Nooit meer

Maria wil haar narcistische moeder nooit meer zien: 'Mijn jeugd is me afgenomen'

Door Anne Broekman··Aangepast:
© iStockMaria wil haar narcistische moeder nooit meer zien: 'Mijn jeugd is me afgenomen'
RTL

In deze wekelijkse rubriek vertellen mensen over iets dat zij 'nooit meer' willen meemaken, nooit meer willen doen of juist nooit meer willen laten. Deze week: als kind wist Maria (52) niet beter dan dat haar moeder kil, afstandelijk en dominant was. Het kostte haar jaren om van haar los te komen. "Alles moest om haar draaien, eigenlijk mocht ik er niet zijn."

"Als kleuter moest ik altijd zelf naar school lopen. Dat vond ik eng, weet ik nog. Heel soms kwam mijn moeder mij van school halen. Dan ging ze gezellig doen en heel hard lachen met de juf. Echt hysterisch vrolijk. Daar kreeg ik dan een heel naar gevoel van, omdat ze thuis heel anders was. Daar was ze afgemeten en naar. Als de juf dan later tegen mij zei dat ik zo’n leuke moeder had, dan vond ik dat heel raar. Omdat het wist dat het niet klopte. Mijn moeder wás helemaal niet leuk, ze deed alsof. Dat kon ik toen nog niet onder woorden brengen, maar ik voelde het haarfijn aan."

Anne wil nooit meer blowen: 'Ik leefde in een roes'
Lees ook

Anne wil nooit meer blowen: 'Ik leefde in een roes'

"Thuis was de sfeer altijd gespannen. Ik moest stil en gehoorzaam zijn, en precies doen wat mijn moeder wilde. Aan het einde van de dag kreeg ik steevast te horen wat ik allemaal fout had gedaan. Dat ik bijvoorbeeld de vloer zogenaamd niet gedweild had, wat ik wel gedaan had. En dan werd ik gestraft. Meestal door mijn vader, die de hele dag op het werk zat maar bij thuiskomst klakkeloos mijn moeders klaagzang over mij geloofde.

Urenlang moest ik op mijn knieën voor de linnenkast zitten. Dat was hartstikke zwaar. Zakte ik met mijn billen richting mijn enkels, dan werd dat meteen opgemerkt door mijn moeder en moest ik weer in de houding gaan zitten. Tijdens zo’n straf dacht ik aan leuke dingen. Aan dieren bijvoorbeeld – ik was een echte dierenvriend – of aan spelen met mijn vriendinnetjes. Ik droomde weg, alsof ik niet meer voor die linnenkast zat, en vluchtte naar een prettigere wereld in mijn gedachten."

Iedere rimpeling voorkomen

"Mijn moeder was altijd ziek. Ik had geen idee wat haar mankeerde, maar duidelijk was dat ze dan niet op mij zat te wachten. In mijn jeugd ben ik heel vaak ondergebracht bij andere gezinnen: bij tantes, vrienden van mijn ouders, kennissen of ouders van mijn vriendinnetjes. Soms was ik maanden van huis. Mijn moeder belde me dan nooit en mijn vader kwam alleen langs om huiswerk af te geven. Ik onderging het allemaal maar, want ik wist niet beter.

Een kind blijft altijd hunkeren naar ouderlijke liefde. Dus ik ging heel erg mijn best doen om mijn moeder te pleasen. Krampachtig probeerde ik de sfeer goed te houden door braaf te zijn en alle klusjes in huis te doen. Iedere rimpeling moest voorkomen worden. Even ging het dan goed tussen ons."

"Maar ik was altijd nerveus, want ik wist dat het een kwestie van tijd zou zijn dat haar humeur weer zou omslaan. De aanleiding daarvoor kon iets heel kleins zijn: als ik de vaatwasser niet meteen na de piep uitruimde, als ik het waagde zelf ziek te worden – dat mocht niet – of als iemand mij aandacht of een compliment gaf. Alles moest om haar draaien, eigenlijk mocht ik er niet zijn. Ik deed alles om die onvermijdelijke omslag te voorkomen. Het was ingewikkeld en doodvermoeiend om altijd op eieren te lopen."

'Ik keerde in mezelf'

"Niemand had in de gaten hoe het er thuis bij ons aan toe ging. Mijn moeder kon namelijk heel goed mensen misleiden. Andere mensen waren idolaat van haar: ze zag er altijd mooi uit en kon heel charmant zijn. Dat daar zo’n wrede vrouw achter zat, vermoedde niemand. Ook niet de mensen bij wie ik soms lange tijd logeerde. Was ik bij anderen thuis, dan merkte ik hoe anders de sfeer daar was. De moeders waren geïnteresseerd. Ze vroegen hoe mijn dag was geweest, schonken iets lekkers in voor de kinderen. De vaders maakten grapjes.

Maar als ik tegen mijn moeder zei dat ik het ergens zo leuk had gehad, dan mocht ik daar vervolgens niet meer naartoe en verbrak ze het contact. Dus ik leerde het wel af om iets met haar te delen. Ik keerde in mezelf. Later in mijn leven dachten mensen vaak dat ik verlegen was. Dat was ik helemaal niet, maar ik durfde me lange tijd simpelweg niet uit te spreken."

'Dat er zo'n wrede vrouw achter die mooie en charmante verschijning zat, vermoedde niemand.'

"Onze band bleef slecht door de jaren heen. Als puber prikte ik steeds meer door mijn moeders act heen. Een keer zat ze vrolijk aan de telefoon met een vriendin, maar drie minuten later was ze ineens zo ziek dat ze haar soeplepel niet meer normaal naar haar mond kon brengen. Ik barstte keihard in lachen uit. Hysterisch werd ze. Mijn moeder wierp zich op de grond, alsof ze flauwviel, mijn vader moest haar naar bed brengen. Ik dacht alleen maar: wat kun jij toneelspelen. En ik wilde niet meer meespelen."

Het ouderlijk huis ontvlucht

"Na mijn studie kreeg ik een baan in de juridische branche. Er ging een wereld voor me open. Ik was goed in mijn werk en maakte carrière, inclusief promoties en loonsverhogingen. Dat had ik helemaal niet verwacht, ik had immers mijn leven lang gehoord dat ik alles fout deed. En voor het eerst werkte mijn jeugd in mijn voordeel. Waar andere collega’s overwerken als straf zagen, zette ik gewoon mijn schouders eronder. Een hele dag geen eten krijgen omdat je weer iets fout had gedaan, dát was pas straf.

Ik kreeg een relatie met mijn huidige man. Natuurlijk was hij niet goed genoeg in de ogen van mijn moeder – dat was niemand. Maar ik was smoorverliefd op hem en ik wist dat ik met hem verder wilde. Ik wilde geen deel meer zijn van mijn moeder en haar gekte. In plaats van hardheid en gemeen doen, koos ik voor liefde en warmte. Ik mocht het huis niet uit voordat ik getrouwd was, dus heb ik stiekem beetje bij beetje mijn spullen uit mijn ouderlijk huis gesmokkeld. Die verstopte ik in archiefkasten op mijn werk. En uiteindelijk ben ik het huis ontvlucht, met wat kleren die ik in vuilniszakken had gepropt."

"Heel soms vertelde ik aan anderen hoe mijn moeder tegen mij deed, zeker toen ik ouder werd. Ook aan mijn vader, maar hij nam het niet voor mij op. Hij was streng katholiek, het huwelijk – en dus mijn moeder - was heilig voor hem. Hun relatie was niet goed en hij zat voor zijn werk veel in het buitenland. Later bedacht ik me dat hij haar misschien ontvluchtte. Als mijn moeder tegen hem over mij klaagde -  wat een rotkind ik wel niet was en wat ik allemaal fout deed – en ik hem mijn kant van het verhaal vertelde, zei hij: 'Mama liegt niet.'

Die woorden werden de titel van het boek dat ik vorig jaar uitbracht over mijn jeugd. Ik heb het bewust 'jong' geschreven, vanuit het perspectief van een meisje dat opgroeit met een moeder met een persoonlijkheidsstoornis. Dat daar bij mijn moeder sprake van is, twijfel ik niet aan. Ik ben geen psychiater of psycholoog, maar ik durf te stellen dat ze aan een narcistische persoonlijkheidsstoornis (NPS) lijdt. Een paar jaar geleden wilde ik weten wat er nu echt met mijn moeder aan de hand zou kunnen zijn. Met een vriend heb ik de eigenschappen van mijn moeder nauwkeurig in kaart gebracht en dit opgezocht in het DSM-5, het diagnostisch en statistisch handboek van psychiatrische aandoeningen. Alles kwam overeen met NPS."

"Het schrijven van mijn boek was een pittig en confronterend proces. Alle pijn en afwijzing van vroeger kwam omhoog. Soms schreef ik een stukje, en moest ik het een maand laten liggen voordat ik er verder mee kon. Eigenlijk was het vreselijk om te doen. Maar ik moest doorzetten van mezelf. Toen ik jong was, heb ik op mijn donkerste momenten weleens overwogen om een einde van mijn leven te maken. Maar ik heb het geluk gehad dat ik goed terecht ben gekomen.

Mijn ervaringen wilde ik inzetten om anderen te helpen om uit die cirkel te breken en los te komen van hun narcistische ouder. En om het bespreekbaar te maken. Want het is nog steeds een taboe om te zeggen dat je gebroken hebt met je moeder. Mijn boek heb ik ook geschreven voor mensen die niet geloofd worden als ze vertellen over hun narcistische ouder en liefdeloze jeugd. Want ook ik werd niet geloofd. Als ik iets vertelde over mijn moeder, werd er gezegd dat ik haar – die vrolijke, charmante vrouw – vast verkeerd begrepen had. Of dat ik alles verzon. Al zijn er maar een paar mensen geholpen met mijn verhaal, dan heeft mijn lijden zin gehad."

Heb jij vragen over zelfmoord?

Stichting 113 Zelfmoordpreventie: bel 113 of 0800-0113 (gratis), of anoniem via de chat op de website 113.nl 

24 uur per dag bereikbaar, 7 dagen per week

"Mijn vader is overleden, mijn moeder leeft nog maar heb ik al jaren niet gesproken. Soms zie ik haar op straat, dan duik ik snel weg. Ik weet zeker dat ik haar nooit meer wil zien. Ze is op leeftijd, maar ook aan haar sterfbed zal ik niet staan. Het was een enorme strijd om los te komen van haar, teruggaan zou laf zijn. Inmiddels heb ik geaccepteerd dat ze niet van mij houdt."

'Ik ben wel een goede moeder'

"Ik wil geen slachtoffer zijn en ben niet zielig. Mijn jeugd is me afgenomen, maar ik ben zó blij met de rest van mijn leven. Mijn man en ik hebben een fijn huwelijk en hebben samen een inmiddels volwassen zoon. Een kind krijgen vond ik niet eng. Nooit heb ik getwijfeld of ik wel een goede moeder zou zijn. Tuurlijk draag ik een litteken mee, maar ik wist dat ik een liefdevol en goed persoon ben. Mijn man en zoon zijn het allerbelangrijkste voor mij. Daarom zeg ik tegen anderen met een soortgelijke jeugd: sluit je niet af, maar stel je open en ga deelnemen aan het leven. Er zijn zoveel lieve mensen, er is warmte en geluk, óók voor jou. Ik ben niet verbitterd, ik kan juist schateren van het lachen. Ik ben echt een vrolijk en gelukkig mens."

Wil je geen aflevering van deze rubriek missen? Klik dan op de Nooit Meer-tag hieronder en vervolgens linksboven op 'Volgen'.

Nooit meer? 

Wil jij ook je verhaal kwijt en vertellen wat je 'nooit meer' wil meemaken, doen of juist laten? We zijn benieuwd naar jouw verhaal. Mail ons op weekendmagazine@rtl.nl

Lees meer over
Nooit meerGezinFamilieMoederPsychische aandoening