Nooit meer

Vera heeft zichzelf jarenlang onderschat: 'Ik was altijd 'de domme''

Door Anne Broekman··Aangepast:
© iStockVera heeft zichzelf jarenlang onderschat: 'Ik was altijd 'de domme''
RTL

In deze wekelijkse rubriek vertellen mensen over iets dat zij 'nooit meer' willen meemaken, nooit meer willen doen of juist nooit meer willen laten. Deze week: haar schooltijd was vroeger niet heel prettig, waardoor Vera (42) er lange tijd van uitging dat ze niet kon leren. Toch pakte ze vorig jaar weer een opleiding op. "De eerste week kon ik alleen maar huilen."

"Als kind was ik op school een dromer. Ik was heel snel afgeleid en veel ging langs me heen. Mijn lichaam zat in de klas, maar mijn gedachten waren heel ergens anders. In taal was ik geen uitblinker en in rekenen was ik ronduit slecht. Al vraag ik me nu af of ik wel echt 'slecht' was. De lesstof kon me simpelweg niet boeien. 

Toch was ik een vrolijke, makkelijke leerling, totaal geen probleemkind om in de klas te hebben. Ik las graag en tekenen vond ik erg leuk, daar was ik ook goed in. Maar daar werd amper naar gekeken."

Elsa kreeg als kind een hersenbloeding: 'Ik word nooit meer de oude'
Lees ook

Elsa kreeg als kind een hersenbloeding: 'Ik word nooit meer de oude'

"Continu kreeg ik te horen hoe slecht ik wel niet was in rekenen. Er waren weinig complimenten voor de dingen die ik wel goed deed. Dat zal met de tijdsgeest te maken hebben gehad. In die tijd werd er niet gekeken naar de krachten van een kind buiten de klassieke schoolvakken om, alles werd didactisch benaderd. 

De onzekerheid sloop er toen in bij mij. Mijn zelfbeeld was niet best. Mijn schoolresultaten waren slecht, ik werd soms gepest in de klas en mijn ouders gingen toen ik tien was uit elkaar. In groep acht sleepte ik er toch een mavoadvies uit, maar ik ging naar de middelbare school met het idee dat ik niets kon."

Met de hakken over de sloot

"Op de middelbare school hobbelde ik maar een beetje met de rest mee. Het boeide me allemaal niet, geen enkel vak vond ik leuk. Nog altijd was ik dromerig en elk jaar ging ik met de hakken over de sloot over. Daar kon ik niet mee zitten. 

Ik kon gewoon niet goed leren, dat was voor mij een vaststaand feit. Dus ik vocht daar ook niet tegen, ik had geen drang om het tegendeel te bewijzen. Ik vond mezelf niet slim, dat idee zat er bij mij in gebeiteld."

"Wat niet meehielp, is dat ik steeds werd vergeleken met mijn tweelingzus. Zij leerde wel makkelijk. Als we een rijtje Franse woordjes moesten stampen, was zij zo klaar. Ik had daar veel meer moeite mee. Na de tweejarige brugklas ging zij naar het vwo. Toen werd het onderling vergelijken steeds erger. Ik zag vooral bij onze moeder dat zij erg trots was op mijn zus, ze straalde helemaal als het over haar cijfers ging.

Toen we gingen verhuizen, kreeg mijn zus de grote zolder, want zij moest in alle rust kunnen studeren. Aan mij werd niets gevraagd. Ik was niet jaloers of boos op mijn zus, zo waren de rollen nu eenmaal verdeeld. Zij was 'de slimme' van ons twee en ik voelde me dom. Niemand had in de smiezen dat er meer in mij zat."

Te dom om door te studeren 

"Ik was echt blij toen ik mijn diploma haalde en die saaie middelbare school achter me kon laten. Mijn vervolgopleiding Sociaal Pedagogisch Werk vond ik wél boeiend. Daar kreeg ik toffe vakken, zoals drama en maatschappelijke vorming. Ik bloeide op. Hier werd ik niet vergeleken met mijn zus. Het was fijn om iets te hebben wat 'van mij' was en waar ik op mijn plek zat.

Ik liep stage op een kinderdagverblijf en daar kreeg ik een baan aangeboden toen ik op mijn negentiende klaar was met mijn opleiding. Achteraf had ik misschien toen al moeten doorstuderen aan het hbo. Maar dat durfde ik niet. Ik dacht dat dat veel te hoog gegrepen was voor mij. Ik kon dat niet, daar was ik 'te dom' voor."

"De knop 'wat wil ik nou eigenlijk' zette ik uit."

"Nu zie ik het patroon: de onzekerheid zat zo diep in mij, dat ik me vastklampte aan wat ik kende en wat vertrouwd voelde. Ik handelde uit angst, onzekerheid en behoefte aan veiligheid. Wat ook meespeelde, is dat ik toen al een eigen flatje had. De rekeningen moesten worden betaald. 

Ik had niet de luxe om rond te fladderen en kijken welke studie mij beviel. Al jong werd ik volwassen en moest ik mijn verantwoordelijkheid nemen. De jeugdigheid en onbezorgdheid die veel mensen ervaren tijdens hun studententijd, heb ik echt gemist."

Fijne, vaste werkplek

"Toch wil ik niet zielig doen: lange tijd was het werken op het dagverblijf hartstikke leuk. Mijn collega’s werden mijn beste vriendinnen, we waren een hecht team met veel humor en gezelligheid. Ik vond het tof om samen een leuke plek te creëren waar de kinderen graag kwamen.

En toen ik zelf twee kinderen kreeg, was mijn werk een fijne, vaste basis. Na een gebroken nacht thuis vingen mijn collega’s mij altijd op met een kop extra sterke koffie. De knop ‘wat wil ik nou eigenlijk’ zette ik uit."

"Vier jaar geelden, toen mijn kinderen al iets ouder waren, begon het te knagen. Ik merkte dat ik mijn werk niet tot mijn pensioen wilde doen. De werkdruk op de groepen is tegenwoordig erg hoog, waardoor ik de kinderen niet kon bieden wat ik graag wilde. Daar baalde ik van, steeds vaker kwam ik met een ontevreden gevoel thuis."

Met knikkende knietjes

"Maar wat wilde ik dan wel? Daar worstelde ik lange tijd mee. Een kantoorfunctie was niets voor mij, wist ik. Ik werd wel blij van het coachen van collega’s – als die bijvoorbeeld een slechtnieuwsgesprek hadden met ouders – en het begeleiden van stagiaires. Per toeval kwam ik vorig jaar een oud-collega tegen in de supermarkt. Zij vertelde over de verkorte hbo-opleiding die zij ging doen binnen ons vakgebied. 

Al eerder was die opleiding aan mij geopperd door hr en mijn leidinggevende, maar dan was er altijd dat stemmetje in mijn hoofd dat zei: dat kan ik niet. Mijn oud-collega trok mij over de drempel. Ze zei dat ik het wél kon en dat we het samen gingen doen. Met knikkende knietjes schreef ik me in."

"Het was fijn en veilig om te blijven hangen in de oude situatie, en doodeng om daar verandering in aan te brengen. Vorig jaar startte mijn opleiding, naast mijn werk én gezin. Ik zag op tegen die zware combinatie. Ik was zo intens onzeker, echt tot in mijn tenen. 

De eerste week van mijn opleiding heb ik zo vaak gehuild van de stress en spanning. Als volwassene was ik gewend om alles te 'weten', ik deed nooit dingen die kans hadden op falen. Nu moest ik ineens van alles leren: ik wist niet eens hoe Word werkte op de computer. Mijn oude school-trauma stak de kop op, ik was bang dat ik het niveau niet aankon en niet slim genoeg was."

Bij ieder tentamen meer zelfvertrouwen

"Inmiddels ben ik bijna een jaar aan het studeren. Het is aanpoten, absoluut. Maar het heeft me al zo veel gebracht. Bij ieder tentamen dat ik haalde, groeide mijn zelfvertrouwen. Het helpt dat ik de lesstof oprecht heel leuk vind. Het is een verdieping van mijn vakkennis. Alsof ik eerst altijd tv in zwart-wit keek en nu in kleur. Heel graag wil ik de kennis van mijn studie combineren met mijn jarenlange werkervaring, om hiermee pedagogische teams en ouders te ondersteunen."

Helemaal niet dom

"Nooit meer wil ik mezelf zo onderschatten en me laten leiden door angst en onzekerheid. Mijn dochters wil ik meegeven dat ze moeten geloven in zichzelf. Ik hoop dat zij durven onderzoeken wat ze willen en kunnen en zich niet vastklampen aan wat bekend en veilig is. 

Ik wil dat zij hun vleugels spreiden, en eerder dan ik dat deed. Maar ik doe het toch maar wel mooi. Ik ben helemaal niet dom, weet ik nu."

De namen in dit artikel zijn gefingeerd wegens privacyredenen.

Wil je geen aflevering van deze rubriek missen? Klik dan op de Nooit Meer-tag hieronder en vervolgens linksboven op 'Volgen'.

Nooit meer? 

Wil jij ook je verhaal kwijt en vertellen wat je 'nooit meer' wil meemaken, doen of juist laten? We zijn benieuwd naar jouw verhaal. Mail ons op weekendmagazine@rtl.nl

Lees meer over
Nooit meer