DNB hield OM buiten Rabo-Liborzaak

De Nederlandsche Bank (DNB) heeft het openbaar ministerie “niet betrokken” bij het onderzoek naar de manipulatie van rentetarieven door de Rabobank. Dat blijkt uit documenten die het ministerie van Financiën openbaar heeft gemaakt na een verzoek van RTL Z.
DNB was zelf sinds medio 2010 op de hoogte van buitenlandse onderzoeken naar de zogenoemde Libor- en Euribor-affaire en startte als toezichthouder op de financiële sector in januari 2012 een eigen onderzoek. Justitie kwam pas in beweging nadat het van het Amerikaanse OM in juli van 2012 een rechtshulpverzoek ontving.
Het ministerie van Financiën is daar, zo blijkt uit de brief, verbaasd over. De Nederlandsche Bank had het openbaar ministerie "via het daarvoor bedoelde FEC-overleg" bij het onderzoek kunnen betrekken. Het FEC is het Financieel Expertise Centrum, "een samenwerkingsverband tussen autoriteiten met een toezicht-, controle-, vervolgings- of opsporingstaak in de financiële sector".
Doel van het FEC is om de integriteit in de financiële sector te versterken. Door de onderlinge uitwisseling van informatie en een gezamenlijke aanpak moet preventief en actief opgetreden worden tegen dreigende integriteitsaantastingen, zo luidt het op de website van het FEC.
Schikkingen
Rabobank en een aantal binnen- en buitenlandse toezichthouders maakten in oktober 2013 bekend schikkingen getroffen te hebben voor een totaalbedrag van 774 miljoen euro, wegens ongeoorloofde pogingen om de totstandkoming van belangrijke internationale rentetarieven te manipuleren. Daarmee kwam aan alle onderzoeken naar Rabobank een einde.
Uit een eerder openbaar gemaakte brief van De Nederlandsche Bank bleek dat Rabobank DNB medio 2010 al informeerde over "verzoeken" die de CFTC had gedaan om informatie over Libor-inzendingen door medewerkers van de bank. Dit was in het kader van toezicht op "het handhaven van marktintegriteit".
Vanaf 2011 onderzochten ook andere buitenlandse toezichthouders en autoriteiten Rabobanks mogelijke betrokkenheid bij onregelmatigheden bij de totstandkoming van Libor- en Euribor-rentetarieven. Op 20 januari 2012 laat DNB Rabobank weten onderzoek te gaan doen naar mogelijke overtredingen van de Wet financieel toezicht (Wft).
Al die tijd blijft justitie buiten beeld. Het OM start pas in juli 2012 een onderzoek, "naar aanleiding van een rechtshulpverzoek van het Amerikaanse OM". "Hoewel niet expliciet benoemd, kan hieruit opgemaakt worden dat DNB voor die tijd het OM niet betrokken heeft, ook niet via het daarvoor bedoelde FEC-overleg, bij haar onderzoek", schrijft de afdeling Marktgedrag en effectenverkeer in een notitie aan de minister van Financiën.
Waarom DNB het OM niet informeert, wordt uit de documenten niet duidelijk. De Nederlandsche Bank laat in een reactie weten: "De door u aangehaalde passage uit een document van het Ministerie van Financiën biedt geen grond voor uw conclusie dat DNB het OM buiten het onderzoek naar de zogenoemde Libor-affaire heeft gehouden. In het overleg van de Minister van Financiën met de Tweede Kamer is genoegzaam naar voren gekomen dat het OM en DNB in deze kwestie samen als één overheid hebben opgetreden. Overigens ligt het in de rede dat toezichtrechtelijke kwesties pas met het OM gedeeld worden zodra daar vanuit strafrechtelijk oogpunt aanleiding voor is."
Het Openbaar Ministerie: "Wij hebben niets toe te voegen aan wat er in de Tweede Kamer over het onderwerp is gewisseld."
Onderdeel van dossier
Schikking Liborfraude Rabobank