Patstelling over aanleg van nieuwe warmtenetten: wie bepaalt en wie betaalt?
Er is gesteggel tussen de rijksoverheid en energiebedrijven over de aanleg van nieuwe warmtenetten. De belangrijkste vragen: waar komen ze en wie wordt eigenaar van deze belangrijke pijler voor de energietransitie. Vanwege de patstelling wordt er nu helemaal niets gedaan. En dat heeft gevolgen voor 2 miljoen huishoudens.
De aanleg van nieuwe warmtenetten – in de volksmond stadsverwarming genoemd – is belangrijk voor de energietransitie. Het plan is dat Nederland in 2050 van het gas af is.
Om dit te bereiken wil demissionair minister Jetten van Klimaat dat in 2050 2,6 miljoen huishoudens zijn aangesloten op een warmtenet. Nu maken een half miljoen huishoudens gebruik van zo'n warmtenet en in 2030 moeten dit al 1 miljoen huishoudens zijn.
Wat is een warmtenet?
Een warmtenet is een ondergronds buizenstelsel gevuld met warm water. De warmte komt bijvoorbeeld van restwarmte uit de industrie of afvalverbranding of aardwarmte (geothermie) en verwarmt je huis via je radiatoren en ook het water uit de kraan en onder de douche. Een warmtenet is vooral geschikt voor hoogbouw, monumenten en dichtbevolkte stadswijken.
Dit soort woningen zijn vaak oud en duur om te isoleren en niet geschikt voor verwarming met een warmtepomp. Stadsverwarming is in die gevallen de beste en goedkoopste oplossing om dit soort buurten van het gas te halen.
Dubbele infrastructuur voorkomen
In de Wet Gemeentelijke Instrumenten Warmtetransitie - bedacht door demissionair minister Hugo de Jonge van Binnenlandse Zaken - krijgen gemeente de bevoegdheid om wijken aan te wijzen waar een warmtenet komt. Dit om te voorkomen dat er zowel een gasleidingnetwerk en een warmtenet ligt, met dubbel onderhoud.
Of dat mensen zelf een warmtepomp kopen, waardoor ze geen warmtenetaansluiting willen. Als er te weinig mensen kiezen voor een aansluiting op een warmtenet dan stijgen de kosten voor de bewoners die er wel gebruik van (moeten) maken.
Aanleg flink vertraagd
Er is nog een wet bedacht om de aanleg van warmtenetten in goede banen te leiden. Die zorgt alleen voor het tegenovergestelde. Het gaat om een wet van minister Jetten. Het voorstel voor de Wet Collectieve Warmte lig nu voor advies bij de Raad van State.
In deze nieuwe Warmtewet staat dat toekomstige warmtebedrijven voor meer dan 50 procent in publieke handen moeten zijn van (lokale) overheden. Jetten denkt dat dit bijdraagt aan "duurzaamheid, betaalbaarheid en leveringszekerheid van warmtelevering."
Bedrijven aarzelen
Hierdoor worden bestaande én toekomstige warmtenetten grotendeels eigendom van de (lokale) overheid. Voor energiebedrijven is onduidelijk of ze hun miljarden aan investeringen kunnen terugverdienen.
Van de huidige 500.000 huishoudens met stadsverwarming is 90 procent in handen van bedrijven als Vattenfall, Eneco en Ennatuurlijk. In afwachting van de wet van Jetten hebben zij sinds 2022 alle nieuwe investeringen in de ijskast gezet.
Warmtenet in Den Haag afgeschoten
En dat merken ze in de gemeente Den Haag, waar ze heel ver waren met een grote aanbesteding voor een nieuw warmtenet in de Hofstad. Vóór 2030 moesten tussen 45.000 en 60.000 nieuwe huishoudens worden aangesloten. Dat plan is nu afgeschoten, vanwege de hoge investeringskosten, weinig subsidiemogelijkheden én nieuwe wetgeving.
Het nieuwe warmtenet was gepland in de Haagse stadsdelen Loosduinen en Escamp en de Schilderswijk. Volgens Arjen Kapteijns, Haagse wethouder Energietransitie, zijn collectieve warmtenetten de best betaalbare optie voor wijken met veel hoogbouw en sociale huurwoningen.
"Het is doodzone als woningcorporaties nu bezig zijn met het verbeteren en isoleren van woningen om ze niet meteen aan te sluiten op een warmtenet", zegt Kapteijns. "Als je nu opnieuw een cv-ketel ophangt, doe je een stap terug in de energietransitie."
Vertraging is geen verrassing
Volgens Energie-Nederland, de branchevereniging voor energiebedrijven, zijn inmiddels al 350.000 aansluitingen vertraagd. "Die vertraging is geen verrassing voor de minister, want dit bleek al uit een onderzoek dat hij in 2022 heeft laten uitvoeren", zegt Sonja van der Graaf, woordvoerder van Energie-Nederland.
Eneco zegt dat een warmtenet in publieke handen niet goedkoper wordt. "Gemeenten moeten hoge kosten maken om dit soort publieke-private bedrijven op te richten. Deze kosten bestaan nu niet en worden straks doorberekend aan klanten en die is dan duurder uit", waarschuwt het energiebedrijf.
Concurrent Vattenfall constateert ook dat de overgang naar warmte als energiebron in plaats van gas achterloopt. "Een versnelling is hard nodig om de doelstellingen te halen voor 2030 en 2050."
Aanpassing van de wet
Demissionair minister Jetten voor Klimaat en Energie wil de kosten van een warmtenet transparanter en betaalbaarder maken. "Er komen subsidieregelingen om die warmtenetten rendabel aan te leggen", zegt Jetten, die erkent dat de aanleg trager gaat dan gepland.
Hij wil in zijn wetsvoorstel de warmtetarieven loskoppelen van de gasprijzen. Huishoudens op een warmtenet zijn gasloos en kunnen niet hun eigen energieleverancier kiezen, maar hun warmtetarief is nog steeds gekoppeld aan de gasprijs.
Maximumtarief omlaag
Het warmtetarief wordt jaarlijks op 1 januari vastgezet op basis van de gemiddelde gasprijs van een jaarcontract. Dit is bedacht ter bescherming van de consument: dat mensen met stadsverwarming niet meer betalen dan mensen die stoken op gas.
De afgelopen maanden is er veel discussie over de hoge warmtetarieven. Die discussie heeft ook de Tweede Kamer bereikt. Er zal daarom vanuit het kabinet een voorstel gedaan worden om de wet van De Jonge iets aan te passen.
Als de Tweede Kamer met dit voorstel instemt, wordt de huidige rekenmethode voor vastrecht en variabele kosten veranderd. Het gevolg hiervan is dat huishoudens met stadsverwarming vanaf 2025 jaarlijks een paar tientjes minder betalen.