zijn daden, en dat zag ik niet bij hem. Maar ik ben blij met waar ik nu sta."

"Het gebeurt niet heel vaak dat slachtoffers en daders met elkaar in gesprek gaan. Daarom besloot ik de roman Deere te schrijven over de aanranding en hoe Evert en ik hier later over gesproken hebben. Ik hoop dat mijn verhaal anderen helpt die iets soortgelijks hebben meegemaakt. Ik kan me voorstellen dat er meer slachtoffers zijn die verlangen naar een confrontatie met de dader. Dat is niet altijd mogelijk, maar dan kunnen ze wel dit verhaal lezen."

Minder angst en boosheid

"Uit onderzoek naar contact tussen daders en slachtoffers blijkt dat het gevoelens van angst en boosheid onder slachtoffers kan verminderen en dat er bij daders minder kans is op herhaling. Als contact mogelijk is, kan het zeker waardevol zijn. Zelf ben ik Evert iets beter gaan begrijpen. Dat betekent niet dat ik zijn daad goedkeur, maar mijn begrip geeft me wel rust. En dat is heel wat waard."

Evert is een gefingeerde naam.

Wil je geen aflevering van deze rubriek missen? Klik dan op de Nooit Meer-tag hieronder en vervolgens linksboven op 'Volgen'.

Nooit meer? 

Wil jij ook je verhaal kwijt en vertellen wat je 'nooit meer' wil meemaken, doen of juist laten? We zijn benieuwd naar jouw verhaal. Mail ons op weekendmagazine@rtl.nl

Lees meer over
Nooit meerSeksueel geweldAanrandingSeksueel misbruik